(Week 3) 2B les 1

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Log vast even in via lessonup.app,

gebruik de code linksonder

NIET EI MAAR IE

Wenen

WIE/WAT + gez
=
onderwerp

1. Richtig
2. Falsch

WAT + gez + ow
=
meewerkend voorwerp

1. Richtig
2. Falsch

WAT + gez + ow
=
lijdend voorwerp

1. Richtig
2. Falsch

AAN/VOOR WIE + gez + ow
=
meewerkend voorwerp

1. Richtig
2. Falsch

1e naamval betekent:

3e naamval betekent:

4e naamval betekent:

Essen wir heute

Suppe 

1. 1e
2. 3e
3. 4e

A. Zinsontleding (Satzanalyse)
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een zin?

1. Ja!
2. Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
3. Ik snap er niks van.

Oefen met de grammaticatrainer (Versterk jezelf) online

+

8, 9, 10

Planung

Grammatik A + Lektion 1 K3

MITTWOCH

DONNERSTAG

FREITAG

Grammatik B + Lektion 1 K3

Handbuch starke Verben ''ie'' S.91