Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Voegwoorden



Schrijf 3 dingen op waar jij aan moet denken bij het woord 'voegwoorden'.



1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voegwoorden



Schrijf 3 dingen op waar jij aan moet denken bij het woord 'voegwoorden'.



Slide 1 - Slide

Woordsoorten: 
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Grammatica woordsoorten : 


- Je weet wat een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord is.


- Je kunt het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord in een zin benoemen:
 
     

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke pers vnw?
Jullie moeten hem deze vraag stellen.

Slide 9 - Open question

Welke pers vnw?
Kunt u me morgen naar de bioscoop brengen?

Slide 10 - Open question

Welke pers vnw?
Jullie moeten hem deze vraag stellen.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Welke bez. vnw?
Mijn telefoon is zoek.

Slide 14 - Open question

Welke bez. vnw?
Heb jij mijn tas meegenomen ?

Slide 15 - Open question

Welke bez. vnw?
Smaakt jouw kroket ook zo vies?

Slide 16 - Open question

Komen jullie ook naar de kampioenswedstrijd kijken?

'jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 17 - Quiz

Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.

'Jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 18 - Quiz

Deze glutenvrije spaghetti is speciaal voor mij gemaakt.

'mij' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Cursus 5 - grammatica
Gr 5 - pers. en bez. vnw, blz. 206 - alle opdrachten

Klaar?
- Check GR 3 en GR1 ook. Dit is je weektaak. 

Slide 20 - Slide