Les 3 Oefenen met woorden en werkwoorden

• NT2
• ISK

Les 3  

Woorden uit les 3

Herfstwoorden

Werkwoorden

Wat gaan we doen?

1. Welke woorden ken je al uit les 3 en van de herfst?
2. Wat zijn werkwoorden ook alweer?
3. Oefenen met de werkwoorden

Doel van de les:

1) Oefenen met woorden uit 

les 3 en herfst

2) Aan het einde van deze les weet je 

hoe je werkwoorden gebruikt.

Woordenlijst

Kijk eens goed naar de woordenlijst van les 3 

en naar de herfstwoorden.

Welke woorden ken je al? 

Welke woorden
ken je uit les 3?

Welke herfstwoorden ken je?

Wat zijn werkwoorden ook alweer?

Welke werkwoorden ken je?

Werkwoorden les 3

Op de woordenlijst van les 3 staan ook werkwoorden.

Welke werkwoorden kun je vinden?

Werkwoorden les 3

1. zijn

2. doen

3. hebben

4. heten

5. kijken

6. komen

7. kunnen

8. leren

9. lezen

10. oefenen

11. praten

12. schrijven

We gaan de werkwoorden even oefenen...

Komen

Wonen

Doen 

Niks doen

Wat doen de kinderen?

Werkwoord

Lezen

Het kind leest.

Werkwoord

Schrijven

Het kind schrijft

Wat doet de man?

Werkwoord

Dansen

De man danst.

Wat doet de vrouw?

Werkwoord

Kijken

De vrouw kijkt.

Wat doen de kinderen?

Werkwoord

Koken

De kinderen koken.

Wat doet het meisje?

Werkwoord

Leren

Het meisje leert.

Wat doen de mensen?

Werkwoord

Praten

De mensen praten.

Wat doet de jongen?

Werkwoord

Vragen

De jongen vraagt de juf.

Wat doet de man?

Werkwoord

Spreken

de man spreekt.

Wat doet het meisje?

Werkwoord

Oefenen

Het meisje oefent. 

Nog vragen?

1. Ja
2. Nee

Wat moet je doen?

- Maak de opdrachten op het werkblad.

- Je hebt tot 5 minuten voor het einde van de les.

- Klaar? Iets voor jezelf doen.

Wat heb je deze les geleerd?

Wat hebben we gedaan?

Je kunt in eigen woorden vertellen wat de werkwoorden van thema 1 betekenen.

Volgende les

Gaan we taak 1 van thema 1 maken

Huiswerk voor volgende les

Maak alle opdrachten van het werkblad en lever bij mij in.