10.4

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Schooljaar 2024-2025

Planning

- terugblik 10.3

- uitleg 10.4

- Zelfstandig werken

Huiswerk vrijdag 22 nov:
Maken + nakijken opdrachten 10.4  1 t/m 23 (helft)
Leren: toepassing + begrippen

Wat is de lading van:

1: Zuurstof

2: Kalium

1. 1: 2+ 2: 1+
2. 1: 2+ 2: 1-
3. 1: 2- 2: 1+
4. 1: 2- 2: 1-

Geef de naam van zout AgF.

gebruik kleine letters

Geef de naam van zout CuO .

gebruik kleine letters

Geef de naam van het zout 

gebruik kleine letters

MgI​2​​

Geef de naam van het zout 

gebruik kleine letters

Na​2​​S

Bariumfluoride is een zout. Juna probeerd 3500 mg van dit zout op in 33 cl water op te lossen.

Laat met een berekening zien of ze al het zout kan oplossen.

Noteer of je de tips hiernaast gebruikt hebt.

Bereken wat  de concentratie zou zijn in g/L.

1

Bekijk in de oplosbaarheidtabel of dit zout g, m of s oplosbaar is. 

2

Bekijk de concentratie. Is dit meer of minder dan 10g/L. Is dit meer dan Is de oplossing verzadigt. 

3

Ben je klaar? Lees alvast 10.4 door.

Tips

Beheers jij de leerdoelen van 10.3?

1. Ja, voldoende.
2. Ja, goed.
3. Nee, te weinig gedaan.
4. Nee, snap het niet.

Pak je boek erbij blz 87 - 89

Schrijf mee bij aantekeningen!

zilverchloride 

ijzer(II)jodide

calciumfluoride

1. Noteer de naam van het zout.

2. Schrijf de ionen eronder + de lading.

3. Ze de verhouding + en - ion eronder.

4. Maak het zout kloppend.

5.  Schrijf de zoutformule op zonder lading.

Maak van de volgende zouten de zoutformule:

1: zilverbromide

2: IJzer(II)jodide

3: kaliumsulfide

4: IJzer(III)oxide

5: IJzer(III)fluoride

Hoe stel je een zoutformule op:

Pak je boek erbij blz 87 - 89

Maak de oplosvergelijking van koperchloride:

macro-niveau

Maak de indampvergelijking van natriumsulfide.

Huiswerk Vrijdag 22 nov:

Maken + nakijken opdrachten 10.4  1 t/m 23 (selecteer zelf de helft van de opdrachten om te maken).
Leren: toepassing + begrippen

Wat is de zoutformule van natriumoxide?

Wat is de zoutformule van kali?

Wat is de zoutformule van marmer?

TIP: gebruik bron 1 van paragraaf 10.5