Schrijfvaardigheid - betoog

Welkom

Schrijfvaardigheid
Betoog
Nederlands
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

Schrijfvaardigheid
Betoog
Nederlands

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Betoog
Doel: iemand overtuigen van jouw mening. Dat doe je met:
  • Standpunt
  • Argument(en)
  • Tegenargument
  • Weerlegging

Slide 3 - Slide

Standpunt
Als je een standpunt over iets inneemt, dan geef je je mening over die zaak. 

Slide 4 - Slide

Soorten argumenten
Feitelijke argumenten-> feiten, gegevens uit onderzoek

Niet-feitelijke argumenten-> mening, vermoeden, voorspelling


Slide 5 - Slide

Signaalwoorden

STANDPUNT -----> WANT/OMDAT -----> ARGUMENT

/IMMERS/NAMELIJK/DE REDEN IS

ARGUMENT -----> DUS -----> STANDPUNT

Slide 6 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt.

Met een weerlegging ontkracht je een (tegen)argument.

Slide 7 - Slide

Tegenargument
De schrijver benoemt eerst een argument tegen de mening. Hij probeert het argument tegen de mening te weerleggen.

Slide 8 - Slide

De weerlegging
Een argument dat laat zien dat een tegenargument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

Je geeft aan dat een tegenargument toch niet klopt en dat jij dus gelijk hebt. 

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden (2)

STANDPUNT -----> 

TEGENOVER/MAAR/ECHTER/
OF/OFSCHOON
/ONDANKS DAT 

-----> TEGENARGUMENT

Slide 10 - Slide