Blok 2, les 11 -ch en -cht

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

spelling bladzijde  38

giechelen

Welk woord met ch kennen jullie al?

lesdoel

Ik ken woorden met met ch en met cht en ik kan deze correct schrijven.

Tip van de dag

Als je na een korte klank een g hoort, schrijf je bijna altijd ch. Behalve  bij de uitzonderingen:

ligt, legt, zegt 

Voorbeelden: recht, acht, bocht, zicht

1. Ik doe vrugtenhagel op mijn brood.
2. Ik doe vruchtenhagel op mijn brood.

Hoe schrijf je dit getal?

Schrijf je het woord met ch of cht

De auto heeft pe..

1. ch
2. cht

Schrijf je het woord met ch of cht

De e..oput

1. ch
2. cht

Kies de juiste spelling
"zonli...t"

1. g
2. gg
3. ch

Schrijf je het woord met ch of cht

onzi.......baar

1. ch
2. cht

Schrijf je het woord met ch of cht.

beri.......je

1. ch
2. cht

OEFENDICTEE

WOORD 1

WOORD 2

WOORD 3

WOORD 4

WOORD 5

WOORD 6

spelling

Thema 2, les 11

bladzijde 38

Juf legt de opdrachten uit!

1K

digibord.app.zwijsen.nl