Les 20


Cours 20 français 3-vmbo
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Cours 20 français 3-vmbo

Slide 1 - Slide

Afspraken

- Je mag zitten waar je wilt, bij tweede waarschuwing word je verplaatst.

- Jullie hebben wensen aangegeven, daar gaan we mee aan het werk.


Slide 2 - Slide

Wensen 3V1
                             WAT?                                                                                     HOE?
- nieuwe grammatica goed oefenen                                       * 0,1 SO's terug
- aandacht voor spelling van woorden                                   * Kahoot
- werkwoorden vervoegen                                                           * Filmpjes lesstof
- volgorde van de zin oefenen/ zinnen maken                    * 2 grote SO's voor pw.
- tijd aan woorden besteden
- toetsen goed oefenen
- lezen oefenen


Slide 3 - Slide

Aujourd'hui


1. Uitleg: passé composé

2. Oefenen passé composé


Slide 4 - Slide

Passé composé (p.69 aantek)

--> passé = past = verleden tijd

--> Ik heb gelopen of ik liep??

Slide 5 - Slide

                Nederlands voorbeeld
Ik heb gepraat

1. ik = persoon/ onderwerp 

2. heb = van het ww hebben

3. gepraat = voltooid deelw. van                                       praten

                     Passé composé
J'ai parlé

1. Je = persoon (J' --> klinkerbotsing)

2. ai = van het ww avoir (hebben)

3. parlé = voltooid deelwoord van  
                     parler
 
Conclusie: in het Frans en Nederlands is het precies hetzelfde.

Slide 6 - Slide

Passé composé
j'ai (1) parlé (2)
Tu as(1) parlé (2)

* twee werkwoorden

- (1) eerste is vorm van avoir
- (2) tweede is voltooid deelwoord

- (1) avoir verandert (ik heb, jij hebt, wij hebben)
- (2) voltooid deelwoord verandert niet (gepraat) 

passé composé = persoon +
vorm van avoir + voltooid deelwoord

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord

parler  --> parlé (gepraat)
danser --> dansé (gedanst)
écouter --> écouté (geluisterd)
regarder --> regardé (gekeken)

Question:

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Frans?

Slide 8 - Slide

Passé composé (p.194: avoir)
j'ai dansé
tu as dansé
il/ elle/ on .......    ...........
nous ......    ...................
vous .....     ...................
ils/ elles .....   ...................
passé composé= persoon +
vorm van avoir + voltooid deelwoord

Slide 9 - Slide

Passé composé (p.194: avoir)
j'ai dansé
tu as dansé
il/ elle/ on .......    ...........
nous ......    ...................
vous .....     ...................
ils/ elles .....   ...................
passé composé= persoon +
vorm van avoir + voltooid deelwoord

Slide 10 - Slide

Ik ga het werkwoord AVOIR eerst oefenen
Ik ga meteen de passé composé oefenen







Explication (tot 2.49) : Clique ici
Exercice: Clique ici

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord -ir + -re
parler --> parlé (gepraat)

finir --> fini (beëindigd)
rougir --> rougi (gebloosd)

vendre --> vendu (verkocht)
attendre --> attendu (gewacht)

Question:

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Frans?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

(p.69) passé composé =
1. onderwerp (meestal een persoon)



2. hebben 


3. Voltooid deelwoord
     
-er --> é (parlé)
- ir --> i (fini)
- re --> u (attendu)
vorm van avoir
une (1) personne = elle (ev)
les (mv) chats =ils (mv)
tout le monde (ev) = on (ev)

Slide 14 - Slide

Exercices
A. Fais exercice 30 dans le livre

B. Daarna:
Fais le stencil
(zie p.190 voor présent)


Slide 15 - Slide

Devoirs

Fais le stencil + exercice 30


Slide 16 - Slide