Deelopdracht 4 (week 4)

Communicatie
Leerjaar 1 | 2025 - 2026
Periode 2  | week 4
Docenten
Wim Lamers
Meike Klein Kromhof
1 / 50
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Communicatie
Leerjaar 1 | 2025 - 2026
Periode 2  | week 4
Docenten
Wim Lamers
Meike Klein Kromhof

Slide 1 - Slide

🤝 Samenwerken doen we zo

🚰 Drinken mag, eten doe je buiten het lokaal.

🕘 Kom op tijd. Deur dicht? Na 30 minuten mag je de les in.

📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.

📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal. 
Introductie

Slide 2 - Slide

✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍

Slide 3 - Slide

Doel van vandaag

Je kunt toelichten wat de gesprekstechniek LSD inhoudt en in een gesprek herkennen of de onderdelen van de LSD-techniek goed worden toegepast.

Je kunt de LSD-gesprekstechniek toepassen op een simpel zakelijk gesprek.

Je leert verschillende gesprekstechnieken herkennen.

Je kunt in gesprekssituaties bepalen welke gesprekstechniek(en) je kunt inzetten



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

LSD-model

Luisteren, Samenvatten, Doorvragen

Luisteren
Actief luisteren: oogcontact, knikken, hummen.
Inleven: “Dat kan ik me voorstellen”
Vermijd slechte gewoonten: afleiding, aanvullen, defensief reageren

Samenvatten
Check of je elkaar goed begrijpt
Houd het gesprek op koers

Doorvragen
Gebruik open vragen (wie, wat, waarom, hoe)
Verdiep het gesprek en voorkomt aannames

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Meer gesprekstechnieken

Naast luisteren, samenvatten en doorvragen zijn er nog 
meer waardevolle gesprekstechnieken.

  • Empathisch vermogen: inleven zonder oordeel.
  • Informeren: duidelijk, geloofwaardig, onderbouwd.
  • Enthousiasmeren: levendig, concreet, coöperatief.
  • Stilte laten vallen: ruimte geven om na te denken.
  • Onderbreken: beleefd, om structuur te brengen.

Slide 8 - Slide

Omgaan met weerstand

Het komt natuurlijk weleens voor dat je gesprekspartner 
geïrriteerd is of raakt.

  • Blijf kalm, vat kritiek niet persoonlijk op.
  • Voorkom discussie, overtuig niet van jouw gelijk.
  • Doorvragen: achterhaal oorzaak van weerstand.
  • Toelichten: misverstanden wegnemen.

Slide 9 - Slide

Assertieve en agressieve boodschap


Assertief = ik-boodschap, redelijke vraag
“Ik heb er last van, zou je hier niet willen roken?”

Agressief = jij-boodschap, verwijtend
“Wil je nou eens ophouden met dat gerook?”

Assertief: op een duidelijke, respectvolle en zelfverzekerde manier voor je eigen mening, rechten of behoeften opkomt, zonder de ander te kwetsen of te overheersen.

Slide 10 - Slide

Ik-boodschap

Met een ik‑boodschap houd je de mededeling dicht bij jezelf. 
De ander kan daar niet al te veel tegen inbrengen. 

Jij-boodschap: ‘U praat wat zacht.’
Ik-boodschap: ‘Ik zou u graag beter willen verstaan, kunt u wat harder spreken?’

Jij-boodschap: ‘U geeft geen antwoord op mijn vraag.’
Ik-boodschap: ‘Ik zit nog steeds met de vraag ...’

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Waar staat de afkorting LSD voor?

Slide 13 - Mind map

Wat is een belangrijke luistervaardigheid
volgens jou bij actief luisteren?

Slide 14 - Mind map

Een gesprek samenvatten doe je
A
Aan het begin van het gesprek
B
Aan het einde van het gesprek
C
Op meerdere momenten tijdens het gesprek

Slide 15 - Quiz

Is onderstaande een open of een gesloten vraag:

Hoe denkt u hierover?
A
open
B
gesloten

Slide 16 - Quiz

Is onderstaande een open of een gesloten vraag:

Heb je wel iedereen ingelicht hierover?
A
open
B
gesloten

Slide 17 - Quiz

Is onderstaande een open of een gesloten vraag:

Is het hier op kantoor gebeurd?​​​​​​


A
open
B
gesloten

Slide 18 - Quiz

Is onderstaande een open of een gesloten vraag:

Wat heb je tot nu toe gedaan hiermee?


A
open
B
gesloten

Slide 19 - Quiz

Hoe kun je jouw gesprekspartner laten zien dat je luistert?


