NOVA T4 Basisstof 3

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                 bord       en         docent
Pak je spullen. Met de absentie
controleer ik ook of je je spullen hebt. 
r
a
a
m
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                 bord       en         docent
Pak je spullen. Met de absentie
controleer ik ook of je je spullen hebt. 
r
a
a
m

Slide 1 - Slide

Vandaag
Absentie
Herhaling vorige les
Doel van de les
Voorkennis ophalen
Uitleg 
Opdrachten en Nakijken
Doel van de les en afsluiting

Slide 2 - Slide

Elektriciteit
1. Batterijen 
2. Spanningsbronnen
3. De stroomkring
4. Schakelingen
5. Vermogen en energie
6. Veiligheid

Slide 3 - Slide

Doel van de vorige les
  • Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen
  • Je kunt uitleggen wat een generator is. 
  • Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat. 
  • Je kunt beschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt. 
  • Je kunt beschrijven welke spanning veilig is. 

Slide 4 - Slide

Wat doet een dynamo?
A
Deze zorgt dat de fiets beweegt.
B
Deze zorgt voor spanning zodat je lamp het doet.

Slide 5 - Quiz

Wat doet een generator?
A
Deze zorgt voor een hogere spanning dan aan dynamo.
B
Deze zorgt voor een lagere spanning dan een dynamo.

Slide 6 - Quiz

Welke spanning is veilig?
A
230V
B
110V
C
Alles onder 24 V
D
1,5 V

Slide 7 - Quiz

Waar komt elektriciteit vandaan?
A
van af zee
B
elektriciteitscentrales
C
zonnepanelen en windmolens

Slide 8 - Quiz

Begrippen basisstof 2
Dynamo : Apparaat dat door ronddraaiende beweging spanning opwekt
Elektriciteitscentrale : Plaats waar elektriciteit wordt opgewekt
Generator : Grote dynamo. De spanning die een generator levert is veel hoger dan die van een dynamo.
Spanningsbron : Voorwerp dat spanning levert.
Stopcontact : Aansluitpunt dat elektriciteit levert. De spanning ervan is 230 volt.

Slide 9 - Slide

Doel van de les
Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven
Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt
onderbreken en sluiten.
Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Slide 10 - Slide

Wat weet je al over....
Een stroomkring maken?

Slide 11 - Open question

Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt

Stroom gaat van + naar - .

Als de kring dicht is, noem je
dat een gesloten stroomkring. 
+
-

Slide 12 - Slide

Doel van de les
Dit is een schematische
stroomkring.

Welk verschil zie je? 

Slide 13 - Slide

Een schakelaar zorgt voor een open/gesloten stroomkring

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hoe kan dit?

Slide 16 - Slide

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven.
Geleiders                                          Isolatoren

Slide 17 - Slide

Wat is een voorbeeld van een geleider? Denk je?

Slide 18 - Open question

Wat is een voorbeeld van
een isolator? Denk je?

Slide 19 - Open question

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven.
Geleiders: Metalen                                          Isolatoren: hout plastic, glas, papier, rubber

Slide 20 - Slide

Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.
Zo werkt een schakelaar:

Slide 21 - Slide

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen
Schakelschema
  • Batterij
  • Lampje
  • Schakelaar
  • snoeren

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten 1 t/m 16 (blz 219 - 227)
Laat de opdrachten aftekenen.
                                 Laatste 10 minuten afsluiten!

Slide 23 - Slide

Afsluiten
Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven
Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt
onderbreken en sluiten.
Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Slide 24 - Slide

Is dit schakelschema gesloten of open?
A
Gesloten
B
Open

Slide 25 - Quiz

Welk symbool is het rondje met een kruis erin?
A
Batterij
B
Schakelaar
C
Lampje
D
Stroom

Slide 26 - Quiz

Welk symbool is het 'deurtje'
A
Batterij
B
Schakelaar
C
Lampje
D
Stroom

Slide 27 - Quiz

Welk symbool is het + dunne streep, - dikke streep?
A
Batterij
B
Schakelaar
C
Lampje
D
Stroom

Slide 28 - Quiz

Stroom gaat altijd van - naar +
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz