Bouwsteen 4 Samenhang

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Samenhang

Slide 2 - Slide

Doel
In dit deel leer je:
  • verbanden en signaalwoorden benoemen;
  • deze verbanden en signaalwoorden in veel voorkomende tekstsoorten aanwijzen en de functie ervan benoemen.

Slide 3 - Slide

Samenhang
Een tekst heeft een inleiding, kern en slot. De samenhang van een tekst wordt verduidelijkt met signaalwoorden. Daardoor begrijp je een tekst makkelijker.

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Signaalwoorden geven verbanden aan in een tekst, alinea en of zin. Ze worden ook wel verbindingswoorden genoemd. 


Slide 5 - Slide

Noem de vier verbanden

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Oefenen
Noem de signaalwoorden.

Slide 8 - Slide

Klaas wil naar de kapper, omdat hij morgen een date heeft.

Slide 9 - Open question

Ik heb een dagje vrij, ik ga lekker winkelen en naar de bios.

Slide 10 - Open question

Linn en ik gaan morgen eerst
naar Maaike, daarna
gaan we naar de Kees.

Slide 11 - Open question

Ik heb al veel bijbaantjes gehad, zoals
werken bij een supermarkt.

Slide 12 - Open question

Je moet niet te veel snoep eten, want
snoep is slecht voor je gezondheid.
A
Tijd
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting

Slide 13 - Quiz

In het weekend maak ik nooit huiswerk. Ik doe dan alleen leuke dingen, zoals afspreken met vrienden, gamen.
A
Tijd
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting

Slide 14 - Quiz

Vroeger hield ik niet van spruitjes, maar intussen ben ik er dol op.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Argumentatie
D
Voorbeeld/toelichting

Slide 15 - Quiz

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden.
timer
1:30

Slide 16 - Open question

Aan de slag
Maken: bouwsteen 4 samenhang
  • Voorbeeld en theorie samen doornemen
  • Lezen & luisteren
  • Woordenschat Bouwsteen 4
  • Leerlijn spelling-grammatica afmaken

Slide 17 - Slide

Einde

Slide 18 - Slide