A
Met non-verbale communicatie
B
Met verbale communicatie
C
Door steeds antwoord te geven
D
Door een gesloten houding aan te nemen

Slide 20 - Quiz

Open vragen en gesloten vragen
Open vragen
Beginnen met: wie, wat, waar, waarom, welke
Doel: veel informatie krijgen
Voorbeeld: Hoe denkt u hierover?

Gerichte open vragen
Open, maar specifieker
Doel: relevante antwoorden
Voorbeeld: Wat vindt u van de kwaliteit van ons advies?

Gesloten vragen
Antwoord: ja of nee
Doel: duidelijkheid, gesprek sturen
Voorbeeld: Heeft u onze offerte ontvangen?

Slide 21 - Slide

Opdracht Het bankje

2 personen naast elkaar
- Jullie gaan een gesprek voeren

De interviewer - Begin met vragen stellen over de afgelopen schoolperiode (periode 1)

Gebruik zoveel mogelijk openvragen, bij 3 gesloten vragen ben je af.

De ondervraagde geeft antwoord
Hoeveel vragen kan jij stellen?                           Na 3 minuten draai je van rol.



Introductie
timer
3:00

Slide 22 - Slide

Opdracht LSD

2 personen naast elkaar
- Jullie gaan een gesprek voeren

De interviewer - Begin met vragen stellen over de 
komende kerstvakantie (wat ga je doen, wanneer is de vakantie etc. 

De interviewer gaat vervolgens LSD toepassen op de antwoorden van de gesprekspartner. 

Na 3 minuten draaien jullie van rol.


Introductie
timer
3:00

Slide 23 - Slide

Opdracht Video kijken


Noteer tijdens het kijken wat er met onderstaande bedoeld wordt
OEN:
OMA:
DIK:
LSD:



Introductie

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Aan de slag!
Introductie

Hoofdstuk 4 Gesprekken voeren opdrachten 2, 3, 5, 6, 7 en 8

Beroepsvaardigheden opdracht 19, 20

Test je kennis hoofdstuk 4


Slide 26 - Slide

Wat hebben we geleerd? 


Je kunt toelichten wat de gesprekstechniek LSD inhoudt en in een gesprek
herkennen of de onderdelen van de LSD-techniek goed worden toegepast.

Je kunt de LSD-gesprekstechniek toepassen op een simpel zakelijk gesprek.

Je kunt verschillende gesprekstechnieken herkennen.

Je kunt in gesprekssituaties bepalen welke gesprekstechniek(en) je kunt inzetten.



Introductie

Slide 27 - Slide

Manieren van communicatie
Introductie

Slide 28 - Slide

Hoe kun je aan iemand zien dat hij of zij gespannen is,
zonder dat die persoon dat zegt?

Slide 29 - Mind map

Hoe kun je zien dat iemand niet luistert tijdens een gesprek?

Slide 30 - Mind map

Je ziet twee mensen praten. Hoe kun je aan hun non-verbale
communicatie zien of ze het met elkaar eens zijn?

Slide 31 - Mind map

Groene signalen van non-verbale communicatie
Introductie
Gezicht -> glimlachten, oogcontact, knikken, knipogen, mondhoeken omhoog

Benen/voeten -> uit elkaar, ontspannen, voeten naar voren richting gesprekspartner

Armen/handen -> handen open, handpalmen tonen, bewegen

Houding -> rechtop, schouders gestrekt ontspannen, lang maken

Gedrag -> open houding, contact zoeken en niet wegkijken



Slide 32 - Slide

Signalen van non-verbale communicatie die twijfels weerspiegelen
Introductie
Gezicht -> op de lip bijten, wisselend oogcontact, nee schudden, hoofd schuin, veel met ogen knipperen

Benen/voeten -> wiebelen, tikken, voeten in twee richtingen

Armen/handen -> handen draaien, krabben, friemelen, over de kin wrijven

Houding -> klein, onrustig, gespannen

Gedrag -> nerveus, wegkijken, nerveus over de neus wrijven



Slide 33 - Slide

Rode signalen van non-verbale communicatie
Introductie
Gezicht -> geen oogcontact willen, hoofd een beetje naar beneden, wenkbrauwen fronsen

