NN2 H2 grammatica: Woordsoorten

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Terugblik:


Vorige les hebben we het gehad over Hoofdletters en interpunctie.

Slide 2 - Slide

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 3 - Quiz

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
paasei
B
koffie
C
kastanjelaan
D
maart

Slide 4 - Quiz

Voor het woord 'omdat' komt een komma, bijvoorbeeld:

Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan in deze zin?

Bianca kocht een leren jasje in het kleine winkeltje op de hoek.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Welke 2 zijn dat?

Bianca kocht een leren jasje in het kleine winkeltje op de hoek.

Slide 7 - Open question

Bianca kocht een leren jasje in het kleine winkeltje op de hoek.

Leren is een .... bijvoeglijk naamwoord
A
stoffelijk
B
bijzonder

Slide 8 - Quiz

Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen hierbij?
stoel

Slide 9 - Mind map

bijvoeglijke naamwoorden
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
lege
gevulde
metalen
kunststoffen
plastic

Slide 10 - Drag question

Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Rode
Glazen
IJzeren
Mooie
Snelle
Kristallen

Slide 11 - Drag question

Sleep alle woorden naar het juiste vak.
Dit is een bijvoeglijk naamwoord.
Dit is geen bijvoeglijk naamwoord.
huis
leuk
buurt
Rheeze
verbaasd
ronde
ramen
geverfde

Slide 12 - Drag question


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat ga je de volgende les anders doen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide