Excel Basisvaardigheden: Een Interactieve Introductie
Excel Basisvaardigheden: Een Interactieve Introductie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Excel Basisvaardigheden: Een Interactieve Introductie
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je basisfuncties in Excel gebruiken: rijen, kolommen, cellen, minimum, maximum, gemiddelde, autosom, optellen en aftrekken.
Slide 2 - Slide
Wat weet je al over Excel rijen en kolommen?
Slide 3 - Mind map
Rijen, Kolommen en Cellen
Rijen zijn horizontaal genummerd, kolommen verticaal met letters. Een cel is de kruising van een rij en een kolom. Klik op een cel om deze te selecteren.
Slide 4 - Slide
Minimum en Maximum Functies
Gebruik =MIN(celbereik) voor het minimum en =MAX(celbereik) voor het maximum binnen een bereik. Selecteer een cel om de functie in te voeren.
Slide 5 - Slide
Gemiddelde Berekenen
De functie =GEMIDDELDE(celbereik) berekent het gemiddelde van een reeks. Probeer het met getallen in een kolom.
Slide 6 - Slide
Autosom Functie
Met Autosom kun je snel een reeks optellen. Klik op de Σ knop in de werkbalk en selecteer het bereik.
Slide 7 - Slide
Optellen
Gebruik de formule =SOM(celbereik) om getallen op te tellen in een reeks. Selecteer en typ de formule in een cel.
Slide 8 - Slide
Aftrekken
Gebruik =cel1-cel2 om eenvoudig getallen af te trekken. Probeer het met verschillende celwaarden.
Slide 9 - Slide
Praktijkoefening
Pas de geleerde functies toe op een dataset: bereken het minimum, maximum, gemiddelde en gebruik autosom.
Slide 10 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.