H 2 Landschappen - herhaling
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
timer
6:00
Verwering
Erosie
Sedimentatie
Slide 2 - Drag question
Welke zin hoort bij mechanische verwering?
A
Gesteente verandert van samenstelling
B
Gesteente valt uit elkaar
in kleine stukken
C
Veel vocht en warmte versnellen dit proces
D
De plantenwortels scheiden zuren af
Slide 3 - Quiz
Welke zin hoort bij chemische verwering?
A
Gesteente verandert van samenstelling
B
Gesteente valt uit elkaar
in kleine stukken
C
Veel vocht en warmte versnellen dit proces
D
IJs kan de scheurtjes in de stenen groter maken
Slide 4 - Quiz
Zoek een foto van een jong gebergte.
Slide 5 - Open question
De grens tussen Hoog- en Laag Nederland is vastgesteld op 1 meter boven NAB.
A
Goed
B
fout
Slide 6 - Quiz
Welke bewering klopt?
A
Zand is kleiner dan grind en klei
B
Grind is kleiner dan zand en klei
C
Klei is kleiner dan zand en grind
Slide 7 - Quiz
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 8 - Drag question
Welke drie rivieren waren heel belangrijk voor de Nederlandse landschap?
A
De IJssel, de Waal,
de Neder-Rijn
B
De Waal, de Donau, de Rijn
C
De Maas, de Rijn,
De Schelde
D
De Maas, de IJssel en de Nijl
Slide 9 - Quiz
Een V-dal is gemaakt door:
A
een lawine
B
een gletsjer
C
mensen
D
een rivier
Slide 10 - Quiz
Welk deel van NL was lang geleden bedekt met ijs?
A
Het zuiden
B
Het noorden
C
Het westen
D
Het oosten
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Wat stond bij het vraagteken?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Polders
D
Dijken
Slide 13 - Quiz
Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?
A
In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
B
Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
C
Door het ijs vond er veel verwering plaats
D
De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië
Slide 14 - Quiz
Duinen
Terp
Zwerfkeien
Stuwwallen
Slide 15 - Drag question
Amsterdam ligt in
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland
C
Tussen in
Slide 16 - Quiz
Apeldoorn is in Oost Nederland en ligt in
A
Laag Nederland
B
Midden Nederland
C
De Veluwe
D
Hoog Nederland
Slide 17 - Quiz
Hoe zijn stuwwallen ontstaan?
A
In de tijd van de jagers en verzamelaars door de co2 uitstoot
B
In de tijd van de extreme kou door de oerknal
C
In de ijstijd door de stuwing van meters hoge ijsmassa's
D
In de ijstijd ijsmassa's vanuit Spanje
Slide 18 - Quiz
Veen
Waddenzee
Polder
Reliëf
Stuk land omgeven met dijk waarin de waterstand door de mensen geregeld word.
Hoogteverschillen in het landschappen
Stuk zee langs de kust die regelmatig droogvalt.
Grondsoort die bestaat uit niet vergane plantenresten.
Slide 19 - Drag question
Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder,
3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee,
4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee,
4 = gemaal
Slide 20 - Quiz
Hoeveel % zou onder water staan als NL geen dijken & duinen zou hebben?
A
24%
B
52%
C
66%
D
72%
Slide 21 - Quiz
Zaltbommel ligt in
A
Hoog Nederland
B
Klein Nederland
C
Groot Nederland
D
Laag Nederland
Slide 22 - Quiz
De heuvels in Zuid Limburg zijn stuwwallen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen op maandag
Slide 23 - Quiz
Welke provincie ligt helemaal in Hoog Nederland
A
Zuid Holland
B
Noord Holland
C
Drenthe
D
Zuid Limburg
Slide 24 - Quiz
Waar komen zwerfkeien vandaan?
A
Uit Intratuin
B
Uit Scandinavië
C
Uit Spanje
D
Uit Ardennen
