Eten en drinken

Goedemiddag!
Welkom bij de les
Hoe gaat het?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Goedemiddag!
Welkom bij de les
Hoe gaat het?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Je herhaalt wonen
  • Je leert over eten en drinken

Slide 2 - Slide

Zeg een woord
Opdracht: Welke woorden weet je nog over wonen?

het huis, ... 
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Praat samen
Opdracht: Kijk naar het plaatje. Wat zie je? Praat samen.

Slide 4 - Slide

Programma

Slide 5 - Slide

Werkwoord kopen
ik koop
jij / u koopt
zij / hij koopt
wij / jullie / zij kopen

Koop ik?
(!) Koop jij? Koopt u?
Koopt zij / hij / u?
Kopen wij / jullie / zij?

Slide 6 - Slide

Zinnen maken
Zo maak je een goede zin: 








Bijvoorbeeld (наприклад): Ik - koop - morgen - kaas - bij de supermarkt.

Slide 7 - Slide

4.1 Boodschappen doen
Opdracht 1 en 2: Lees eerst de vraag. Lees dan de tekst. Schrijf het antwoord.

  1. Wat koopt Julia op de markt?
  2. Wat koopt Julia bij de bakker?
  3. Waar koopt Julia vlees?
  4. Waar doet Max boodschappen?
  5. Wat koopt Max?
  6. Wie koopt appels?

Klaar? Maak 4.1
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden
  1. Wat koopt Julia op de markt? Julia koopt appels en groenten.
  2. Wat koopt Julia bij de bakker? Julia koopt brood bij de bakker.
  3. Waar koopt Julia vlees? Julia koopt vlees bij de slager.
  4. Waar doet Max boodschappen? Max doet boodschappen bij de supermarkt.
  5. Wat koopt Max? Max koopt koffie, boter en suiker.
  6. Wie koopt appels? Julia koopt appels.

Slide 9 - Slide

Praat samen
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Soep koken

Slide 11 - Slide

Luisteren: waar of niet waar?

Slide 12 - Slide

Ontbijt, lunch en avondeten

Slide 13 - Slide

Ontbijt, lunch en avondeten

Slide 14 - Slide

Ontbijt, lunch en avondeten

Slide 15 - Slide

Praat samen

Slide 16 - Slide

Aan tafel!

Slide 17 - Slide

Aan tafel!

Slide 18 - Slide

Aan tafel!

Slide 19 - Slide

Einde van de les
Op het bord staan letters. De letters staan door elkaar.
Welke woorden zie je? Schrijf de woorden op.
timer
10:00

Slide 20 - Slide

timer
10:00

Slide 21 - Slide

timer
10:00

Slide 22 - Slide