(Week 7) 3M les 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Aufgepasst!

Woche 13 - 29. März - 4. Apr

PTD 303 Prüfung 

Kapitel 4 + ½ Kapitel 5

Woche 14 4. Apr - 11. Apr

PTD 304 Prüfung

Kijk en luistervaardigheid

Programm

• Grammatik D Zinsontleding Seite 36
• Aufgaben 7 und 8

WIE/WAT + gez
=
onderwerp

1. Richtig
2. Falsch

WAT + gez + ow
=
meewerkend voorwerp

1. Richtig
2. Falsch

WAT + gez + ow
=
lijdend voorwerp

1. Richtig
2. Falsch

AAN/VOOR WIE + gez + ow
=
meewerkend voorwerp

1. Richtig
2. Falsch

1e naamval betekent:

3e naamval betekent:

4e naamval betekent:

Essen wir heute Suppe?

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Mein  Bruder ist 18 Jahre alt. 

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Der Arzt gibt dem Mann ein Rezept.
dem Mann = ow - lv - mv ?

Planung

Hausaufgaben 

4.5 Aufgaben 7,8

Lernen:

O Lernbox Lektion 4.5: Wortschatz (Wiederholung)

O Grammatik D

Freitag

Bijles? Aanmelden per mail!