Fictie - Show, don't tell

Nederlands - Fictie

Creatief schrijven
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands - Fictie

Creatief schrijven

Slide 1 - Slide

Na deze les
- kun je woorden en zinnen anders opschrijven
- is je variatie in woordgebruik verbeterd
- weet je hoe Show, don't tell werkt in verhalen

Slide 2 - Slide

Verzin zoveel mogelijk woorden
voor het woord: jongen

Slide 3 - Mind map

Verzin zoveel mogelijk woorden
voor het woord: meisje

Slide 4 - Mind map

Geef zoveel mogelijk
voorbeelden van: fobieën

Slide 5 - Mind map

Omschrijf
een leuke gebeurtenis

Slide 6 - Mind map

Show, don't tell
Laat je lezer zien wat er gebeurt, zonder het te vertellen

Slide 7 - Slide

Show, don't tell

Oftewel: de kunst van het weglaten.

Slide 8 - Slide

Deze tekst laat iets te raden over
Een traan liep langs haar wang. Sue slikte, maar haar keel bleef dichtgeknepen. Haar ogen flitsten heen en weer, zoekend naar een uitweg. Ze zat bibberend in de hoek en verwachtte dat er ieder moment iets kon gebeuren.

Slide 9 - Slide

Deze tekst laat niks te raden over
  • Sue voelde zich verdrietig en angstig.

Tja, bedankt voor de info...

Slide 10 - Slide

Waarom Show, don't tell?
  • Je raakt betrokken
  •                                Ervaren ipv medegedeeld
  • Met meer woorden geef je meer details
  •                                Dus interessanter
  • De lezer wil weten wat er aan de hand is
  •                                Cliffhanger
  • Er ontstaat meer sfeer en spanning in je verhaal

Slide 11 - Slide

  • Dus niet:
  • Hij vermoedde dat ze hem bedroog.


  • Maar wel:
  • Toen ze even naar de keuken was, greep hij direct haar telefoon en zocht haar sms’jes op. Waren er onbekende mannennamen bij?


Cliffhanger!

Slide 12 - Slide

  • Dus niet:
  • Hij vermoedde dat ze hem bedroog.


  • Maar wel:
  • Toen ze even naar de keuken was, greep hij direct haar telefoon en zocht haar sms’jes op. Waren er onbekende mannennamen bij?


Cliffhanger!

Slide 13 - Slide

Hoe?
Beschrijf: 

  • zintuigen (zij zag....hij luisterde...)
  • lichaamstaal (stoer sprak zij hem aan door stevig te staan en ...)
  • beeldspraak (hij was zo kalm als de saaie busreis van Waddinxveen naar Rotterdam)

Slide 14 - Slide

Nu jullie!

Je kunt dit niet fout doen. 

De bedoeling is dat je ermee oefent het zelf ervaart :)

Slide 15 - Slide

Herschrijf: "Hij verveelde zich zo."

Probeer 'verveelde' niet te gebruiken.

Slide 16 - Open question

Hij verveelde zich zo.

  • ‘Hij hoorde de klok eindeloos tikken, maar wist niet meer hoe lang de tijd al duurde. De stilte van het huis drukte zijn schouders naar beneden. Hoe lang zouden opa en oma nog slapen? Zijn boek had hij uit. Buiten liep een man gebogen tegen de wind in. Hij keek naar zijn nagels.’

Slide 17 - Slide

Ik was verdrietig en woedend tegelijk.

Vermijd 'verdrietig' en 'woedend'

Slide 18 - Open question

Ik was verdrietig en woedend tegelijk.
​Ik zat met mijn armen rond mijn benen op de stoeprand voor het huis. Mijn ogen prikten en door de tranen heen kon ik de fietsen, die aan de overkant van de weg tegen een boom stonden, nog net van elkaar onderscheiden. Ik hoorde mijn bloed in mijn oren suizen en mijn hart haalde de bpm’s van een technoplaat. Langzaam veranderden mijn handen, die zich om m’n knieën hadden gevouwen, in een set vuisten die in mijn gedachte allang op het hoofd van Thomas waren neergestreken. De nare smaak die zijn opmerkingen over mijn gehandicapte zusje in mijn mond hadden achtergelaten, mixte zich langzaam met de resten alcohol en bittergarnituur die tussen mijn tanden kleefden. Het werd een giftige cocktail die me bijna deed kokhalzen. Ik was klaar met zijn gladde gelhoofd en zijn nog gladdere praatjes. Ik zal Thomas eens laten voelen hoe het is om gehandicapt te zijn. 

Slide 19 - Slide

Show, don't tell
1.  Kies een van de volgende twee tekstfragmenten
2. Schrijf het verhaal op je eigen, unieke manier verder. Er mag een einde aan zitten, maar je kunt het verhaal ook 'open' laten.
3. Maak een foto van je verhaal en lever het in op Classroom





onderdeel van je cijfer voor fictie :)

Slide 20 - Slide

Fragment I
Anna en ik zijn aan het winkelen. Bij de drogist in het winkelcentrum ziet ze een vuurrode lipstick. “Even proberen, hoor!”, roept ze vrolijk. Ze smeert wat op haar lippen en samen kijken we in de spiegel. “Hoe staat het?” vraagt Anna me. Voordat ik kan antwoorden, opent ze de rits van het zijvakje van haar heuptas en laat de lipstick er soepel inglijden. “Kom, we gaan.” zegt ze  vastberaden en wandelt met het grootste gemak langs de beveiliger die vijf meter verderop een paar gevallen parfummetjes terug in de schappen zet. Ze rekent niets af. Ik sta aan de grond genageld en weet niets uit te brengen...

Slide 21 - Slide

Fragment II
Het was een zonnige morgen in de lente van 2021. Rosita (13) uit Rotterdam was vroeg opgestaan. Ze liep naar beneden, naar de open keuken die via een deur is verbonden met de garage. In de deur zit glas, dat er ineens heel donker uitzag. 
Na het openen van de deur verspreidde giftige rook  zich 
ontzettend snel om Rosita heen. Ze raakte in paniek. Hierdoor verstomde ze volledig, want ze kon geen woord meer uitbrengen. “Brand!”  wilde ze schreeuwen, maar haar mond weigerde dit uit te voeren. Zwarte, verstikkende rook verspreidde zich rondom Rosita. Ze zag letterlijk geen hand meer voor ogen en...

Slide 22 - Slide