Benen/voeten -> strak naast elkaar, voeten op de grond, in wegloop houding

Armen/handen -> armen over elkaar, gebalde vuisten, handen achter de rug

Houding -> gesloten, afwijzen, in elkaar

Gedrag -> wegdraaien van gesprekspartner, wegkijken



Slide 34 - Slide

Structuur van een zakelijk gesprek
Introductie
Inleiding
Kern
Afronding


Informatie of advies gesprekken
Verkoopgesprekken
Slecht nieuwsgesprek
Klachten gesprekken



Slide 35 - Slide

Structuur van een zakelijk gesprek
Introductie
Stappenplan voor een verkoopgesprek


Elke letter staat voor een fase helpt je 
om inzicht te krijgen in het verloop van 
het gesprek en om op het juiste moment 
de juiste actie uit te voeren



Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Gesprekssoorten
Introductie
- Informatie- of adviesgesprek 
(goed weten wat de behoeften van de klant zijn, door de juiste vragen te stellen. Eerst open vragen, daarna gesloten vragen (trechteren))

- Verkoopgesprek 
Vocatio-model

- slechtnieuwsgesprek 
Altijd een oplossing voorstellen en luisteren naar de klant. 

- Klachtengesprek
(luister naar de klacht, word nooit emotioneel en blijf vriendelijk, toon begrip, neem de klacht serieus, verdedig je niet en ga niet in discussie, stel vragen, vat de klacht samen, geef informatie over de procedure, kom samen tot een oplossing, sluit het gesprek af en registreer de klacht)

Slide 38 - Slide

Op pad! (ruilen, praten en waarde creëren)
Introductie
Je gaat met jouw duo-collega op pad (het centrum van Hoogeveen) met slechts één ballpointpen.


Jullie missie
Door middel van klantgerichte gesprekken en overtuigende communicatie proberen jullie de pen te ruilen voor iets met meer waarde. En daarna nóg een keer. En nóg een keer… totdat jullie met iets veel waardevols terugkomen!

Diegene die terugkomt met de meeste waarde verdient een lunchbon in de Eat & Meat


Slide 39 - Slide

Aan de slag!
Introductie


Hoofdstuk 4 Gesprekken voeren opdrachten 2, 3, 5, 6, 7 en 8

Test je kennis hoofdstuk 4

Beroepsvaardigheden opdracht 19, 20
Daarna deelopdracht 4

Slide 40 - Slide

Vandaag

Terugblik ruilspel 

Studentenarena

Deelopdracht 4 (VOCATIO)

Afronden (alle) opdrachten boek (week 1 t/m week 4) 

Slide 41 - Slide

Terugblik ruilspel

  • Maak 2-tallen. 
  • Bespreek in 30 seconden hoe je spel is verlopen.
  • Na 30 seconden mag de ander zijn spel toelichten.

  • Zoek een nieuw 2-tal en herhaal bovenstaande. 

timer
0:30

Slide 42 - Slide

Studentenarena

Slide 43 - Slide

Vocatio model
Wat is het?

1:  Zoek informatie in je boek / internet
2: Noteer de informatie en lees goed wat het inhoudt
3: Leg het VOCATIO model uit aan je buurman/buurvrouw (zonder je 
aantekeningen te lezen).

timer
15:00

Slide 44 - Slide

Vocatio model

Slide 45 - Slide

Deelopdracht 4
Je hebt de bezoeker ontvangen. Nu ga je het gesprek met hem of haar aan. Ieder type bezoeker heeft andere verwachtingen en behoeftes: 
- De nieuwe uitzendmedewerker heeft vragen over de intake, functie-inhoud en werktijden.
- De vaste klant wil duidelijkheid  over de nieuwe plaatsing van een medewerker.
- De vertegenwoordiger is benieuwd wat PFdu doet en of samenwerking mogelijk is. 

Slide 46 - Slide

Deelopdracht 4
Kies één van de drie bezoekers

- gebruik de rolkaart.
- voer het gesprek in tweetallen (één persoon is bezoeker, één persoon is communicatiemedewerker)
- daarnaast is één student observator (dus je hebt 3-tallen)

Begin eerst met het voorbereiden van het gesprek, schrijf een aantal vragen op. Gebruik het vocatio-model. De bezoeker bereid zich ook vast voor (bedenk wat je allemaal gaat zeggen). 

Duur 5-7 minuten, daarna wisselen van rol

Uiteindelijk bespreken wat beter kon en reflectieformulier invullen. 

Wat lever je in? Gemaakte voorbereiding per gesprek, ingevuld reflectieformulier per gesprek

Slide 47 - Slide

Deelopdracht 4 kort nabespreken

Slide 48 - Slide

Opdrachten boek

Slide 49 - Slide

Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer👋

Slide 50 - Slide