Herhalen lesstof H7

Herhalen H7
Ademen - VMBO basis
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhalen H7
Ademen - VMBO basis

Slide 1 - Slide

Paragrafen hoofdstuk 7
7.1  Ademen
7.2 Ademhalingsstelsel
7.3 Luchtwegproblemen
7.4 Ademhaling bij dieren en planten

Slide 2 - Slide

Uitleg
Je gaat straks ALLEEN de vragen/opdrachten maken. 
De vragen gaan over paragraaf 7.1 t/m 7.4

Telkens lees je eerst de samenvatting van een paragraaf. Ben je klaar met lezen? Dan maak je de vragen/opdrachten. 

Slide 3 - Slide

Paragraaf 7.1 - Ademen
Waaruit bestaat je lichaam?
- Je lichaam bestaat uit organen. 
- Hart, maag, darmen, slokdarm, longen, luchtpijp en botten zijn voorbeelden van organen.
- Een orgaan is een deel van het lichaam met een bepaalde taak.
Wat zijn orgaanstelsels?
- Organen die samenwerken vormen een orgaanstelsel
- Skelet, verteringsstelsel, ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel zijn orgaanstelsels.
- Bij het skelet horen alle botten. Het skelet geeft stevigheid aan je lichaam.
- Het verteringsstelsel bestaat uit mondholte, slokdarm, maag, darmen en anus. Het kleiner maken van voedsel heet verteren
- Het ademhalingsstelsel bestaat uit neusholte, mondholte, luchtpijp en longen. Via het ademhalingsstelsel komt lucht in je lichaam. 
- Het bloedvatenstelsel bestaat uit hart en bloedvaten. Je hart pompt bloed met daarin stoffen rond in de bloedvaten.

Slide 4 - Slide

Zet in de juiste volgorde van inademing:
Luchtdruk in de longen lager
Middenrifspieren trekken samen
Buitenlucht stroomt naar binnen
Ribben omhoog
Borstholte en longen groter

Slide 5 - Drag question

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 6 - Drag question

Sleep de blauwe vakken in de juiste vak betreft soort ademhaling
Borstademhaling
Buikademhaling
Bij aanspanning wordt het middenrif platter.
Wanneer de tussenribspieren samentrekken, bewegen de ribben en het borstbeen omhoog en naar voren.
De ribben en het borstbeen bewegen dan omlaag en naar achteren.
De organen in de ....... kunnen hun plek naar boven weer innemen waardoor het middenrif bol komt te staan. De ruimte in de borstholte en de longen worden hierdoor kleiner.

Slide 7 - Drag question

Wat ademen we in?
Wat ademen we uit?
A
in: koolstofdioxide uit: zuurstof
B
in: zuurstof uit: koolstofdioxide

Slide 8 - Quiz

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
  __________>
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose
energie

Slide 9 - Drag question

Sleep de naam van het organenstelsel naar de bijpassende afbeelding
Verteringsstelsel 
Ademhalingsstelsel 
Bloedvatenstelsel

Slide 10 - Drag question

Paragraaf 7.2 - Ademhalingsstelsel
Wat leeft er in je omgeving?
- Alles wat leeft, is een organisme.
- Als je een organisme waarneemt, kijk je heel goed. Soms ruik, voel, hoor of proef je ook.
Waarmee kun je organismen bekijken?
- Met een loep bekijk je kleine organismen of delen van organismen.
- Met een microscoop vergroot je hele kleine organismen of delen van een organismen. 
- Voor je iets met een microscoop kunt bekijken, maak je eerst een preparaat. 
Hoe beschrijf je wat je ziet?
- Bij een beschrijving geef je in woorden de belangrijkste eigenschappen van een organisme
- Die eigenschappen noem je kenmerken
Hoe maak je een tekening?
- In een natuurgetrouwe tekening teken je heel precies na wat je ziet. 
- In een schematische tekening teken je alleen de belangrijkste onderdelen
Hoe vind je de naam van organismen?
- Je kunt de naam van een organisme opzoeken met een zoekkaart. Dat heet : determineren

Slide 11 - Slide

-->
<--
<--
<--
Longblaasjes
Luchtpijp
Vertakkingen bronchiën
Bronchiën

Slide 12 - Drag question

Weet je het nog?
neusholte
luchtpijp
strotklepje
voorkomt voedsel in luchtpijp
lucht wordt gezuiverd, warm en vochtig
heeft slijmvlies en trilharen

Slide 13 - Drag question

Welke onderdelen bevatten kraakbeenringen?

