M3 Het onvoltooid deelwoord

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

DOEL
- je weet wat een onvoltooid deelwoord is
- je kunt onvoltooide deelwoorden correct spellen

- je weet wat een infintief en een voltooid deelwoord is (herhaling)
- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen (herhaling)
- je kunt persoonsvormen correct spellen (herhaling)


Het onvoltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

Leg uit wat een infinitief is.

Ben je het vergeten? Zoek het dan op!

Slide 3 - Open question

Leg uit wat een voltooid deelwoord is.

Ben je het vergeten? Zoek het dan op!

Slide 4 - Open question

Infinitief of voltooid deelwoord?

twijfelen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Infinitief of voltooid deelwoord?

gebukt
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

Infinitief of voltooid deelwoord?

verzachten
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

Infinitief of voltooid deelwoord?

passen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 10 - Quiz

Doe oortjes in

en bekijk het volgende filmpje!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is.

Het is dus nog niet voltooid:


Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Slide 13 - Slide

Het onvoltooid deelwoord

- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.


lachend

fluitend

lopend

knippend


Slide 14 - Slide

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord kun je net als

het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:


Een lachende vrouw.

De gillende kinderen.

De huilende man.

Slide 15 - Slide

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

twijfelen

Slide 16 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord van:

twijfelen

Slide 17 - Open question

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

huilen

Slide 18 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord van:

huilen

Slide 19 - Open question

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

rijden

Slide 20 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord van:

rijden

Slide 21 - Open question

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen staan in de tegenwoordige tijd.

Fouten maken mag,
verbeter deze wel!

Slide 22 - Slide

De postbezorger (bezorgen) elke dag (fluiten) de post.

Slide 23 - Open question

Bijna iedereen (worden) het liefst (slapen) rijk.

Slide 24 - Open question

De leeuw (naderen) ( dreigen) het jonge zebrakalfje.

Slide 25 - Open question

Melvin (lezen) (stotteren) zijn verhaal voor aan de klas.

Slide 26 - Open question

Zachtjes (neuriën) (begeleiden) de muziekleraar het koor op zijn gitaar.

Slide 27 - Open question

Razendsnel (voltooien) Brian de wiskundeopdracht.

Slide 28 - Open question

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen staan in de verleden tijd.

Fouten maken mag,
verbeter deze wel!

Slide 29 - Slide

Cas (bestellen) (blozen) nog een vierde hamburger.

Slide 30 - Open question

Al (snotteren) (melden) Laura zich af voor de basketbaltraining.

Slide 31 - Open question

Stef (staan) wel tien minuten (bibberen) op de hoge duikplank.

Slide 32 - Open question

De zanger (beantwoorden) de vragen over zijn trouwplannen (bevestigen).

Slide 33 - Open question

Volgens de dierenbescherming (verwaarlozen) de boer zijn schapen (voortduren).

Slide 34 - Open question

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

Het zijn voltooide en onvoltooide deelwoorden die als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden.

Fouten maken mag,
verbeter deze wel!

Slide 35 - Slide

's Ochtends om vijf uur werden we gewekt door een (kraaien) haan.

Slide 36 - Open question

De voetbalcoach treurde om de (missen) kans van de spits.

Slide 37 - Open question

Als ze tomaten eet, krijgt Eefje altijd (jeuken) bultjes op haar wangen.

Slide 38 - Open question

Omdat zijn eigen fiets stuk is, gaat Armin op de (lenen) fiets naar school.

Slide 39 - Open question

De (verrassen) uitslag van de wedstrijd tussen Ajax en Vitesse was 2-3.

Slide 40 - Open question

Zijn vrienden hadden een surpriseparty georganiseerd voor de (verbazen) jarige.

Slide 41 - Open question

De blij (verrassen) winnaar van het songfestival kon zijn tranen niet bedwingen.

Slide 42 - Open question

OEFENING

Je hebt je schrift en een pen nodig.


In de volgende slide staat een tekst.

Lees de tekst en noteer de juiste vorm

van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen die je moet invullen staan in

de verleden tijd.

Slide 43 - Slide

Lees de tekst 'Vergeten' in reuzenrad.

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden.



Slide 44 - Slide

GELEERD?
- je weet wat een onvoltooid deelwoord is
- je kunt onvoltooide deelwoorden correct spellen

- je weet wat een infintief en een voltooid deelwoord is (herhaling)
- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen (herhaling)
- je kunt persoonsvormen correct spellen (herhaling)


Het onvoltooid deelwoord

Slide 45 - Slide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 46 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 47 - Open question

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 48 - Slide