Les 1 Inleiding TRIAGE

 Inleiding TRIAGE
1 / 25
next
Slide 1: Slide
praktijkscholing doktersassistentMBO

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 Inleiding TRIAGE

Slide 1 - Slide

Over deze e-learning module
In deze Lessonup module maak je kennis met het vak Triage (Praktijkscholing). D.m.v filmpjes, slides, websites, vragen en opdrachten kom je erachter wat Triage is, waar en wanneer dit wordt toegepast, welke soorten er zijn en leer je de Triagewijzer te gebruiken. Veel succes!

Bekijk het volgende filmfragment dat een gedeelte bevat van de film: Triage is Topsport

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is triage?
Triage is de urgentie van de hulpvraag beoordelen.
Op basis daarvan wordt de vervolgactie gekozen.

Voorbeeld:
Meneer de Bruin belt of de dokter wil langskomen (hulpvraag). Door het stellen van de juiste vragen (triagegesprek) wordt het duidelijk dat meneer binnen een uur door een arts gezien moet worden (urgentie bepalen). De arts legt een spoedvisite af (vervolgactie)

Slide 4 - Slide

Doel van triage
Doel van triage is het onderverdelen (sorteren) van hulpvragen in verschillende categorieen verdeeld naar de ernst van de verwondingen of ziektebeeld.


Slide 5 - Slide

Waar wordt gebruik gemaakt van triage?
-( Meldkamer) ambulancedienst (112)
- Spoedeisende Hulp
- Huisartsenpost
- Huisartsenpraktijk!


Slide 6 - Slide

Telefonische Triage
(bellen)
Fysieke Triage
(levende lijve)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

 Doktersassistent & Triage
- Urgentiebepaling van hulpvraag: hoeveel spoed?
- Inschakelen van juiste hulp: ambulance/ tandarts/ visite/afspraak/advies

- Denken in toestandsbeelden! Niet in aannames en diagnoses

Slide 9 - Slide

NHG triagewijzer
Voor de triage maken we gebruik van de NHG triagewijzer. 
Deze is verkrijgbaar zowel digitaal als in boekvorm verkrijgbaar.

De triagewijzer bestaat uit 56 ingangsklachten (tabbladen). Daarnaast zijn er algemene pagina's over o.a.:
- ABCDE
- Reanimatie
- Kinderreanimatie
- Pijnbeoordeling

Slide 10 - Slide

Waar staat de afkorting NHG voor?
A
Nationale Huisartsen Groep
B
Nederlands Huisartsen Genootschap
C
Nationale Huisartsen Geneeskunde
D
Noord Hollandse Geneeskunde

Slide 11 - Quiz

En waar staat de afkorting NTS voor?
A
Nederlandse Triage Standaard
B
Nederlandse Triage Statistieken
C
New Trauma System
D
Nieuwe Thuisarts Site

Slide 12 - Quiz

Ingangsklachten
De triagewijzer is opgedeeld in tabbladen met algemene ingangsklachten. 

De eerste 30 seconden van het gesprek wordt de meeste informatie gegeven. Stel daarna open vragen om zo te herleiden wat het 'hoofdprobleem' is . Kies daarna pas de ingangsklacht (tabblad)

Slide 13 - Slide

4 vaste onderdelen per ingangsklacht (tabblad)
Iedere ingangsklacht bestaat uit 4 pagina's:

- vragen
- triagecriteria
- advies
- achtergrondinformatie

Slide 14 - Slide

Thuisarts.nl
Thuisarts.nl is een website die ontwikkeld is door de NHG.

 Thuisarts.nl is bedoeld voor iedereen die informatie zoekt over gezondheid en ziekte.
Ook wordt deze website gebruikt door hulpverleners om uitleg te geven.

Slide 15 - Slide

Orientatie
Op de volgende slide vind je een link naar de website van Thuisarts.nl.

Zoek de aandoening/klacht op die een stempel drukt/ heeft gedrukt op jouw gezondheid of die van een naaste.

Ga na of de informatie die je vindt volledig en bruikbaar is

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Oefen opdrachten:
Pak je triagewijzer erbij en gebruik deze voor de volgende vragen. 

Vergelijk de verschillende ingangsklachten en lees de achtergrondinformatie om tot het juiste antwoord te komen

Slide 18 - Slide

Welke ingangsklacht zou je kiezen bij de volgende informatie:

Dorothee (19) heeft last van kleine beetjes en pijn bij het plassen. Ze moet vaak naar het toilet en heeft wat buikpijn.
A
Geslachtsorgaanklachten
B
Urinewegproblemen
C
Zwangerschap
D
Buikpijn volwassene

Slide 19 - Quiz

Welke ingangsklacht zou je kiezen bij de volgende informatie:

Sofie (3) is al een paar dagen niet lekker. Ze heeft rode vlekjes op haar lichaam en is hangerig.
A
Koorts kind
B
Algehele malaise
C
Ziek kind
D
Huidklachten en borstontsteking

Slide 20 - Quiz

Welke ingangsklacht zou jij kiezen bij de volgende informatie:

Stefan (26) is zojuist met longboarden hard met zijn achterhoofd op de grond gevallen. Sindsdien heeft hij hoofdpijn en is misselijk.
A
trauma aangezicht
B
hoofdpijn
C
trauma schedel
D
neurologische uitval

Slide 21 - Quiz

Welke ingangsklacht zou jij kiezen bij de volgende informatie:

Johan belt op dat zijn moeder (68) verteld dat haar hart ontzettend snel tekeer gaat. Ook voelt zij zich opgejaagd en heeft het warm. Zij heeft dit nog nooit eerder gehad.
A
Hartkloppingen
B
ICD
C
Algehele malaise
D
Koorts volwassene

Slide 22 - Quiz

Waarom is de telefoon beantwoorden bij een huisartsenpost (HAP) meestal complexer dan bij een huisartsenpraktijk?
A
Omdat de patient en zijn/haar medische achtergrond niet bekend zijn.
B
Het is niet complexer
C
Omdat er bij een HAP in een groter en in een wisselend teamverband wordt gewerkt
D
Omdat er meerder telefoonlijnen zijn

Slide 23 - Quiz

Zoek in je triagewijzer nog een andere reden op waarom de triage op een HAP complexer is
A
Het is moeilijker om medisch personeel te krijgen buiten kantooruren
B
De maatschappij verwacht ook medisch gezien een 24 uurs maatschappij.
C
De criteria bij de HAP om iemand een consult aan te bieden zijn strenger dan bij een huisartsenpraktijk
D
Buiten kantooruren vinden meer levensbedreigende aandoeningen plaats

Slide 24 - Quiz

Wanneer wordt triage in de huisartsenpraktijk/post toegepast?
A
Wanneer de hulpvraag niet duidelijk is
B
Bij chronische en ongeneeslijke klachten
C
Bij acute of recent ontstane klachten
D
Wanneer het spreekuur vol zit.

Slide 25 - Quiz