Kennistoets Triage

• praktijkscholing doktersassistent
• MBO

Kennistoets Triage

De volgende toets bevat 40 vragen.

Dit zijn open, meerkeuze en sleepvragen.

Heel veel succes!

Waar staat de afkorting NHG voor?

1. Nationale Huisartsen Groep
2. Nederlands Huisartsen Genootschap
3. Nationale Huisartsen Geneeskunde
4. Noord Hollandse Geneeskunde

Waar betekent het woord TRIAGE

1. Uitvragen
2. Klachten
3. Kleurcodes
4. Sorteren

Uit welke 7 onderdelen bestaat een triage-gesprek?

Bij de triage is het belangrijk dat de assistent denkt in:

1. Diagnoses
2. Toestandbeelden
3. Urgenties
4. Ingangsklachten

Wat wordt er bedoeld met ingangsklacht?

1. Ontevredenheid van patient met het beleid
2. Een probleem welke al duidelijk is bij de ingang
3. Hoofdprobleem
4. Bijkomende problemen

Welke van onderstaande situaties kan gekenmerkt worden als een valkuil bij triage?

1. Het stellen van open vragen
2. Het stellen van triagevragen
3. Het stellen van ABCDE vragen
4. Het stellen van alleen gesloten vragen

Wat valt onder alarmsignalen?

1. Chronisch zieken
2. Hevige pijn, onrust of angst
3. Medicijngebruik
4. Verslaving

Wat is GEEN risicogroep

1. Allochtonen
2. Zwangeren
3. Pasgeborenen
4. Ouderen

Advies

Afspraak zelfde dag

Binnen 2 uur afspraak

Binnen 1 uur visite of afspraak

Direct HA sturen en ambulance bellen

Reanimatie starten

U5

U0

U1

U2

U3

U4

Advies

Niet dringend

Dringend

Levensbedreigend

Spoed

Geen kans op schade op korte termijn

Kans op schade op korte termijn is verwaarloosbaar

kans op beschadiging op korte termijn

Vitale functies zijn mogelijk bedreigd, kans op verslechtering

Vitale functies zijn instabiel en in gevaar

1 of meerdere vitale functies zijn uitgevallen

U5

U0

U1

U2

U3

U4

Dhr Stevens is hartpatient en nu hevig benauwd, hij zweet en is in doodsangst. Welke actie onderneem je?

1. Direct huisarts sturen
2. Direct ambulance sturen
3. Direct ambulance en huisarts sturen
4. Direct naar spoedeisende hulp sturen

Welke actie hoort bij een U0?

Wat wordt bedoeld met de hulpvraag?

1. De vragen die de triagist aan de patient stelt
2. De vragen die de assistent aan de (huis)arts stelt
3. Het doel waar de patient om belt.
4. De ingangsklacht

Hoeveel ingangsklachten zijn er in de NHG wijzer?

1. 44
2. 55
3. 66
4. 77

Uit welke 4 vaste onderdelen bestaan de ingangsklachten uit de NHG triagewijzer?

1. Vragen, triagecriteria, advies en achtergrondinfo
2. Klachten, hulpvragen, risicofactoren en adviezen
3. Vragen, personalia, urgentiecodes en adviezen
4. Vragen, achtergrondinfo, pijnschaal en symptomen

Wat wordt bedoeld met een consult?

1. Het contact met/ raadplegen van een arts
2. Het huisbezoek van een arts aan een patient
3. Het patienten overleg tussen arts en assistent(e)
4. Een begeleidingsmoment van een arts in opleiding

Wat wordt bedoeld met vervolgactie?

1. De vorm van hulp/ instantie die ingeschakeld wordt na triage
2. De urgentiecode die gekozen wordt
3. De controle-afspraak bij de (huis)arts na een 1e consult
4. De overdracht van informatie van assistent naar huisarts

Wat wordt bedoeld met 'contactadvies'?

1. Het noteren van naam, adres en telefoonnummer.
2. Instructie bij welke veranderingen er weer contact moet worden opgenomen
3. Het nagaan met wie de patient allemaal in contact is geweest.
4. Advies met wie de patient beter contact kan zoeken.

Upload een afbeelding van een pijnladder

Waar staat de afkorting NRS voor?

1. Numeric Rapid Scale
2. New Reversed Standard
3. Netherlands Rating Service
4. Numeric Rating Scale

Wat wordt bedoeld met: pijn is subjectief

1. Pijn kan je niet zien
2. Pijn is niet meetbaar
3. Pijn is voor iedereen verschillend
4. Pijn kan je uitschakelen

Wat kan zorgen dat iemand extra gevoelig is voor pijnprikkels?

1. Informatie over aandoening
2. Angst, stress, ongerustheid
3. Het serieus nemen van de klacht/hulpvraag
4. Gebruik maken van een pijnladder

Welke factoren worden genoemd in de NHG wijzer die de pijnbeleving kunnen beinvloeden?

1. Leeftijd en geslacht
2. Tijdstip en provincie
3. Taalbarriere en voorgeschiedenis
4. Cultuur en sociale factoren

Als men een 10 als score geeft bij de NRS dan wijst dit op de gedragsschaal als een pijn die:

1. Matig is
2. Licht en stekend is
3. Alles overheerst
4. Alle dagelijkse activiteiten belemmert

Wat wordt er bedoeld met 'vervolgactie'?

1. Het advies dat gegeven wordt ter overbrugging van de tijd tussen bellen en consultatie arts
2. Het noteren van het contact en de actie in het computersysteem
3. Het inzetten van, of doorverwijzen naar, passende hulpverlening
4. Het doorverwijzen door de arts naar de spoedeisende hulp

Welk nummer op de NRS staat gelijk aan licht stekende pijn op de VRS?

1

3

4

5

6

7

8

9

10

Welk nummer op de NRS staat gelijk aan 'hevige pijn' op de VRS?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

welke van de volgende middelen vallen onder NSAID's?

1. Paracetamol, Paracod , Sinaspril
2. Naproxen, Ibuprofen, Diclofenac, Advil
3. Diazepam, Temazepam, Oxazepam
4. Morfine, Petidine, Tramadol, Fentanyl

Welk nadeel heeft het gebruik van NSAID's ?

1. Kunnen maagklachten geven
2. Zijn duur
3. Werken verslavend
4. Verstoort de diagnostiek van arts

Met hoeveel orale giften per dag waarborg je een continue Paracetamolwaarde(spiegel) in het bloed?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Johan lijdt aan epilepsie en zijn partner belt dat hij een insult heeft. Hij is niet aanspreekbaar, ademt wel en zijn lichaam schokt
Waar gaat het mis in de ABCDE?

1. A
2. B
3. C
4. D

Stan (2 jaar) ademt snel, is heel rustig en zijn neusvleugels bewegen. Ook ziet zijn moeder zijn borstkast intrekken. Waar gaat het mis in de ABCDE?

1. A
2. B
3. C
4. D

Mevrouw Olsen belt over haar man: hij heeft zich verslikt in een stuk vlees. Hij heeft het gevoel dat hij stikt en ziet blauw. Je hoort duidelijk paniek in haar stem en de man op de achtergrond met heftige geluiden (kokhals en gierende ademhaling. Waar gaat het mis in de ABCDE?

1. A
2. B
3. C
4. D

De E in de ABCDE staat voor:

1. Omgeving
2. Bewustzijn
3. Voorgeschiedenis
4. Allergieen

Wat is een voorbeeld van een corpus alienum?

1. Plotselinge onwelwording
2. Rode huiduitslag
3. Koortsstuip
4. Ingeslikte batterij

Wat wordt bedoelt met vegetatieve verschijnselen?

1. Koorts, pijn, zwelling, warmte
2. Benauwdheid, hoorbare inademing, blauw zien
3. Misselijkheid, transpireren, gevoel flauw te vallen
4. Zwellen van huid en slijmvliezen

Wat is de beste omschrijving van petechien?

1. Speldenknopgrote rode puntbloedinkjes
2. Onderhuidse bloeduitstorting
3. Rectaal bloedverlies
4. Bloedbraken

Wat is ischaemie?

1. Overmatig zweten
2. Onvoldoende bloedtoevoer
3. Rillen bij oplopende temperatuur
4. Plakkerige, zwarte ontlasting