Present SimpleGebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
Signaalwoorden:
always, sometimes, usually, often, hardly ever, every day never, regularly
Je schrijft het hele werkwoord.
SHIt? --> ww+s
Present ContinuousGebruik je als iets nu bezig is.
Signaalwoorden:
now, right now, at the moment
Je schrijft:
am/is/are + ww+ing