INSTRUCTIE 9.4: iedereen, behalve Sabine, Mirte, Matthijn, Lotte en Jorrit
WERKLES REKENEN OP WOENSDAG: Cherine, Eef, Esther, Gryt Janna, Limke, Lisa, Mirthe de Vries, Patrick, Tessa en Merel (bij veel onvoldoendes, lage score instaptoets en/of H1-H7 nog niet getoetst).
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Mededelingen 21OAMB
EXAMENTRAINING: Sabine, Mirte en Jorrit
INSTRUCTIE 9.4: iedereen, behalve Sabine, Mirte, Matthijn, Lotte en Jorrit
WERKLES REKENEN OP WOENSDAG: Cherine, Eef, Esther, Gryt Janna, Limke, Lisa, Mirthe de Vries, Patrick, Tessa en Merel (bij veel onvoldoendes, lage score instaptoets en/of H1-H7 nog niet getoetst).
Slide 1 - Slide
Mededelingen 21OAMA
ZELFSTANDIG AAN DE SLAG: Elise, Mirthe, Bente en Esther
INSTRUCTIE PARAGRAAF 9.4: Anouk, Tess, Ynna, Amira, Romee, Pieter, Ties en Femke
WERKLES REKENEN OP WOENSDAG: Pieter, Ynna
EXAMENTRAINING: Jannie, Melissa en Esther
Slide 2 - Slide
Les vandaag:
* Startopdracht
* Uitleg paragraaf 9.4
* Stel vragen
* Vraag toetsen aan
Slide 3 - Slide
Startopdracht-samen
byte - kb - mb - gb - tb
-> : 1000
byte - kb - mb - gb - tb
<- x 1000
a. 1 kb is hoeveel mb?
b. 1 gb is hoeveel kb?
c. 1 ton is hoeveel kilo?
Slide 4 - Slide
Lesdoelen 9.4
* Je leert een passende maateenheid kiezen in een situatie.
* Je leert meetinstrumenten aflezen.
Slide 5 - Slide
Weet je nog?
Slide 6 - Slide
Een passende maateenheid
Iedere situatie waarin je meet, vereist een passende maateenheid.
Welk voorvoegsel je gebruikt, hangt af van de grootte van de waarde waarin je meet.
Vb: Een lengte of afstand meet je bijvoorbeeld in meter of km.
De inhoud meet je bijvoorbeeld in liter of in kubieke meter (m3).
Slide 7 - Slide
Iedere situatie waarin je meet, vereist een passende maateenheid.
Welk voorvoegsel je gebruikt, hangt af van de grootte van de waarde waarin je meet.
Vb: Een lengte of afstand meet je bijvoorbeeld in meter.
De inhoud meet je bijvoorbeeld in liter of in kubieke meter (m3).
Slide 8 - Slide
Opdracht
Slide 9 - Slide
Antwoorden
Slide 10 - Slide
Meetinstrumenten aflezen
Bij het aflezen van meetinstrumenten kijk je goed naar de aanwijzingen op het instrument.
Veelvoorkomende meetinstrumenten zijn:
een thermometer, liniaal, rolmaat, weegschaal, maatbeker.
Slide 11 - Slide
Opdracht
Welke meetinstrument hoort bij welke grootheid?
maatbeker tijd
klok inhoud
duimstok lengte
fietspomp gewicht
weegschaal luchtdruk
timer
1:00
Slide 12 - Slide
Op deze foto kun je aflezen hoeveel regen afgelopen week is gevallen. Gemiddeld valt er 780mm regen per jaar.
Hoeveel regen valt er gemiddeld per week?
Hoeveel regen is er de afgelopen week gevallen?
Hoeveel regen is er afgelopen week meer gevallen dan gemiddeld?
Slide 13 - Slide
Op deze foto kun je aflezen hoeveel regen afgelopen week is gevallen. Gemiddeld valt er 780mm regen per jaar.
Hoeveel regen valt er gemiddeld per week? 15mm
Hoeveel regen is er de afgelopen week gevallen? 26mm
Hoeveel regen is er afgelopen week meer gevallen dan gemiddeld? 11mm