Gedrag herhaling

Herhalen

1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhalen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
-Aan het einde van deze les kan weet je welke leerdoelen je nog extra aandacht moet geven.
-Aan het einde van deze les ben je begonnen met je eigen manier van leren voor de toetsweek
-Aan het einde van deze les weet je waar je alles kan vinden om te leren voor de eindtoets.

Slide 2 - Slide

Wat is gedrag?
A
Alles wat mensen doen
B
Alles wat dieren doen
C
Alles wat mens en dier doet
D
Alles wat planten, dieren en mensen doen

Slide 3 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
persoon laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen

Slide 4 - Quiz

Een verkeerslicht springt op rood. De fietser stopt door te remmen en af te stappen.

Wat is in dit voorbeeld de respons?
A
het rode verkeerslicht
B
de fietser
C
de fietser stopt
D
het verkeerslicht

Slide 5 - Quiz

Een verkeerslicht springt op rood. De fietser stopt door te remmen en af te stappen.

Uit hoeveel handelingen bestaat het gedrag 'stoppen'?
Het antwoord staat in de tekst.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van de balts?
A
Te laten zien dat je een goede partner bent en je wilt paren.
B
De vrouwtjes te beschermen in de groep
C
Je laat zien hoe dominant je bent

Slide 8 - Quiz

Wat is conditioneren?
A
Leren door vallen en opstaan
B
gedrag dat door beloning of straf wordt aangeleerd
C
Leren door andere dieren na te doen
D
Leren door waarden en normen te gebruiken

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 10 - Quiz

Welk gedrag kiezen dieren?
gedrag dat ........
A
Voor hun het beste uitkomt
B
Voor hun het leukst is
C
De kans op overleven het grootst maakt
D
Zomaar, ze denken er niet over na

Slide 11 - Quiz

inwendige prikkel
uitwendige prikkel
dorst
geluid
vermoeidheid
voedsel
kou
hormonen

Slide 12 - Drag question

Hoe noem je de rangorde bij kippen?

Slide 13 - Open question

Sleep het gedrag bij de foto waar die gedrag is afgebeeld.
territoriumgedrag
dreiggedrag
imponeergedrag

Slide 14 - Drag question

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 15 - Drag question

Sam zegt: "Een ethogram bestaat uit de beschrijving van handelingen van een dier."

Bas zegt: "Een ethogram bevat afkortingen van handelingen van een dier."

A
Beide hebben gelijk
B
Sam heeft gelijk
C
Bas heeft gelijk
D
Beide hebben ongelijk

Slide 16 - Quiz


Door welk proces leert een dolfijn op commando een bel te luiden in het Dolfinarium?
A
trial and error
B
inprenting
C
gewenning
D
conditionering

Slide 17 - Quiz

Wat betekent objectief?
A
Je mening geven
B
Je houden aan de feiten
C
Een object bekijken
D
Objectieven gebruiken

Slide 18 - Quiz

Wat is ethologie?
A
De studie over eten
B
De studie over vroeger
C
De studie over geloof
D
De studie over gedrag

Slide 19 - Quiz

Gedragsketen
Protocol
Ethogram

Slide 20 - Drag question

In een groep kippen is een bepaalde rangorde. Deze rangorde, de zogenaamde pikorde, bepalen de kippen door elkaar te pikken. De meest gepikte kip staat onderaan in de pikorde. Aan de hand van een ethogram wordt van vijf kippen de pikorde bepaald.
Het resultaat is hieronder weergegeven. Een pijl wijst naar de kip die door een ander wordt gepikt.
Bepaal met behulp van de afbeelding de pikorde van de kippen.
Welke kip staat bovenaan in de pikorde?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz

Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 22 - Drag question

Bij ... is sprake van het gedrag dat van soortgenoten wordt gekopieerd.
A
Inzicht
B
Overspronggedrag
C
Imiteren
D
Aangeboren

Slide 23 - Quiz

Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 25 - Quiz



Wat zie je in de afbeelding?

A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel

Slide 26 - Quiz

In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding).
Geef de naam van de neushoorn die het laagst in de rangorde staat
A
Rita
B
Klara
C
Dora
D
Arnold

Slide 27 - Quiz

Hoe heet zo'n lijst met afkortingen zoals je hiernaast ziet?
A
ethogram
B
protocol

Slide 28 - Quiz


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop staat hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop staat hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 29 - Quiz

Om ruzie en verwondingen te voorkomen is er binnen groepen vaak sprake van een ... .
A
Rangorde
B
Pikorde
C
Intimideren
D
Inzicht

Slide 30 - Quiz

Mira is aan het buiten spelen. Ze krijgt het warm en trekt haar jas uit.
Is het uittrekken van haar jas een respons op een inwendige of op een uitwendige prikkel?
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel

Slide 31 - Quiz

Het gedrag van een politiehond is:
A
aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 32 - Quiz

Hoe noem je een klein stukje gedrag?
A
Gedragje
B
Handeling

Slide 33 - Quiz

Hoe noem je een verandering in de omgeving waar een mens of dier op reageert?
A
Gedrag
B
Emotie
C
Een prikkel
D
Gevoel

Slide 34 - Quiz

Een pad die een vijand ziet, maakt zich dik en gaat omhoog op de poten staan.

Hoe noemen we dit gedrag?

A
baltsgedrag
B
imponeergedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag

Slide 35 - Quiz

Sleep naar het bijbehorende vakje
groeps druk
Normen
waarden
Rol patroon

Slide 36 - Drag question

Bonobo's zijn apen die elke ruzie of probleem goed maken met een vrijpartij. Bij de bonobo's wordt dus veel gevrijd.

Hoe noem je dit gedrag?

A
Balts
B
Sociaal gedrag
C
Dreiggedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 37 - Quiz

Een gevoelig zintuig heeft een lage drempelwaarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

Een hondenbezitter die het gedrag van zijn hond bestudeert is een etholoog.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

Waarden zijn gedragsregels voor mensen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

Bokserkrabben kunnen met hun kleine scharen maar weinig kracht zetten. Toch kunnen ze zich er goed mee verdedigen. Dat doen ze door in beide scharen een giftig zeeanemoontje vast te klemmen. Als een roofvis nadert, zwaait en stompt een bokserkrab met zijn scharen naar de aanvaller.

Welk gedrag heeft zo'n bokserkrab dan?
A
aanvalsgedrag
B
baltsgedrag
C
dreiggedrag
D
overspronggedrag

Slide 41 - Quiz

Een kat die bij je komt, langs je benen wrijft en je kopjes geeft, doet dit om de eigen geur aan jou mee te geven.

Waarvan is het markeergedrag van katten een voorbeeld?

A
broedzorg
B
groepsgedrag
C
territoriumgedrag
D
voortplantingsgedrag

Slide 42 - Quiz

Iemands kleding kan een duidelijk signaal uitzenden.
Noteer twee signalen die een politie-uniform uitzendt.

Slide 43 - Open question

In een bos bevinden zich veel overlappende territoriums van allerlei verschillende diersoorten.
Leg uit dat het geen probleem is dat deze territoriums elkaar overlappen.

Slide 44 - Open question