V3 5 november 2024

V3, le 5 novembre 2024
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V3, le 5 novembre 2024

Slide 1 - Slide

Planning 5/11:
- intro: les vacances d'automne/ Taaldorp
- wederkerende ww en imparfait: theorie + oef
- Klaar? Leren voor PW

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: na deze les heb je
- verteld wat je in de herfstvakantie hebt gedaan
- heb je kennis genomen van het Taaldorp 
- heb je de theorie van de wederkerende ww en de imparfait & herhaald en toegepast

Slide 3 - Slide

Intro: tu parles de tes vacances!
Pendant les vacances d'automne:
- j'ai regardé un film
- j'ai joué à la console
- j'ai fait du shopping
- ...............................


Slide 4 - Slide

Taaldorp

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wanneer gebruik je de imparfait? 
Om te vertellen hoe iets was in het verleden(1). Ook om over een gewoonte te vertellen.(2)

1. De film was geweldig     =       Le film était génial!
2. Vroeger speelde ik gitaar    =   Autrefois, je jouais de la guitare


Slide 15 - Slide

Hoe maak je de imparfait?
Neem de stappen hierna over 

Slide 16 - Slide

Stap 1: nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:

(donner=geven)                     (nous) donnons
(avoir=hebben)                       (nous) avons
(faire=maken,doen)             (nous) faisons
(prendre=nemen)                  (nous) prenons
(finir=eindigen)                       (nous) finissons

Slide 17 - Slide

Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:

(donner) donnons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 18 - Slide

Stap 3: achter de stam zet je de  uitgang:


(Zie volgende dia)

Slide 19 - Slide

"

Slide 20 - Slide

Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(

Slide 21 - Slide

De stam van être = ét
Dus:
j'étais = ik was
tu étais = jij was
il était = hij was
nous étions = wij waren
vous étiez = jullie waren/u was
ils étaient = zij waren

Slide 22 - Slide

Let op:
De verleden tijd van il y a = Il y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 23 - Slide

AU TRAVAIL!

- Oefening wederkerende ww en imparfait

- Klaar? Leren voor PW

Slide 24 - Slide

À vendredi!

Slide 25 - Slide