taal, vergelijkingen met en zonder als

Taal
Vergelijkingen met en zonder als
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Taal
Vergelijkingen met en zonder als

Slide 1 - Slide

Pas op, de rand van de zaag is ..............scherp!
A
zand
B
dons
C
mes

Slide 2 - Quiz

Het is al weken heel erg droog.

Het is al weken ............droog.

Slide 3 - Open question

Is de vergelijking met of zonder 'als'?

Fay lacht als een boer met kiespijn.
A
met 'als'
B
zonder 'als'

Slide 4 - Quiz

Het toetje was lekker.
Het ging erin als ..........!
A
taart
B
koek
C
snoep
D
kauwgom

Slide 5 - Quiz

Er word hier veel gekletst!

Het is hier net een ...............hok!

Slide 6 - Open question

Ik heb al zes uur niks gegeten. Ik heb honger als een ..............!
A
paard
B
koe
C
kip

Slide 7 - Quiz

Is de vergelijking met of zonder 'als'?

Tygo ruimt zijn kamer in een sneltreinvaart op.
A
met 'als'
B
zonder 'als'

Slide 8 - Quiz

Yke schreef haar naam in heel grote letters.
Ze schreef haar naam in ............ letters.
A
muizen
B
schapen
C
koeien

Slide 9 - Quiz

De dief ging er als een ............. vandoor!

Slide 10 - Open question

Ik voel me heel erg vrij!

Ik voel me zo vrij als een ..............!
A
eenhoorn
B
vogel
C
sprinkhaan

Slide 11 - Quiz