Paradigma's

Herhaling Hoofdstuk 11
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 11

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Politieke kenmerken 
  1. Politieke bindingen zijn ingebed in bureaucratisch georganiseerde nationale staten en onderdeel van een mondiaal statensysteem.
  2. Er is sprake van volkssoevereiniteit
  3. De macht van de overheid wordt beperkt door de in de rechtsstaat verankerde grondrechten van de burgers.
  4. De overheid garandeert sociale grondrechten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Economische kenmerken 
  1. Hoge mate van rationalisering en arbeidsdeling
  2. Er is sprake van een kapitalistisch systeem en een geglobaliseerde wereldmarkt.
  3. Gemengde economieën: de overheid oefent veel invloed uit met regels. 
  4. Er is sprake van een kenniseconomie. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Demografische kenmerken 
  1. De bevolking concentreert zich in stedelijke gebieden (urbanisatie).
  2. Heterogene samenstelling van de bevolking: divers qua herkomst, opleidingsniveau, inkomen, levensbeschouwing etc.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sociaal-culturele kenmerken 
  1. Moderne samenlevingen zijn sterk afhankelijk van technisch-wetenschappelijke kennis. 
  2. Secularisering: verwereldlijking
  3. Focus op zelfontplooiing en persoonlijke autonomie
  4. Scheiding tussen de private en publieke sfeer. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Sociale integratie
Burgers raken in een moderne samenleving steeds meer politiek en economisch met elkaar verbonden.

Als gevolg neemt de Sociale Cohesie toe. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sociale integratie
Versterking van de sociale integratie door o.a.: 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kanttekeningen
Kanttekeningen bij de sociale cohesie in een moderne samenleving:

Globalisering
Social media
Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving

Slide 8 - Slide

Bespreek bij deze dia de verschillende kanttekeningen wat betreft sociale cohesie in de moderne samenleving (pagina 234).
Kanttekeningen bij de moderne samenleving
  1. Mensen hebben een passieve en afhankelijke levensstijl gekregen
  2. Het risico van een persoonlijke identiteit die gespleten en instabiel is
  3. Afhankelijkheid van technologie
  4. Zelfsturing wordt verlangd, maar dit is niet voor iedereen te bereiken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Paradigma's 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Rationele actor-paradigma
Het handelen van zowel een individu als van het collectief wordt gezien als gevolg van logische afwegingen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
  1. Handelingsmogelijkheden doelgericht afwegen met een rationele afweging van kosten en/of baten
  2. Rationeel handelen van actoren ordent de samenleving 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
3. Handelen vanuit een afweging tot nutsmaximalisatie door het individu kan nadelige gevolgen hebben voor het collectief

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Conflict-paradigma
Groepen voeren in de samenleving een belangenstrijd met elkaar

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
  1. Ongelijkheden in de samenleving zijn het gevolg van machtsverschillen
  2. Ongelijkheden leiden uiteindelijk tot tegenstellingen, conflicten of strijd

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
3. Strijd kan resulteren in het verdwijnen van ongelijkheden
4. Na strijd kan gelijkheid ontstaan, maar na verloop van tijd zijn er weer nieuwe vormen van ongelijkheid

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Functionalisme-paradigma
Aanhangers van het functionalisme-paradigma zien de samenleving als een organisme, een functioneel systeem dat uit geordende onderdelen bestaat.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
1. Iedere samenleving bestaat uit onderdelen die noodzakelijk zijn voor het algehele functioneren. 
2. Alle onderdelen van een samenleving hebben een functie binnen het systeem.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
3. Als de externe omstandigheden veranderen, dan zal de samenleving een nieuw evenwicht vinden. 
4. Gemeenschappelijke normen en waarden, gemeenschappelijke overtuigingen en sociale instituties functioneren als sociale stabilisatoren.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Sociaalconstructivisme-paradigma
Wetenschappers die redeneren vanuit dit paradigma benadrukken de wijze waarop mensen samen de maatschappelijke werkelijkheid interpreteren en definiëren en van daaruit construeren. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
1. Actoren geven samen betekenis aan de sociale werkelijkheid, oftewel interpreteren in sociale interactie de sociale werkelijkheid. 
2. De betekenisgeving aan of de interpretatie van de sociale werkelijkheid hangt af van bijvoorbeeld regels, opvattingen, normen en waarden, en niet zozeer van objectieve feiten.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke aannames
3. In een samenspel van sociaal handelen, sociale interactie en interpretaties/betekenissen construeren actoren de sociale werkelijkheid.
4. Actoren construeren de sociale werkelijkheid steeds opnieuw in een voortdurend proces. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Rationalisering en paradigma's
Functionalisme-
paradigma
Arbeidsdeling en specialisatie zijn belangrijk voor functiedifferentiatie. Dit leidt tot bevordering van de welvaart maar ook kan leiden tot tekorten.
Conflict-paradigma
Rationalisering leidt tot ongelijke verhoudingen in de samenleving en tot vervreemding. 
Rationele-actor paradigma
Door rationalisering kunnen actoren in toenemende mate het proces beheersen om eigen doelen te bereiken. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions