Instructie 5: Veranderingen en concurrentie

Hoeveel invloed moet de overheid volgens de liberalen hebben?
A
Volledige controle over de economie.
B
Regels voor persoonlijke keuzes.
C
Maximale invloed op het leven.
D
Minimale invloed op het leven.
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoeveel invloed moet de overheid volgens de liberalen hebben?
A
Volledige controle over de economie.
B
Regels voor persoonlijke keuzes.
C
Maximale invloed op het leven.
D
Minimale invloed op het leven.

Slide 1 - Quiz

Hoe zagen liberalen de sociale kwestie?
A
Als een kwestie van persoonlijke verantwoordelijkheid.
B
Als onbelangrijk voor de economie.
C
Als een kwestie van collectieve zorg.
D
Als een probleem dat de overheid moest oplossen.

Slide 2 - Quiz

Wat was een reactie op de sociale kwestie?
A
Oprichting van vakbonden
B
Afschaffing van de monarchie
C
Verhoging van de voedselprijzen
D
Instelling van gratis onderwijs

Slide 3 - Quiz

Instructie 5: Veranderingen en concurrentie

Door de industrialisatie verandert de Britse samenleving snel. Er wordt gezocht naar een oplossing voor de sociale kwestie. Andere landen industrialiseren, wat zorgt voor concurrentie

Hoort bij: les 2 & les 4

Slide 4 - Slide

Leerdoelen instructie 5
72: Je kunt uitleggen welke gevolgen de snelle industrialisatie had voor de gelaagdheid van de bevolking.
73: Je kunt uitleggen hoe de overheid reageerde op de sociale kwestie.
74: Je kunt de betekenis van de Factory Acts voor Britse arbeiders beschrijven.
75: Je kunt uitleggen op welke manier Robert Owen de positie van de arbeiders wilde verbeteren.
76: Je kunt de veranderende positie van het Britse Rijk in de wereldeconomie aan het einde van de negentiende eeuw beschrijven en verklaren.

Slide 5 - Slide

Waarom zijn de veranderingen in Groot-Brittannië (door de industriële revolutie) en de toegenomen concurrentie van andere landen nog steeds relevant voor de wereld van vandaag?

Slide 6 - Open question

Leven van arbeiders
  • Zwaar leven arbeiders; overbevolkte verpauperde wijken, lage lonen, gevaarlijke omstandigheden met alcoholisme, criminaliteit en ziektes
  • Groot verschil arm-rijk
  • Geen kiesrecht, niet vertegenwoordigt, opkomst socialisme
LD: 72

Slide 7 - Slide

Sociale kwestie
  • Politiek: Fabriekseigenaren verantwoordelijk voor goede omstandigheden, 'geen taak van de overheid'
  • Onder druk 'Factory Acts'
  • Regels tegen kinderarbeid, inzet van vrouwen en ouderen, leerplicht
  • Niet alle gezinnen blij mee
LD: 73/74

Slide 8 - Slide

Robert Owen
  • Fabriekseigenaar, beseft dat slechte leef- en werk-omstandigheden slecht zijn voor welzijn van mensen
  • Zorgt in eigen weverij voor betere omstandigheden; kortere diensten, leerplicht kinderen, schone en ruime woningen, delen winst met arbeiders. Uitzonderlijk!
LD: 75

Slide 9 - Slide

Rijke Britten
  • Ondernemers die rijk werden in Engeland, investeerden geld in de koloniën
  • Londen groeit uit tot financieel centrum van de wereld
  • Wereldtentoonstelling 1851: Britten technologisch en cultureel 'superieur' 
LD: 76

Slide 10 - Slide

Concurrentie
  • Toenemende concurrentie: o.a.  VS en Duitsland
  • Wet v.d. remmende voorsprong

  • Andere Europese landen willen ook koloniën voor grondstoffen, afzetmarkten en macht
  • Reactie Britten: rijk vergroten!
  • Toenemende rivaliteit en spanningen tussen landen
LD: 76

Slide 11 - Slide

Kies een kenmerkend aspect uit tijdvak 8. Leg uit hoe dit kenmerkend aspect terug komt bij dit onderwerp.

Slide 12 - Open question

Robert Owen was met zijn visie een uitzondering. Bedenk een reden waarom niet meer ondernemers kozen om de visie van Robert Owen te volgen.

Slide 13 - Open question

Bedenk een reden waarom rijke burgers uit Engeland steeds meer geld in de koloniën gaan investeren (en steeds minder in het thuisland).

Slide 14 - Open question

Bedenk een reden waarom het logisch is dat de VS en Duitsland de Britten op economisch / industrieel vlak op den duur inhalen, ondanks de voorsprong van de Britten.

Slide 15 - Open question

Hoe heet de eerste sociale wetgeving in Engeland?
A
Welfare Reforms
B
Labour Laws
C
Social Security Act
D
Factory Acts

Slide 16 - Quiz

Welk land werd een belangrijke concurrent in de industrialisatie?
A
Spanje
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 17 - Quiz