Fictie: tijd

Open je boek alvast op blz. 71
Log in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§3 Tijd
Voordat we beginnen:
WELKOM 2M
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open je boek alvast op blz. 71
Log in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§3 Tijd
Voordat we beginnen:
WELKOM 2M

Slide 1 - Slide

Setting en sfeer
Beantwoord de volgende vragen op papier:
1. Op welke plaats speelt jouw boek zich af? (denk aan: een land, een plaats of een plek)
2. Hoe weet je dit?
3. In welke tijd speelt het verhaal zich af?
4. Onder welke omstandigheden? 
5. Welke sfeer is in het boek aanwezig? (spannend mag je niet gebruiken!)
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Geef hier je antwoorden, zet er wel nummers voor ...

Slide 3 - Open question

Oefening
Je gaat luisteren naar een voorleesfragment. Bedenk in welke tijd het verhaal zich afspeelt. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

In welke tijd speelt dit verhaal zich af?
Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open question

Volgorde
De volgorde van de gebeurtenissen is ook erg belangrijk.

Chronologisch = De gebeurtenissen worden op volgorde verteld. Van het begin tot het einde. 
Niet-chronologisch = De gebeurtenissen worden niet op volgorde verteld.

Slide 7 - Slide

Volgorde



Flashback = fragment uit het verleden wordt teruggebracht
Tijdsprong = er wordt tijd overgeslagen

Slide 8 - Slide

Oefening
Je gaat luisteren naar een voorleesfragment. Bepaal de volgorde. Is dit verhaal chronologisch of niet?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat was de volgorde van het verhaal?
A
Chronologisch
B
Niet chronologisch, want er zat een flashback in.
C
Niet chronologisch, want je weet al hoe het afloopt.
D
Je weet niet in welke volgorde het verhaal wordt verteld.

Slide 11 - Quiz

Tijd
  • Verteltijd: tijd die nodig is om het verhaal te lezen
  • Vertelde tijd: tijd die de gebeurtenissen (als ze in chronologische volgorde staan) in beslag nemen.



Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Setting en sfeer van je boek heb je al.
Vandaag ga je de tijd in je boek opzoeken. Denk aan: chronologisch, flashback, flashforward, tijdsprongen?
Wat kan je vertellen over het vertelperspectief? 


Slide 13 - Slide