2GT Grieks dativus 11-11

2GT Grieks Dativus
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2GT Grieks Dativus

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Je kent het verloop van de heldenverhalen
Je kent de dativus als meewerkend voorwerp

  • bespreken GPW 
  • Inleiding helden 
  • Dativus als meewerkend voorwerp

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Helden
1. God verleid de moeder 
2. Held groeit ergens anders op
3. Hij keert terug
4. Onmogelijk opdracht van de 'bad guy' 
5. Monster overwinnen met buitengewone kracht  (hulp goden)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat gaan we doen? 
Maak opdracht 16 p. 30

Slide 14 - Slide

Naamvallen en functies
nominativus  = onderwerp; naamwoordelijk deel vh gezegde 

genitivus = bijvoeglijke bepaling; na voorzetsel; na werkwoord

accusativus = lijdend voorwerp; na voorzetsel


Slide 15 - Slide

Naamvallen en functies
nominativus  = onderwerp; naamwoordelijk deel vh gezegde 

genitivus = bijvoeglijke bepaling; na voorzetsel; na werkwoord

dativus = meewerkend voorwerp; bijwoordelijke bepaling; na vz; na ww

accusativus = lijdend voorwerp; na voorzetsel


Slide 16 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   (φαίνω = tonen)



2. Ὁ υἱος τῷ πατρὶ τὸ δένδρον κόπτει. (κοπτω=omhakken) 


Slide 17 - Slide

Dativus

1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   
= De vader toont aan zijn zoons de wapens.


2. Ὁ υἱος τῷ πατρὶ τὸ δένδρον κόπτει. (κοπτω=omhakken) 
= De zoon hakt voor zijn vader de boom om



meewerkend voorwerp: aan, voor

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen? 
  • Maak ergon 14 en 15 p. 110

Slide 19 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   (φαίνω = tonen)



2. Ὁ ἥρως τῃ μάχαιρᾳ τὴν γυναῖκα κτείνει.



Slide 20 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   
= De vader toont aan zijn zoons de wapens.

Ὁ χαλκεὺς τῷ γεωργῷ τὴν ἀξίνην ποιεῖ.

2. Ὁ ἥρως τῃ μάχαιρᾳ τὴν γυναῖκα κτείνει.
= De held doodt de vrouw met een zwaard.

Προνοίᾳ ὁ γεωργὸς τὸ δένδρον κόπτει. 


meewerkend voorwerp: aan, voor
bijwoordelijke bepaling: met, door (uit)

Slide 21 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   
= De vader toont aan zijn zoons de wapens.

Ὁ χαλκεὺς τῷ γεωργῷ τὴν ἀξίνην ποιεῖ.

2. Ὁ ἥρως τῃ μάχαιρᾳ τὴν γυναῖκα κτείνει.
= De held doodt de vrouw met een zwaard.

Προνοίᾳ ὁ γεωργὸς τὸ δένδρον κόπτει. 


meewerkend voorwerp: aan, voor
bijwoordelijke bepaling: met, door (uit)

Slide 22 - Slide