V1 Schrijfvaardigheid 40

Welkom V1T
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom V1T

Slide 1 - Slide

Programma

  1. Dagopening
  2. 10 minuten lezen
  3. Opdrachten nakijken
  4. Korte herhaling grammatica
  5. Schrijfvaardigheid 40: tekstopbouw: inhoud en inleiding
  6. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Wat is de eerste stap als je een zin gaat ontleden? Je zoekt eerst de .......

Slide 4 - Mind map

Welke zinsdelen ken je? Schrijf ze op in een antwoord.

Slide 5 - Open question

Mijn moeder

geeft

mij
een glas ranja
onderwerp
gezegde
meewerkend voorwerp
lijdend
voorwerp

Slide 6 - Drag question

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
Tekst
wwg
OW
mv
lv
bwb
Aan wie
zal
de president
de medaille
straks
geven?

Slide 7 - Drag question

Welke woordsoorten ken je (8)? Zet de afkortingen van de woordsoorten in 1 antwoord

Slide 8 - Open question

Schrijfvaardigheid

Slide 9 - Slide

Doel van de les

 Je leert hoe je een tekst opbouwt en hoe je een goede inleiding schrijft.

Slide 10 - Slide

Opbouw van een tekst
Lees goed blz 162 en blz 164

Slide 11 - Slide

Hoe is een tekst opgebouwd? Wat is de vaste indeling van een tekst?
A
inleiding - slot - middenstuk/kern
B
inleiding - middenstuk/kern - slot
C
middenstuk/kern - inleiding - slot
D
slot - inleiding - middenstuk/kern

Slide 12 - Quiz

Vind je de verdeling van de tekst hiernaast goed?
A
ja, de tekst heeft een inleiding, een middenstuk/kern en een slot
B
ja, alle delen zijn evenlang
C
nee, het slot is erg lang
D
nee, eigenlijk hoort het slot bij het middenstuk

Slide 13 - Quiz

Wat is het doel van de titel van een tekst?
A
de titel trekt de aandacht en laat zien waar de tekst over gaat
B
de titel trekt de aandacht
C
de titel laat zien waar de tekst over gaat
D
de titel heeft geen doel

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van de inleiding van een tekst?
A
de inleiding heeft als doel de lezer ervan overtuigen verder te lezen
B
de inleiding heeft als doel aankondigen wat in welke alinea staat verderop in de tekst
C
de inleiding heeft hetzelfde doel als de titel: de aandacht trekken en het onderwerp introduceren
D
de inleiding heeft als doel de belangrijkste informatie van de tekst te vertellen

Slide 15 - Quiz

Kijk nog eens naar de alinea's van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
Geeft de tekst een goede titel.

Slide 16 - Mind map

Bekijk de eerste inleiding van opdracht 2 in je boek op pagina 163.
Wat is het onderwerp van die inleiding?

Slide 17 - Mind map

Kijk nog eens naar de eerste inleiding van
opdracht 2 in je boek op pagina 163.

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quiz

Bekijk de tweede inleiding van opdracht 2 in je boek op pagina 163.
Wat is het onderwerp van die inleiding?

Slide 19 - Mind map

Kijk nog eens naar de tweede inleiding van opdracht 2 in je boek op pagina 163.

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
activeren

Slide 20 - Quiz

Opdracht 3 nakijken
Bijvoorbeeld: Inleiding: aankondigen brugklaskamp Ameland. Kern: praktische informatie geven aan de ouders van leerlingen. - Waar is het en wanneer? - Wat is het programma? - Welke spullen moeten leerlingen meenemen? Slot: Herhalen van de belangrijkste informatie (wat, waar, wanneer en welke spullen mee moeten) in het kort.

Slide 21 - Slide

Opdracht 5 nakijken
a In de eerste tekst geeft de schrijver een leuk en herkenbaar voorbeeld. In de tweede tekst stelt de schrijver een vraag, namelijk ‘maar wat doet H&M nou écht om duurzamer te worden? Als je het antwoord wil weten op deze vraag, moet je de tekst wel verder lezen.
b In de eerste tekst geeft de schrijver in de laatste zin aan wat hij gaat bespreken, namelijk de opmerkelijke herkomst van sommige gebaren. In de tweede tekst geeft de schrijver met de laatste vraag aan wat hij in de tekst gaat beschrijven, namelijk hoe H&M duurzaam probeert te worden.
c Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een uitleg bevat.

Slide 22 - Slide

Aan het werk
Maken opdr 3 en 6 in je schrift. Je mag zachtjes overleggen met je buur. Deze opdrachten zijn huiswerk voor de volgende les.

Slide 23 - Slide

Middenstuk/Kern
Vaak wil je over het onderwerp van je tekst verschillende dingen vertellen. Je verdeelt je onderwerp dan in deelonderwerpen.

Een hulpvraag bij het bedenken van deelonderwerpenis: welke vragen kan de lezer stellen over jouw onderwerp? De deelonderwerpen geven antwoord op de vragen van de lezer.

Slide 24 - Slide

Wat is het doel van het middenstuk/de kern van een tekst?
A
het middenstuk heeft geen specifiek doel
B
het middenstuk werkt de deelonderwerpen verder uit
C
het middenstuk sluit de tekst af
D
het middenstuk geeft feitelijke informatie

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar?
In het middenstuk kun je structuur aangeven door middel van tussenkopjes.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat is het doel van het slot van een tekst?
A
het slot sluit de tekst af met een samenvatting of een conclusie
B
het slot rond de tekst af met een leuke zin
C
het slot heeft geen specifiek doel en kan worden weggelaten
D
het slot geeft suggesties om verder te lezen over het onderwerp

Slide 27 - Quiz

Bekijk de alinea's van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
De alinea's zijn door elkaar gehusseld.
Wat is een logische volgorde?
A
Alinea 1 - Alinea 2 - Alinea 4 - Alinea 3
B
Alinea 2 - Alinea 4 - Alinea 1 - Alinea 3
C
Alinea 3 – Alinea 4 – Alinea 1 – Alinea 2
D
Alinea 3 - Alinea 4 - Alinea 2 - Alinea 1

Slide 28 - Quiz

Kijk nog eens naar alinea 1 van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
Verzin een passend tussenkopje voor deze alinea.

Slide 29 - Mind map

Kijk nog eens naar alinea 4 van opdracht 1 in je boek op pagina 162 en 163.
Verzin een passend tussenkopje voor deze alinea.

Slide 30 - Mind map

Even testen!

Hoe is een tekst opgebouwd?

Slide 31 - Mind map

Even testen!

Wat zijn de twee doelen van zowel de titel als de inleiding?

Slide 32 - Mind map

Afsluiting en vooruitblik


8 maart
  • Huiswerk: opdr. 3 (p. 163), opdr. 5 (p. 164) en opdr. 6 (p. 165)
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, boek, schrift en pen
  • Programma: schrijfvaardigheid



Slide 33 - Slide