Les 3

• maatschappelijke zorg
• MBO
• Studiejaar 1

Ontwikkelingspsychologie

 

Kleuter

Les 4 / periode 2 / leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag?

• Terugblik vorige week
• Doelen
• Theorie Kleuter lichamelijk en cognitief
• Afsluiting

Lichamelijke behoefte

Veiligheid en zekerheid

Behoefte aan sociaal contact

Erkenning en waardering

Zelfontplooiing

Trede 1

Trede 2

Trede 3

Trede 4

Trede 5

Om naar het volgende level van Maslow te komen moet je...

1. Alle levels tegelijk doen
2. eerst het eerste level afmaken en daarna door naar de volgende
3. het maakt niet uit hoe je door de levels heen gaat aangezien je door alle levels kris kras gaat

Bij welke opvoedstijl past de volgende uitspraak?
Kind leert niets
Gevoel kind: eenzaam, in de steek gelaten en niet geliefd

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Bij welke opvoedstijl past de volgende uitspraak? Leiden met liefde
Rekening houden met ontwikkeling kind
Overleggen

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Een voordeel van deze opvoedstijl is;
Kind en ouder zijn gelijkwaardig
Weinig conflicten

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Bij welke opvoedstijl past de volgende uitspraak?
Veel toelaten
Regels vermijden
Kind is de baas, krijgt zijn zin

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Bij welke opvoedstijl past de volgende uitspraak?
Veel regels
Ouder is de baas 'Omdat ik het zeg!'
Kind gehoorzaamt

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Bij welke opvoedstijl past de volgende uitspraak?
Kost tijd en energie (argumenten)
Geduld
Mening ouder en kind komt niet altijd overeen

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Bij welke opvoedstijl past de volgende uitspraak?
Kind ontwikkelt weinig zelfstandigheid
en weinig zelfvertrouwen
(angst, agressie, opstandig, volgzaam)

1. De autoritatieve opvoedstijl
2. Toegeeflijke opvoedstijl
3. Autoritaire opvoedstijl
4. Laissez-faire opvoedstijl

Welke vier opvoedstijlen ken je?

1. De autoritatieve opvoedingsstijl  (Opvoeders stellen duidelijke en consequente regels maar houden hierbij de wensen en de behoeften van hun kind voor ogen)
2. De toegeeflijke opvoedingsstijl (zijn weinig conflicten, want het kind mag alles dat het aangeeft nodig te hebben)
3. De autoritaire opvoedingsstijl (De opvoeder is de baas en het kind is ondergeschikt en moet gehoorzamen "omdat ik het zeg")
4. De onverschillige of laissez-faire opvoedingsstijl ( weinig regels, maar geven ook geen steun, veiligheid, betrokkenheid en geborgenheid,  zeggen de ene keer dit en de andere keer dat) De vrije hand!

Theorie vandaag!

Lichamelijk en cognitieve ontwikkeling!

Doel van de les

Je kan na vandaag de lichamelijk en cognitieve ontwikkeling van de kleuter benoemen.

Kleuter

• 4 tot 6 jaar
• 4 jaar start basisschool 
• Groep 1 en 2 

LICHAMELIJKE ONTWIKKELING

• Fijne en grove motoriek​
• Betere controle​
• Knopen dichtdoen, veters strikken, binnen de lijntjes kleuren​
• Spelend leren

Motorische ontwikkeling

• Fijne motoriek ontwikkelt
• Ontstaan van handvoorkeur

(90% rechts, 6% links, 4% geen)

• Enorme beweegdrang
• Motoriek achteruit!

Cognitieve ontwikkeling

• Concreet denken
• Fantasie
• Schoolrijpheid'
• Taakgericht

Cognitieve ontwikkeling

Concreet denken

• Wordt steeds meer geordend
• Beheerst door waarneming
• Ziet nog geen samenhang
• Nog geen verband tot oorzaak en gevolg

COGNITIEVE ONTWIKKELING I​

• Leven in fantasie​ (Fantasie denken, Sinterklaas)
• Jokken​ (zonder opzet)
• Liegen (met opzet)

Fantasie denken​: Speelt nog een grote rol, geloof in Sinterklaas en sprookjes. Angst dat er een krokodil onder het bed zit.

​

Jokken: zonder opzet onwaarheden vertellen ( Een kleuter kan erg geloven in zijn eigen realiteit en daardoor onbewust dingen vertellen die niet waar zijn)

Schoolrijp

Zoek in tweetallen op wanneer kinderen schoolrijp zijn en schrijf ze op; 

Schoolrijpheid?

Schoolrijp

•Het kind moet voldoende ontwikkeld zijn op cognitief niveau

•Het kind moet fysiek de kracht hebben om een dag op school  te zijn

•Het kind moet zich al die tijd kunnen concentreren

•Het kind moet spreek- en taalvaardig zijn

•Het kind moet emotioneel rijp genoeg zijn om in een klas te kunnen functioneren.

Wat kun je verwachten van een kleuter?

Ik kan nog niet…                                                                             Ik kan al…

Tegen mijn verlies                                                                         Rekening houden met anderen
Spelregels zien als afspraken                                                 Gezelschapsspelletjes doen
Goed delen                                                                                       Mijn goede manieren laten zien
Boete doen om iets wat niet mocht                                     Gehoorzamen aan afspraken
Oorzaak en gevolg overzien                                                     Veertig minuten alleen spelen
Verantwoord alleen op de stoep spelen                            Taakjes in huis doen 
Op excursie, alleen naar het toilet                                         Mijn naam schrijven 
Waaromvragen beantwoorden                                              Bij vrienden logeren 
Verder dan morgen kijken                                                         Mijn zwemdiploma halen

Taalontwikkeling

• Zinnen worden langer​
• Nog steeds nieuwe woorden​
• Waarom-vragen​
• Woorden verzinnen

Een kleuter wil graag samen spelen, een peuter liever alleen

1. Niet waar
2. Waar

Kleuters zijn gevoelig voor herhaling.

1. Waar
2. Niet waar

Dat kleuters zich moeilijk lang kunnen concentreren is een voorbeeld van...…
ontwikkeling

1. Sociale
2. Cognitieve
3. Lichamelijke

Bij spel- en activiteitenkeuze moet je voor kleuters rekening houden met hun beperkte fantasie

1. Niet waar
2. Waar

De opdracht voor periode 2

- Je gaat kijken naar de opvoeding die jij hebt gehad en koppelt deze aan de theorie. Welk effect heeft die opvoeding op jou gehad?

- Welke opvoedingsstijl zou jij zelf hanteren als je aan het werk gaat met kinderen? Houd hier ook rekening met jouw opvoedperspectief. 

- Kies ook één ontwikkelingsgebied uit, zoals bijvoorbeeld het sociale ontwikkelingsgebied. Beschrijf hoe jouw ontwikkeling is geweest in dit gebied aan de hand van voorbeelden uit je eigen herinnering en die van je omgeving. Koppel dit vervolgens met de theorie. Kijk bijvoorbeeld of je juist snel was binnen dit ontwikkelingsgebied, of had je iets meer tijd nodig? 

Afsluiting

Welke term neem je mee naar volgende week?

Tot volgende week!

Vorige week hebben wij het gehad over de Piramide van Maslow. Behoefte aan waardering betekend

1. Dat je bij een sport zit
2. Dat je een contract krijgt
3. Dat je vrienden hebt
4. Dat je jezelf wil verbeteren