This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
LOB-les
Goedemorgen allemaal
Slide 1 - Slide
Hoe zie de les eruit?
Check-in
Leerdoelen voor de les
Hoe leer jij?
Een verslag maken over hoe jij leert
Bespreken van het verslag
Check-out
Slide 2 - Slide
Check - In
Slide 3 - Poll
Doelen van de les
Ik weet wat een leerstijl is.
Ik kan vertellen en schrijven op welke manier ik graag leer.
Ik weet welke manier van leren goed werkt voor mij.
Ik kan een leerstrategie gebruiken die goed bij mij past.
Slide 4 - Slide
Hoe leer jij?
Je denkt na over jouw manier van leren. Ook leer je meer over samenwerking met medestudenten.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Theorie 1: Voorkennis ophalen
Bekijk eerst het filmpje over leerstrategieën.
Nieuwe kennis onthoud je beter wanneer deze wordt gekoppeld aan de al bestaande kennis die je hebt. Je denkt eerst na over wat je al weet over een onderwerp, zodat je de nieuwe dingen die je leert over het onderwerp beter snapt.
Dit noemen we voorkennis.
Een voorbeeld
Stel je voor dat je leert hoe je een fiets moet repareren. Voorkennis is dan alles wat je al weet over fietsen vóórdat je leert hoe je ze repareert.
Dus als jij al weet wat een band, een zadel en een stuur zijn, dan is dat je voorkennis. Die kennis helpt je om makkelijker te begrijpen hoe je een fiets kunt repareren.
Slide 7 - Slide
Er zijn verschillende leerstrategieën die je kunt inzetten. Hiernaast zie je een aantal voorbeelden van leerstrategieën. Klik op de plusjes om te kijken wat de leerstrategie betekent.
Theorie 2: Verschillende leerstrategieën
1. Cornell methode
De Cornell methode is een slimme manier om stof te bestuderen en om aantekeningen te maken.
2. Flashcards
Flashcards (of flitskaarten) zijn kleine, kartonnen kaartjes waarmee je effectief en efficiënt leert. Op de voorkant schrijf je een woord (bijvoorbeeld een begrip). en op de achterkant schrijf je het antwoord. Zo kun je jezelf overhoren.
3. Mindmapping
Mindmapping is een effectieve manier om aantekeningen te maken.
4. Vraagkaarten
Jezelf vragen stellen over de leerstof zorgt ervoor dat je weet waar je staat. Je kunt dit doen door vraagkaarten te maken. Vraagkaarten lijken een klein beetje op flashcards, maar nu schrijf je geen begrip of woord op maar stel je een vraag. Op de achterkant schrijf je het antwoord.
5. Oefentoetsen maken
Als je stof geleerd hebt wil je testen hoe goed je de stof kent. Oefentoetsen maken helpt hierbij en geeft je inzicht wat je kan en wat je nog niet beheerst.
Slide 8 - Slide
Welke strategieën gebruik jij al bij het leren?
Denk aan: Samenvatten, mindmappen, flash cards,
vragen stellen en oefentoetsen maken.
Vraag
Slide 9 - Open question
A
Ik leer graag door dingen te doen
B
Ik leer veel met een boek
Slide 10 - Quiz
A
Ik leer door samen te werken
B
Ik leer door zelfstandig te werken
Slide 11 - Quiz
A
Ik leer veel van presenteren voor de klas
B
Ik leer weinig van presenteren voor de klas
Slide 12 - Quiz
A
Ik leer veel van opdrachten buiten school
B
Ik leer meer in een leslokaal
Slide 13 - Quiz
A
Nieuwe woorden leren gaat heel makkelijk
B
Nieuwe woorden leren gaat moeilijk of langzaam
Slide 14 - Quiz
A
Een woordenschrift gebruiken is niet belangrijk/niet nodig
B
Een woordenschrift gebruiken is belangrijk en nuttig
Slide 15 - Quiz
A
Ik werk graag met dezelfde mensen samen
B
Ik vind het leuk om met verschillende mensen samen te werken
Slide 16 - Quiz
A
Tijdens het samenwerken ben ik een leider
B
Tijdens het samenwerken wacht ik liever af
Slide 17 - Quiz
A
Ik leer sneller als ik mag overleggen in mijn eigen taal
B
Ik leer sneller als ik alleen maar Nederlands praat
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Leerstrategieën helpen bij het leren
Voorkennis activeren is een effectieve leerstrategie
Niet elke leerstrategie is effectief voor elk vak
Handige tips
Slide 20 - Slide
Hoeveel tijd besteed jij aan het leren voor een toets?
Slide 21 - Open question
Wat zou je nu anders gaan doen bij het leren van een toets?
Slide 22 - Open question
CHECK OUT Wat vond je goed gaan bij de les en wat niet?