Passé composé met avoir + herhaling ww. op -er - 2AHA+2HA - chapitre 1 - les 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Aujourd'hui

• Vorige les...
• Werkwoorden op -er
• Passé composé
• Corriger les devoirs

Mercredi

2 septembre

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. aiment

B. parlez

C.  préferons

D.  reste

E. passes

F. habite

1.  Ta famille

2.  Vous 

3.  Tu 

4.  Paula et Paul  

5.   Nous

6.  Je 

Bekijk de volgende zinnen:
J'ai mangé de la pizza / Nous avons gagné

Uit welke twee soorten werkwoorden bestaat de passé composé?

TIP: wat is een voltooid deelwoord ook alweer?
In het Nederlands: Ik heb gegeten / ik heb gefietst. Gegeten en gefietst zijn hier het voltooid deelwoord!

1. hele werkwoord + voltooid deelwoord
2. hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Bekijk de volgende zinnen:
J'ai mangé de la pizza / Nous avons gagné

Welk werkwoord is hier het hulpwerkwoord in het Frans

1. être
2. aller
3. faire
4. avoir

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Frans bij een regelmatig werkwoord op -er ? Zet de stappen in de juiste volgorde

- Haal de -r weg

- Pak het hele werkwoord

- Plaats een accent aigu (é) op de laatste e

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?

Sleep die twee elementen naar het juiste vakje

+ 

Vorm van het hulpwerkwoord être

Vorm van het hulpwerkwoord avoir

Heel werkwoord

Voltooid deelwoord

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.

Je/j'

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/elles

aimé

aimé

aimé

aimé

aimé

aimé

avons

avez

ont

as

a

ai

Zet deze zin in de passé composé
- Je (parler)

1. Je parlé
2. Je suis parlé
3. J'ai parlé
4. j'avoir parlé

Zet deze zin in de passé composé
- Paula (regarder)

1. Paula regarde
2. Paula a regarder
3. Paula est regardé
4. Paula a regardé

Zet deze zin in de passé composé
- Ils (visiter)

1. Ils ont visité
2. Ils visitent
3. Ils sont visité
4. Ils ont visiter

Tu ______ (regarder - PC) le clip sur YouTube.

Nous _______ (avoir - PC) un cadeau pour ma soeur.

Vous _____ (préparer - PC) un gâteau pour mon anniversaire!

Ils ______ (faire - PC) de la musique toute la soirée!

Wat vind je nog moeilijk? Vul dat hieronder in.

Les devoirs pour aujourd'hui....

Exercises 14 a-e

atheneum + f

Exercice 14a

1 passé composé

2 présent

3 passé composé

4 passé composé

5 passé composé

6 présent

Opdracht 14b

1 regardé

2 été

3 fait

4 trouvé

5 nagé

6 eu

Opdracht 14c

1 as passé

2 ai rencontré

3 avons visité

4 a joué

5 ont mangé

6 a nagé

Opdracht 14d

1 avez fait

2 ai été

3 avons mangé

4 a visité

5 a travaillé

6 ont eu

Exercice 14e

1 J’ai été

2 Patrick a fait

3 Ils ont visité

4 Nous avons rencontré / On a rencontré

5 Nous avons parlé / On a parlé

6 vous avez eu

Exercice 14f

1 Nous avons été en retard.

2 Marc a habité en Martinique.

3 Les filles ont dansé toute la nuit.

4 Vous avez rencontré des garçons de votre âge?

5 Tu as fait de la plongée?

Exercice 9

1 Waar kan ik jongeren ontmoeten?

Hebben jullie ideeën?

Waar hebben jullie jullie vrienden ontmoet?

2 Voorbeeldantwoord: Aller faire du sport au Club Colonial.

 Le sport, c’est bon pour la santé. En plus, on rigole souvent! J’adore le sport!

Je huiswerk voor 

maandag 7/9:

lr: bron C p. 10 tb

nakijken opdracht 14

woe 16/9: 

 2AHA SO hfst 1

do 17/9:     

2HA SO hfst 1