2 Het deeltjes model deel 2

het deeltjes model deel 2
materie, het model van een stof
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

het deeltjes model deel 2
materie, het model van een stof

Slide 1 - Slide

Herhaling
Moleculen bewegen. 
Stoffen zijn gemaakt van moleculen.

Een stof kan een vaste stof zijn, een vloeibare stof of een gasvormige stof.

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les.
  • weten wat moleculen doen in een fase en bij een fase overgang
  • weten wat moleculen doen bij een verbranding

Slide 3 - Slide

fase
Er bestaan drie soorten fase
  1. vaste stof
  2. vloeibare stof
  3. gasvormige stof

Slide 4 - Slide

De eigenschappen van een vaste stof op molecuul niveau
De moleculen zitten op een vaste plaats.
De moleculen trillen, als de stof warmer wordt trillen ze sneller, hierdoor zet een stof uit.
De moleculen zitten heel dicht op elkaar.

De vaste stof kan smelten (overgang naar een vloeibare stof)
De vaste stof kan vervluchtigen (overgang naar een gasvormige stof)

Slide 5 - Slide

De eigenschappen van een vloeibare stof op molecuul niveau
De moleculen bewegen langs elkaar en door elkaar.
De moleculen bewegen langzaam door de stof
De moleculen zitten dicht op elkaar.

De vloeibare stof kan stollen (overgang naar een vaste stof) bij water noemen we dit bevriezen
De vloeibare stof kan verdampen (overgang naar een gasvormige stof) dit wordt ook koken genoemd

Slide 6 - Slide

De eigenschappen van een gasvormige stof op molecuul niveau
De moleculen bewegen zeer snel door de gehele ruimte.
De moleculen zitten ver van elkaar daarom kun je een gasvormige stof makkelijk indrukken (ballon).
Een stof die je kunt ruiken moet een gasvormige stof  zijn.

De gasvormige stof kan condenseren (overgang naar een vloeibare stof) 
De gasvormige stof kan rijpen (overgang naar een vaste stof) 

Slide 7 - Slide

Een chemische reactie
Bij een chemische reactie verandert de stof, dus ook de moleculen veranderen.

Je kunt van een chemische reactie een reactieschema maken:


voor de pijl noteer je de stoffen die er zijn voor de reactie (en dus verdwijnen tijdens de reactie)
na de pijl noteer je de stoffen die ontstaan bij de reactie

beginstofreactieproduct

Slide 8 - Slide

een verbranding
Een verbrandingsreactie is een speciaal soort reactie.
Het is de reactie waarbij de beginstoffen een brandstof (benzine, aardgas, kaarsvet) en zuurstof zijn.
De reactieproducten zijn water en koolstofdioxide (soms ook andere vervuilende stoffen)

brandstof+zuurstofwater+koolstofdioxde

Slide 9 - Slide

Hoe heet
faseovergang 3?
A
vervluchtigen
B
stollen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 10 - Quiz

Hoe heet
faseovergang 6?
A
vervluchtigen
B
stollen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 11 - Quiz

Wat heb je nodig bij verbranding?
A
brandstof en zuurstof
B
brandstof en koolstof
C
brandstof en water
D
brandstof en energie

Slide 12 - Quiz

Welke brandstof zit er in een kaars
A
geen brandstof
B
olie
C
gas
D
vet

Slide 13 - Quiz

een geurstof is een ... stof
A
vaste
B
vloeibare
C
gasvormige

Slide 14 - Quiz

een wc blokje kun je ruiken. Het blokje zelf is een vaste stof. Omdat je het kunt ruiken moet de stof ....
A
vervluchtigen
B
rijpen
C
verdampen
D
smelten

Slide 15 - Quiz

in de winter kan er ijs op de ruiten van een auto zitten waardoor je moet krabben. Hoe komt dat ijs op je ramen
A
door vervluchtigen
B
door rijpen
C
door stollen
D
door bevriezen

Slide 16 - Quiz

Doelen van deze les.
  • weten wat moleculen doen in een fase en bij een fase overgang
  • weten wat moleculen doen bij een verbranding

Slide 17 - Slide

Huiswerk:
  • lezen hoofdstuk 7 paragraaf 1
  • maken verslag over de inhoud van het lokaal (gebruik vaardigheid 14, blz. 184)
  • maken vraag 1 t/m 11 (blz. 76 t/m 77)

Slide 18 - Slide