Wat is de functie van deze kraakbeenringen?
A
Alleen de luchtpijp Dit zorgt ervoor dat de ademweg altijd open staat
B
In luchtpijp en bronchiën Dit zorgt ervoor dat er spieren aan vast kunnen zitten
C
Alleen de luchtpijp Dit zorgt ervoor dat er spieren aan vast kunnen zitten
D
In luchtpijp en bronchiën Dit zorgt ervoor dat de ademweg altijd open staat

Slide 14 - Quiz

Zuurstof uit                         wordt afgegeven aan 
Koolstofdioxide uit                   wordt afgegeven aan 
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
de lucht
het bloed
 het bloed
de lucht

Slide 15 - Drag question

Wat is de functie van de trilharen van het slijmvlies in de luchtwegen?
A
Het opvangen van stofdeeltjes.
B
Het staat mooier bij je uiterlijk.
C
Het vervoeren van slijm naar de keelholte.
D
Het verwarmen van de binnenstromende lucht.

Slide 16 - Quiz

Waarom is ademen door je neus 'gezonder' dan ademen door je mond?
A
De lucht wordt verwarmd
B
De lucht wordt gefilterd
C
De lucht wordt vochtig gemaakt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er in je longen als je slijmvlies niet werkt?
A
Je kunt niet meer goed hoesten...
B
Er komt steeds meer rotzooi in je longen...
C
Je kunt geen ziektekiemen naar buiten werken...
D
Je longen raken verstopt...

Slide 18 - Quiz

Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje
Longblaasje
Zuurstof
Rode bloedcel
Bloed met weinig zuurstof
Bloed met veel zuurstof
Lucht
CO2/Koolstofdioxide

Slide 19 - Drag question

Paragraaf 7.3 - Luchtwegproblemen
Hoe geef je aantallen weer?
- Van een lijst met gegevens maak je een tabel
- Van de gegevens in een tabel kun je een diagram maken.
- Aantallen leg je vast in een staafdiagram. De hoogte van elke staaf geeft het aantal weer.
In welk diagram leg je groei vast?
- Groei leg je vast in een lijndiagram
- Je zet de meetpunten in de diagram en daartussen trek je een lijn. 

Slide 20 - Slide

Chronische bronchitis
Longemfyseem

Slide 21 - Drag question

Door de sigaretten rook van haar vrienden krijgt Maartje een astma-aanval.

Wat gebeurt er tijdens zo’n astma-aanval?

A
Tijdens zo’n aanval krijgt ze minder slijm in haar luchtwegen, waardoor haar ademhaling gaat piepen.
B
Tijdens zo’n aanval ontspannen de spiertjes in de wand van haar luchtwegen, waardoor er minder lucht in haar luchtwegen komt.
C
Tijdens zo’n aanval trekken de spiertjes in de wand van haar luchtwegen samen, waardoor er minder lucht in haar luchtwegen komt.

Slide 22 - Quiz

Bij welke aandoening zijn de longblaasjes beschadigd?
A
Bij astma
B
Bij chronische bronchitis
C
Bij longemfyseem

Slide 23 - Quiz

COPD is......
A
Een soort astma
B
Een probleem van het hart
C
Een chronische longziekte
D
Een ziekte die alleen bij rokers voorkomt

Slide 24 - Quiz

COPD is een verzamelnaam voor:
A
Chronische bronchitis, Longemfyseem en Astma
B
Chronische bronchitis en Longemfyseem
C
Chronische bronchitis en Astma
D
Longemfyseem en Astma

Slide 25 - Quiz

Benoem de kenmerken van Astma
(meerdere antwoorden juist)
A
Het is chronisch
B
Ontsteking aan de luchtwegen
C
Ontsteking aan de luchtpijp
D
Het gaat weer over

Slide 26 - Quiz

Astma
COPD
Long-emfyseem
Chronische bronchitis
Gezonde luchtwegen
Gezonde longblaasjes
Gezonde luchtwegen

Slide 27 - Drag question

Bij een astma-aanval worden de luchtwegen nauwer. Daarom moeten mensen met astma bij een astma-aanval medicijnen gebruiken.
Bij welke manier van toedienen zal het medicijn het snelst werken?
A
Slikken van een pil
B
Injecteren
C
Innemen van een inhalator

Slide 28 - Quiz

Bij mensen met astma is het slijmvlies in de luchtwegen te dun.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Bij COPD is/zijn de ..... kapot
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes

Slide 30 - Quiz

Astma
COPD
Long-emfyseem
Gezonde luchtwegen
Gezonde longblaasjes

Slide 31 - Drag question

ontsteking van de bronchiën; plotselinge benauwdheid bij prikkeling van de luchtwegen
blijvende ontsteking van de bronchiën waardoor ademhalen moeilijker gaat
beschadiging van de longblaasjes waardoor minder zuurstof wordt opgenomen in het bloed
allergie voor stuifmeel (pollen)
chronische bronchitis en longemfyseem
astma
chronische bronchitis
longemfyseem
hooikoorts
COPD

Slide 32 - Drag question

Paragraaf 7.4 - Ademhaling bij dieren en planten
Wat is een onderzoeksvraag? (stap 1)
- In de onderzoeksvraag staat wat je wil weten.
Wat moet je doen? (stap 2) 
- De werkwijze beschrijft hoe je een onderzoek doet.
Wat heb je nodig? (stap 3)
- De benodigdheden zijn alle spullen die je nodig bent voor een onderzoek
Wat is je resultaat? (stap 4)
- Het resultaat is alles wat je gemeten, geteld, of gezien hebt tijdens het onderzoek.
- Resultaten kun je verwerken in tabellen, diagrammen en tekeningen. 
Wat is je conclusie? (stap 5)
- Het antwoord op de onderzoeksvraag heet de conclusie
- Bij het trekken van een conclusie kijk je goed naar de resultaten.

Slide 33 - Slide

Wat levert de energie voor fotosynthese?
en
Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en de celkernen zijn de fabriekjes

Slide 34 - Quiz

In de afbeelding zie je links een geopend huidmondje en rechts een gesloten huidmondje.

Wat is waar over deze afbeelding?
A
Het huidmondje is geopend als er sprake is van turgor in de sluitcellen
B
Bij een tekort aan water zal het huidmondje open staan.
C
Osmose speelt geen rol bij het openen en sluiten van huidmondjes.
D
Bij geopende huidmondjes vindt er uitwisseling plaats van O2 en N2

Slide 35 - Quiz

Bij fotosynthese ....
A
Nemen planten zuurstof op en geven CO2 af
B
Nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 36 - Quiz

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 37 - Drag question

Wanneer hebben amfibieën kieuwen?
A
Wanneer ze jong zijn
B
Wanneer ze volwassen zijn
C
Wanneer ze oud zijn

Slide 38 - Quiz

Welke manier van ademhalen staat er hier niet bij?
uitwendige kiewen
longen
inwendige kiewen

Slide 39 - Drag question

Zoogdier haalt adem met de
A
kieuwen
B
huid
C
longen

Slide 40 - Quiz

Wat was de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het uitwisselen van gassen

Slide 41 - Quiz

10. Fotosynthese
R6
R7
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 42 - Drag question

Vul de formule voor fotosynthese in!
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof

Slide 43 - Drag question

wat hoort waar?
Trachee
Stigma
Huidmondje
Kieuwboog
Lamel
Tegenstroom principe
Kieuwplaatje

Slide 44 - Drag question

Wat is de formule van Fotosynthese?
-->
Glucose
zuurstof
zonlicht
koolstofdioxide
Water

Slide 45 - Drag question

opening waardoor lucht in een trachee komt
ademhalingsorgaan waarmee dieren boven water ademhalen
luchtbuis in het lichaam van een insect
ademhalingsorgaan waarmee dieren onder water ademhalen
stigma
long
kieuw
trachee

Slide 46 - Drag question

Hoe ademt een kikkervisje?
A
kieuwen
B
longen
C
kieuwen en huid
D
huid

Slide 47 - Quiz

Hier een deel van het
ademhalingsstelsel
van een insect.
Hoe heet onderdeel P?
A
Kieuw
B
Snorkel
C
Stigma
D
Trachee

Slide 48 - Quiz

Hiernaast is een doorsnede van een deel
van een vissenkop schematisch getekend.
Met welk nummer is een kieuwplaatje aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 49 - Quiz

Openingen in het lijf van een insect heten:
A
Stigmata
B
Tracheeen
C
Pragmata

Slide 50 - Quiz