Meetkunde aanzichten zelfstandig doorwerken

Aanzichten 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Aanzichten 

Slide 1 - Slide

De eerste 5 dia's doe je samen, de rest doen ze individueel aan het einde. (niet als les maar als zelfstandige opdracht dus asynchroon)

Diagnostisch te gebruiken
Aanzichten
Aanzicht: wat zie je als je 
naar een voorwerp kijkt.

Elke kant kan een ander
aanzicht hebben. 

Aan de hand van het aanzicht bepalen waar je staat. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Je weet wat aanzichten zijn.
- Je weet wat het vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht is.
- Je kun het vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht herkennen.
- Je kunt een bouwwerk maken bij aanzichten.
- Je kunt een aanzicht tekenen bij een bouwwerk.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aanzichten in bouwtekeningen

Slide 4 - Slide

Op veel momenten in je leven kom je in aanraking met aanzichten. Bijvoorbeeld als je een nieuw huis gaat kopen of bouwen, maar ook in de techniek en bij heel veel andere momenten in je leven kom je aanzichten tegen.
Aanzichten in figuren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Van een kubushuisje zijn de drie aanzichten getekend.
Het kubushuisje bestaat uit 9 kubusjes.
Als je van de voorkant naar het kubushuisje kijkt zie je 6
 vierkantjes.
Het bovenaanzicht en het zijaanzicht bestaan ieder uit 5
5
 vierkantjes.
Van een kubushuisje zijn de 3 aanzichten getekend. 
  • Het kubushuisje bestaat uit kubusjes in totaal
  • Als je van de voorkant kijkt zie je 6 vierkantjes
  • Het boven- en zijaanzicht bestaan ieder uit  5 vierkantjes 
zij
voor
boven

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


1. Welke aanzicht van
het huis zie je bij 1?
voorkant
A
zijaanzicht
B
vooraanzicht
C
bovenaanzicht

Slide 8 - Quiz

De leerlingen werken zelfstandig de volgende 10 vragen door.
Ze kunnen kiezen om nog wat extra te oefenen (met een uitleg filmpje en nog een aantal opdrachten) of juist wat meer uitdaging. (dan komen de hoogtecijfers al even kijken)
2. Welk aanzicht hoort bij a, b en c?
zijaanzicht
bovenaanzicht
vooraanzicht

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions


3. Welk aanzicht zie je hier van het poppetje?
A
voor aanzicht
B
zijaanzicht
C
bovenaanzicht

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


4. Rechts zie je een...
A
vooraanzicht
B
zijaanzicht
C
bovenaanzicht

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

5. Sleep naar de juiste plek
Vooraanzicht
Bovenaanzicht
Zijaanzicht

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions


6. Hoe ziet het vooraanzicht eruit?
A
B
C

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


7. Wat is het vooraanzicht
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


8. Wat is het rechter zijaanzicht?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


9. Waar kan Eric
hebben gestaan?
A
1 en 2
B
2 en 4
C
1 en 3
D
2 en 3

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aanzichten tekenen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

10. Teken de 3 aanzichten
en zet de foto hier neer.

Slide 18 - Open question

Door de foto kan de docent zien of de leerlingen de aanzichten kunnen tekenen.
Lesdoelen
- Je weet wat aanzichten zijn.
- Je weet wat het vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht is.
- Je kun het vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht herkennen.
- Je kunt een bouwwerk maken bij aanzichten.
- Je kunt een aanzicht tekenen bij een bouwwerk.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
A
Makkelijk
B
Best wel lastig
C
Heel erg lastig
D
Ik begreep er niets van

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Heb je gebruik gemaakt van de differentiatie?
(extra oefenen of extra uitdaging)
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de fotograaf naar de juiste foto
fotograaf g
fotograaf a
fotograaf b
fotograaf c
fotograaf d
fotograaf e
fotograaf f
fotograaf h

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions


Waar stond Berrie te tekenen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Welk bouwwerk hoort bij het rechter zijaanzicht?
A
A
B
B
C
C

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk aanzicht is getekend naast het bouwwerk?
A
Vooraanzicht
B
Zijaanzicht
C
Bovenaanzicht
D
Geen van allen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Extra uitdaging


  • Teken het bovenaanzicht
  • Wat valt op?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Een bovenaanzicht met aantallen (hoogtegetallen)
laat precies zien hoe een bouwwerk eruit ziet.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Sleep de hoogtegetallen naar de juiste plek
1
2
3
4

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Teken het voor en zijaanzicht van deze plattegrond

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Plaats hier de foto van je aanzichten.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions






Als je van voor naar een bouwwerk kijkt noem je dit het vooraanzicht
Als je van rechts naar een bouwwerk kijkt noem je dit het rechteraanzicht
Als je van boven naar een bouwwerk kijkt noem je dit het bovenaanzicht

 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions


Wat  is het vooraanzicht?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


Wat  is het bovenaanzicht?
A
B
C
D

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Wat  is het rechteraanzicht?
A
B
C
D

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions


Wat  is het rechteraanzicht?
A
B
C
D

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions