2H Spelling hoofdstuk 4

Ik heb in de vakantie gelezen in het boek voor de boekopdracht
Ja
Nee
1 / 17
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik heb in de vakantie gelezen in het boek voor de boekopdracht
Ja
Nee

Slide 1 - Poll

Lesdoel
Samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen

Slide 2 - Slide

Los of aaneenschrijven?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Samenstellingen

Wanneer gebruik je een tussenletter?
Soms gebruik je een 's', soms een 'e', soms 'en' en soms helemaal niks.

Slide 7 - Slide

Tussenletters -en


Het eerste woord heeft altijd een meervoud op -en.


Bijvoorbeeld:

krantenbezorger - kippensoep - rozengeur

Slide 8 - Slide

Tussenletter -e


Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.

Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.

Het eerste woord heeft meervoud op -en én op -s.


Bijvoorbeeld:

Koninginnedag - apetrots- secondewijzer

Slide 9 - Slide

Tussenletter -s


De tussenletter -s- kun je meestal horen.

Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.


Bijvoorbeeld:

meningsverschil - varkensstal / varkensvlees

Slide 10 - Slide

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 11 - Quiz

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 12 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 13 - Quiz

Maak een samenstelling van de woorden:
trap + huis

Slide 14 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
elektriciteit + centrale

Slide 15 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
volk + zanger

Slide 16 - Open question

Aan de slag!
Spelling H4: opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Slide