Verbranding en fossiele brandstoffen

Verbranding en fossiele brandstoffen
Klas 2
Hoofdstuk 5.2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verbranding en fossiele brandstoffen
Klas 2
Hoofdstuk 5.2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:
  • het reactie schema van een chemische reactie opstellen;
  • het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding aangeven;
  • de mogelijke reactieproducten bij de verbranding van fossiele brandstoffen noemen;
  • de drie voorwaarden noemen die nodig zijn voor een verbranding;
  • maatregelen herkennen om een brand te blussen of te voorkomen en deze in verband brengen met de drie voorwaarden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van de vorige les?
Schrijf drie dingen

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat weet je al over verbranding van fossiele brandstoffen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn fossiele brandstoffen en waarom zijn ze niet duurzaam?
Fossiele brandstoffen ontstaan uit resten van dode planten en dieren. Ze zijn niet duurzaam omdat ze niet hernieuwbaar zijn.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verbranding

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het chemische proces van verbranding en het belang van de reactieproducten
Fossiele brandstoffen reageren bij verbranding met zuurstof tot koolstofdioxide en waterdamp. Blauwe vlam wijst op volledige verbranding, gele vlam op onvolledige verbranding.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een chemische reactie?
A
Een proces waarbij stoffen blijvend veranderen
B
Een proces waarbij een vaste stof smelt
C
Een proces waarbij straling vrij komt
D
Een proces in de zon

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Verbranding
Volledige

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verbranding
+Koolstof-mono-oxide
Onvolledig
Dit is erg giftig

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verbranding
+Koolstof-mono-oxide
Onvolledig

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het verschil tussen een onvolledige en volledige verbranding en de gevolgen daarvan
Onvolledige verbranding leidt tot roet en koolstofmonoxide, terwijl volledige verbranding gewenste reactieproducten oplevert.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Brand-driehoek

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De branddriehoek en de voorwaarden voor verbranding
Voor verbranding zijn brandstof, zuurstof en een temperatuur boven de ontbrandingstemperatuur nodig, zoals weergegeven in de branddriehoek.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Methoden om een brand te blussen of te voorkomen
Blussen gebeurt door één of meer voorwaarden van de branddriehoek uit te schakelen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Begrippenlijst
Fossiele brandstoffen: Brandstoffen zoals steenkool, aardolie en aardgas die ontstaan zijn uit resten van dode planten en dieren. 
Duurzame energie: Energiebronnen zoals wind- en zonne-energie die niet opraken en elke dag weer beschikbaar zijn. 
Reactie-schema: Een weergave van een chemische reactie waarbij voor de pijl de beginstoffen en na de pijl de reactieproducten staan. 
Onvolledige verbranding: Verbranding waarbij door een tekort aan zuurstof naast de gewenste reactieproducten ook roet of koolstofmonoxide ontstaat. 
Volledige verbranding: Verbranding waarbij een goede verhouding van brandstof en zuurstof aanwezig is, resulterend in koolstofdioxide en water(damp) zonder ongewenste bijproducten. 
Branddriehoek: Een model dat de drie voorwaarden voor verbranding weergeeft: brandstof, zuurstof en temperatuur boven de ontbrandingstemperatuur. 
Blussen: Het proces waarbij men één of meer voorwaarden van de branddriehoek uitschakelt om een brand te doven.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Huiswerk
Het huiswerk waar je nu al aan begint:

  • Maken: de opgaven digitaal bij 5.2
  • Leren: 5.1 en 5.2 (maak alvast een samenvatting)
  • Lezen: 5.3


Slide 20 - Slide

This item has no instructions