herhaling H1 en 2 grammatica vwo 2

doel van de les
-herhaling wederkerend werkwoord (WKWW)
-herhaling wederkerend vnw (WKV)
-herhaling wederkerig vnw (WGV)
-herhaling bijzinnen
-tijden van het gezegde
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

doel van de les
-herhaling wederkerend werkwoord (WKWW)
-herhaling wederkerend vnw (WKV)
-herhaling wederkerig vnw (WGV)
-herhaling bijzinnen
-tijden van het gezegde

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
hoofdzinnen en bijzinnen

Bij een hoofdzin staan persoonsvorm en onderwerp naast elkaar. Er past (bijna nooit) een woord tussen.

De persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats.

Slide 3 - Slide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
hoofdzinnen en bijzinnen

Bij een bijzin kan of staat er een woord tussen de persoonsvorm en het onderwerp. Er past dus een woord tussen.

Een bijzin kun je (meestal) vervangen door één woord of woordgroep.

De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 4 - Slide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
zinsdeelzinnen
1. Zoek de bijzin.

2. Vervang de bijzin door één woord (of woordgroep).

3. Ontleed de hoofdzin.

4. Het zinsdeel van het woord is ook de zinsdeelzin.


Slide 5 - Slide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
zinsdeelzinnen

Ik blijf vandaag binnen, omdat het zo hard regent.

Daarom blijf ik vandaag binnen.

bwb-zin = omdat het zo hard regent





Slide 6 - Slide

Hij vertelde me IETS.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 7 - Quiz

DAAROM blijft Julia thuis
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 8 - Quiz

Hij zegt dat hij het niet gedaan heeft.
A
ow-zin
B
mv-zin
C
lv-zin
D
bwb-zin

Slide 9 - Quiz

/Omdat het bleef regenen/, werd het kampioenschap afgelast.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
nw.deel-zin
D
bwb-zin

Slide 10 - Quiz

Tim pakt limonade, omdat hij dorst heeft.
A
lv-zin
B
bwb-zin

Slide 11 - Quiz

Benoem de bijzin.
Sander beweerde // dat hij het antwoord op alle vragen wist.//
A
lv-zin
B
bwb-zin
C
bijv. bijzin
D
vzv-zin

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link