dreumes en peuter

1 / 52
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 14 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

thema dreumes en peuter
dag 1.    3 lesuren
doel: je kunt vertellen wat bij de lichamelijke ontwikkeling hoort van een dreumes/peuter
je kunt de verschillen opnoemen tussen een baby en een dreumes/peuter op lichamelijk gebied
je kunt voorbeelden geven van fijne en grove motoriek

Slide 2 - Slide

Invoegtr
Baby - Peuter - Kleuter

Slide 3 - Slide

wat gaan we doen
regels en afspraken doornemen/ kennis maken met elkaar
bewaarmap maken
werkboekjes uitdelen
schema invullen met de opdrachten die je moet maken in je werkboekje
starten met 1. lichamelijke ontwikkeling van de dreumes/peuter

Slide 4 - Slide

van baby naar dreumes/peuter
baby hebben we behandeld in de voorgaande weken. 
nu kijken we naar de ontwikkeling tot dreumes en peuter.
dreumes 1 tot 2 jaar
peuter 2 tot 4 jaar

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

1. lichamelijke ontwikkeling
dit thema gaat over de 
groei en motoriek
melkgebit
zindelijkheid

Slide 7 - Slide

wat is motoriek = vermogen om te kunnen bewegen.
fijne motoriek =  fijne bewegingen, bijv, tekenen, knippen
grove motoriek = grote bewegingen waarbij je je lichaam gebruikt. = kruipen, lopen, rennen, springen. 
zie de 2 volgende filmpjes.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

welke verschillen zie je tussen dreumes en peuter?
https://lrmr.nl/hyperlinks/4e15ecf8-a4ad-42bf-84a6-082609d64a81
https://lrmr.nl/hyperlinks/1363371e-9554-48a2-8fa0-7fba3029d788

Slide 11 - Slide

lezen lichamelijk ontwikkeling 1.
schrijf moeilijke woorden op voor je zelf.
maken opdracht  A. op blz. 5.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

thema het gebit  (1.2)
melkgebit compleet als peuter 2   1/2 jaar oud is. 
lezer blz 5, 6 en 7.
Maken opdracht B en C.
eerst onderstaande fimpjes kijken.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

zindelijkheid (1.3)
wanneer wordt een kindje zindelijk en hoe kun je dit begeleiden?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

lezen hoofdstuk 1.3.
Maken opdrachten D, E, F, G, 

Slide 21 - Slide

peuter gaat op onderzoek uit

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

thema hoofdstuk 2
blz 11 taalontwikkeling : doel je weet dat een kind steeds meer over taal beschikt.
doel: hoe je de taalontwikkeling kunt stimuleren
opdrachten B en C 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Voor kinderen tot 1 jaar is ongeschikt
  • Te klein speelgoed (kralen knikkers)
  • Scherp speelgoed
  • Speelgoed met langwerpige of uitstekende delen 
  • Speelgoed wat  moeilijk schoon te maken is
  • Speelgoed met kleine kleine dingetjes die los getrokken kunnen worden (ogen van knuffels)

Slide 27 - Slide

 kinderen van  1 t/m 2 jaar
  • Hebben nog niet alles onder controle
  • Leren enorm veel (lopen/praten)
  • Houden van gooien, slaan en slepen met speelgoed.


   Daar moet het speelgoed dus tegen kunnen

Slide 28 - Slide

Bedenk zelf 2 fantasie / als-of spelletjes.

Slide 29 - Open question

Soorten spellen 
Bewegingsspel
beweging als spel
Imitatiespel
kind speelt een rol
Constructiespel
kind zet iets in elkaar
Fantasiespel
kind gebruikt zijn fantasie om een nieuwe wereld te maken
Regelspel
spel met regels en afspraken 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Kan een dreumes samen spelen?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quiz

Een kind wat zit te knutselen is op dat moment bezig met een:
A
fantasie spel
B
constructie spel
C
imitatie spel
D
bewegingsspel

Slide 33 - Quiz

Welk voorbeeld behoort niet tot de ontwikkeling van de fijne motoriek
A
Iets vastpakken
B
Lopen
C
Kralen rijgen
D
Kleuren

Slide 34 - Quiz

Een kind kan zindelijk worden als het:
A
1½ jaar oud is
B
zelf zijn luier kan losmaken
C
niet meer bang is voor het potje
D
zijn sluitspieren kan beheersen

Slide 35 - Quiz

Kinderen spelen graag met elkaar. Op deze manier leren ze:
A
de wereld van de volwassenen kennen
B
alle antwoorden zijn juist
C
met elkaar omgaan
D
hun motoriek te ontwikkelen

Slide 36 - Quiz

Functies van spel 

Ontspanning: voor de leuk 

Creatieve ontwikkeling: het maken van iets nieuws, fantasie. 

Emotionele ontwikkeling:  samen spelen, verliezen. 

Taalontwikkeling: woordenschat, spreken. 

Slide 37 - Slide

Welke spelvorm zie je op deze afbeelding?
A
Ontdekken
B
Beweginggspel
C
Rollenspel
D
Constructiespel

Slide 38 - Quiz

Klimmen en klimrek hoort bij:
A
Bewegingsspel
B
Fantasiespel
C
Constructiespel
D
Imitatiespel

Slide 39 - Quiz

bewegingsspel
lekker rennen over het plein 
dansen en springen
van de glijbaan af en op het speeltoestel 
elkaar nadoen
> buiten spelen is belangrijk! 

Slide 40 - Slide

Een kind wat zit te knutselen is op dat moment bezig met een:
A
fantasie spel
B
constructie spel
C
imitatie spel
D
bewegingsspel

Slide 41 - Quiz

Een goed voorbeeld van imitatiespel is:
A
Met blokken bouwen
B
Tekenen en knutselen
C
Vadertje en moedertje spelen
D
Touwtjes springen

Slide 42 - Quiz

Een goed voorbeeld van imitatiespel is:
A
Met blokken bouwen
B
Touwtjes springen
C
Tekenen en knutselen
D
Vadertje en moedertje spelen

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

werken in de kinderopvang
je kent de doelgroep
wat doen ze in de kinderopvang
welke diploma heb je nodig
welke kwaliteiten je nodig hebt
wat kinderen leren in de kinderopvang

Slide 48 - Slide

opdracht 1 en 2 

Slide 49 - Slide

afspraken vandaag/ 3 kruisjes is nablijven/ doelen vandaag.

afmaken boekje 
opdracht 4, 5, 6, 8, 12, 13 en 14

praktijk in 2 x duo bed opmaken voor  cijfer.
duo's zoekt docent uit

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Video

Slide 52 - Video