Lezing; de wereld wordt kleiner

timer
0:45
Globalisering
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

timer
0:45
Globalisering

Slide 1 - Mind map

Toenemende transportmogelijkheden
  • Leerdoel 1 rood; Je beschrijft en verklaart de ruimtelijke gevolgen van toenemende transportmogelijkheden in Nederland.
  • Leerdoel 2 rood; Je beschrijft dat jij verbonden bent met de mondiale samenleving.

  • Leerdoel 1 wit; Je beschrijft de gevolgen van transporttechnische ontwikkelingen voor de wereldhandel.
  • Leerdoel 2 wit; Je legt uit hoe jij verbonden bent met de mondiale samenleving.

Slide 2 - Slide

Nederland transportland
Nederland is een transportland en heeft twee belangrijke mainports;
  1.    Schiphol
  2.    De haven van Rotterdam

Deze mainports importeren en exporteren enorm veel goederen. Daarnaast zijn dit ook doorvoerhavens
Infrastructuur is erg belangrijk voor havens als Schiphol en Rotterdam. Wegen, spoorwegen, waterwegen en zelfs internet zijn voorbeelden van infrastructuur.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Transport van toen tot nu
Vroeger was het een hele onderneming om naar de andere kant van Nederland te reizen. Nu duurt dat nog maar drie uur.

De eerste stoomboot komt uit 1783, de eerste stoomtrein uit 1839. Sinds er boten, treinen auto's ect. zijn is de inrichting van
Nederland enorm veranderd.

Slide 5 - Slide

Waar komen jouw spullen vandaan?
Kijk eens op een van de labels in je kleding. Waar komt het vandaan? Wat valt je op?

Slide 6 - Slide

Wanneer een Nederlandse haven een doorvoerhaven is...
A
Gaan producten van een land naar Nederland
B
Gaan producten via Nederland naar een ander land
C
Gaan producten uit Nederland naar een ander land.

Slide 7 - Quiz

Noem twee voorbeelden van infrastructuur.

Slide 8 - Open question

Sociale media
  • Leerdoel 3 rood; Je verklaart de ontwikkelingen op mediagebied.
  • Leerdoel 4 rood; Je beschrijft en verklaart de ruimtelijke gevolgen van toenemende transportmogelijkheden in Nederland.

  • Leerdoel 3 wit; Je beschrijft de gevolgen van de ontwikkeling op mediagebied in de wereld.
  • Leerdoel 4 wit; Je beschrijft de gevolgen van transporttechnische ontwikkelingen voor de wereldhandel.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Communicatie
Het doel communicatie is het overbrengen van een bepaalde boodschap op iemand anders. Deze boodschap bevat 
informatie, die bestaat uit gedachten, gevoelens en/of gedrag.

Slide 11 - Slide

Nieuwe  media
Facebook, twitter en instagram zijn voorbeelden van nieuwe media.

Slide 12 - Slide

Welke social media gebruik jij?

Slide 13 - Open question

Wat is het verschil tussen het gebruik van mobiele telefoon in arme landen en in Nederland?

Slide 14 - Open question

Wereldeconomie
  • Leerdoel 5 rood; Je licht het verband tussen arbeidsverdeling en welvaart in de wereld toe.
  • Leerdoel 6 rood; Je beschrijft verschillende economische regio's op wereldschaal.

  • Leerdoel 5 wit; Je licht de gevolgen van de veranderende internationale arbeidsverdeling voor verschillende gebieden toe.
  • Leerdoel 6 wit; Je beschrijft verschillen tussen economische regio’s op wereldschaal.

Slide 15 - Slide

Wat is arm?
Je kan spreken van armoede wanneer mensen zich niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften;
  • Schoon water
  • Voedsel
  • Kleding
  • Huisvesting
  • Gezondheidszorg

Slide 16 - Slide

Wat is arm?
Een ontwikkelingsland is een land met armoede. De meeste mensen werken in de landbouwsector. Er werken weinig mensen in de dienstensector.

Ontwikkelingslanden lopen achter op technologisch, economisch, wetenschappelijk en medisch vlak.

Slide 17 - Slide

Van grondstof tot consument
Het shirt wat je nu draagt is waarschijnlijk van katoen. Katoen groeit in warme en droge landen. Van het katoen worden garen gesponnen en van die garen worden lappen stof gemaakt. Die lappen stof worden geverfd, vervolgens wordt er een shirt van gemaakt in een atelier.

Veel van deze stappen uit het productieproces worden gemaakt in lagelonenlanden. Hier is ook vaak sprake van kinderarbeid.

Slide 18 - Slide

Global shift
Global shift is een begrip met twee betekenissen;
  1.    Het totale proces van globalisering, de wereldeconomie heeft steeds minder last van afstanden en grenzen. De wereld lijkt steeds kleiner te worden!
  2.    Het economisch zwaartepunt lijkt te verschuiven van de Atlantische kusten naar de Pacifische kusten. Vroeger had Nederland de grootste haven, maar tegenwoordig hebben de Chinezen ons ingehaald!

Slide 19 - Slide

Eerlijke handel
Fairtrade staat voor eerlijke handel. Dit betekent dat fairtrade producten zijn gemaakt onder goede omstandigheden, voor een eerlijk loon. 
WTO staat voor world trade organisation. De WTO bekijkt of men zich aan de gemaakte afspraken houdt.

Slide 20 - Slide

Wat is geen eerste levensbehoefte?
A
Water
B
Voedsel
C
Kleding
D
Internet

Slide 21 - Quiz