Puntkomma

Spelling: puntkomma
Groep 7
Taal actief 4 thema 7
week 2 les 9
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling: puntkomma
Groep 7
Taal actief 4 thema 7
week 2 les 9

Slide 1 - Slide

Gemaakt door Demili Swierenga (360825).

Algemene didactische opzet
Lesdoel: Aan het einde van de les kennen de leerlingen de functie van de puntkomma en kunnen ze de puntkomma in een zin toepassen. 
Vakgebied of thema: spelling, puntkomma.
Doelgroep: groep 7.
Didactisch verantwoord model: DIM.
Leestekens

Slide 2 - Mind map

DIM fase 1 terugblik.
Ga na welke leestekens de leerlingen kennen uit voorgaande lessen door samen het woordweb in te vullen en laat de leerlingen de functies van deze leestekens benoemen.
Brief van de klusjesman
“goedemorgen; ik wil u even laten weten dat de, gymles niet door kan gaan vandaag de gymzaal! is gesloten er wordt de hele dag geklust: hartelijke groet de klusjesman?” 

Slide 3 - Slide

DIM fase 2 oriëntatie (1/2).

Op de slide is de tekst van de klusjesman te zien. Vraag de leerlingen wat de klusjesman verkeerd heeft gedaan. Laat de leerlingen in hun tafelgroepje overleggen wat de juiste leestekens in de tekst van de klusjesman moeten zijn. 
Aan het einde van de les...
kennen we de functie van een puntkomma (;) en kunnen we de puntkomma in een zin toepassen.

Slide 4 - Slide

DIM fase 2 oriëntatie (2/2).

Vraag de leerlingen of zij ook een puntkomma hebben gebruikt in het verbeteren van de tekst van de klusjesman. Leg uit dat de leerlingen in deze les leren over de puntkomma. Benoem het lesdoel op de slide.
Brief van de klusjesman
“Goedemorgen, ik wil u even laten weten dat de gymles niet door kan gaan vandaag. De gymzaal is gesloten; er wordt de hele dag geklust. Hartelijke groet, de klusjesman.” 

Slide 5 - Slide

DIM fase 3 uitleg.

Bespreek de juiste leestekens in de tekst van de klusjesman. Laat zien dat er tussen 'gesloten' en 'er' een puntkomma hoort te staan. Leg uit dat je een puntkomma altijd tussen twee hoofdzinnen zet. 
Wanneer een puntkomma?
  • Tussen twee hoofdzinnen
      Kijk naar de plaats van de persoonsvormen in de zinnen.
  • Relatie: mededeling - aanvulling.
  • Geen voegwoord, maar wel een relatie. 

Voorbeeldzin: 
"Morgen is mijn broer jarig; alle vrienden zijn uitgenodigd."

Slide 6 - Slide

DIM fase 3 uitleg (1/2).

Laat in het voorbeeld zien dat beide zinnen hoofdzinnen zijn door te kijken naar de plaats van de persoonsvormen in de zinnen (persoonsvorm staat doorgaans op de tweede, soms eerste, zinsplaats). Laat zien dat er sprake is van een relatie, waarbij de eerste zin een mededeling en de tweede zin een aanvulling is. Vraag leerlingen door middel van de 'open vraag' in de volgende slide om voorbeelden van voegwoorden te noemen. Laat zien dat er geen voegwoord in de zin is.
Bedenk voorbeelden van voegwoorden

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

"Iedereen is welkom op de klassenavond; ik hoop niet dat mijn ouders komen.”
Goed
Fout

Slide 8 - Poll

DIM fase 4 begeleide inoefening (1/3).

Laat de leerlingen goed naar de zin kijken. Klopt het dat er een puntkomma in de zin moet staan? Laat de leerlingen via de poll stemmen of zij denken dat het 'goed' of 'fout' is.
"Het straatfeest is gezellig; omdat iedereen er is."
Goed
Fout

Slide 9 - Poll

DIM fase 4 begeleide inoefening (2/3).

Laat de leerlingen goed naar de zin kijken. Klopt het dat er een puntkomma in de zin moet staan? Laat de leerlingen via de poll stemmen of zij denken dat het 'goed' of 'fout' is.
"Marije deelt handtekeningen uit; ze is een popster."
Goed
Fout

Slide 10 - Poll

DIM fase 4 begeleide inoefening (3/3).

Laat de leerlingen goed naar de zin kijken. Klopt het dat er een puntkomma in de zin moet staan? Laat de leerlingen via de poll stemmen of zij denken dat het 'goed' of 'fout' is.
Zelfstandig werken
Alle voorbeelden goed? Begin bij opdracht 2.
Nog niet alle voorbeelden goed? Begin bij opdracht 1.
Klaar? Nakijken!
timer
20:00

Slide 11 - Slide

DIM fase 5 zelfstandige verwerking.

Laat de leerlingen de bijbehorende opdrachten in hun werkboek maken. Leerlingen die alle polls goed hadden, beginnen bij opdracht 2 (**). Leerlingen die nog niet alle polls goed hadden, beginnen bij opdracht 1 (*). Als ze klaar zijn, kijken ze zelf na.


Wat hebben we geleerd?

Slide 12 - Slide

DIM fase 6 en 7 evaluatie en terug- en vooruitblik.

Draai aan het linker wiel om te bepalen welke leerling mag antwoorden en draai aan het rechter wiel om op één van de begrippen 'hoofdzin', 'voegwoord' of 'relatie' uit te komen. Laat de leerling uitleggen wat de regel omtrent dit begrip is met betrekking tot het gebruik van de puntkomma. Vraag leerlingen hoe zij deze les vonden. Geef aan dat er in de volgende les verder geoefend gaat worden met de puntkomma.


Geraadpleegde bronnen
Taal actief 4 thema 7 week 2 les 9 (Malmberg)
Tools uit LessonUp

Slide 13 - Slide

This item has no instructions