LWP werkveldverdieping BBL

Werkveldverdieping
LWP 14490
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Werkveldverdieping
LWP 14490

Slide 1 - Slide

Werkveldverdieping inhoud
  • Verdiepen in de branche: VT, AGZ, GGZ of GHZ
  • Verdiepen in verpleegkundige zorg
  • Onderzoek naar een probleem binnen het werkveld:
  • Analyseren, onderzoeksvraag, PICO, EBP, gegevens verzamelen, conclusie, aanbevelingen
  • ONDERZOEKSVERSLAG

Slide 2 - Slide

Werkprocessen en examens
  • Werk in uitvoering
  • Methodisch werken
  • Organiseren en samenwerken
  • Professionele ontwikkeling en kwaliteit (CGI)

Slide 3 - Slide

Canmedsrollen MBO-V
Rol: professional en kwaliteitsbevorderaar
  • Verbetering kwaliteit
  • Bezig met verbetertrajecten (ontwikkelgroepen)
  • Analyseert complexe problemen (signaleert en meldt knelpunten)
  • Spreekt anderen aan
  • Neemt deel aan onderzoek, gebruikt EBP
  • Brengt verbetervoorstellen met overtuiging
  • Kan eventueel afwijken van protocollen

Slide 4 - Slide

Eindproduct, eindverslag
  • Probleemstelling, PICO
  • Doel
  • Onderzoeksvraag, deelvragen
  • Literatuur verzamelen en uitwerken
  • Probleemanalyse
  • Conclusie
  • Aanbevelingen

Slide 5 - Slide

Evidence-based practice (EBP)
EBP is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het beste bewijsmateriaal dat op dit moment beschikbaar is, met als doel om beslissingen te nemen samen met individuele patiënten om zo de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren.

Slide 6 - Slide

Evidence-based practice (EBP)
  • Handelen op basis van beste bewijsmateriaal
  • In overleg met de patiënt en observaties verpleegkundige
  • Doel: kwaliteitsverbetering, wetenschappelijk verantwoorde beslissing

Voorbeeld EBP: Leidt paracetamol preoperatief tot minder pijn post-ok?

Slide 7 - Slide

Criterialijst eindverslag

Slide 8 - Slide

Het kiezen van een onderwerp
Klinische onzekerheid


Slide 9 - Slide

Klinisch redeneren / onzekerheid
Klinisch redeneren
Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis (fysiologie, anatomie, pathologie, farmacologie).
Klinische onzekerheid
Van een klinische onzekerheid is sprake als iedereen wat anders doet, er twijfel is over een bestaande routinematige werkwijze of bij de invoering van nieuwe werkwijzen zonder enige onderbouwing.


Slide 10 - Slide

PICO
Iedereen wat anders doet of er twijfel is over een bestaande routinematige werkwijze of invoering van nieuwe werkwijzen

Deze vertalen naar een beantwoordbare vraag. Dit kan met een PICO
P: probleem / patiënt (problem)
I: interventie (intervention)
C: vergelijking (comparison)
O: uitkomst (outcome)

Slide 11 - Slide

PICO
P: probleem / patiënt (problem)
I: interventie (intervention)
C: vergelijking (comparison)
O: uitkomst (outcome)

Format te beantwoorden vraag:
Wat is het effect van ..I.. op …O… in vergelijking met ..C.. bij ..P..
Wat is de kans op ..O.. van ..I.. in vergelijking met ..C.. bij ..P..


Slide 12 - Slide

Casus Henk de Haan
Henk de Haan (75) heeft een grote snijwond aan zijn hand opgelopen bij het werken in de tuin. De wond is wel wat vuil. In het ziekenhuis gebruikt men altijd steriele isotone zoutoplossing om wonden te spoelen. De verpleegkundige in de thuiszorg spoelt deze af met ‘gewoon’ leidingwater.

Klinische onderzekerheid: Kun je een wond ook veilig uitspoelen met leiding water ipv een steriele isotone zoutoplossing?


Slide 13 - Slide

Casus Henk de Haan
PICO:
P: patiënt met acute verwonding
I: reinigen met leidingwater
C: reinigen met steriele isotone zoutoplossing
O: meer of minder wondinfectie

VRAAG: Geeft reiniging met leidingwater meer of minder wondinfecties dan reiniging met steriele isotone zoutoplossing bij een acute wond.


Slide 14 - Slide

Mevrouw Goes
Je werkt als verpleegkundige op de afdeling gastro-intestinale chirurgie. Maandagochtend neem je mevrouw Goes (62) op. Zij heeft een coloncarcinoom. Ze is 1,72 meter en weegt 63 kg en heeft verder geen relevante aandoeningen. Dinsdag wordt ze geopereerd waarbij ze de tumor weghalen en de darmdelen weer aan elkaar zetten. Je legt haar uit dat er geen darmvoorbereiding nodig is. Dat vindt ze wel een beetje vreemd, want haar man kreeg 15 jaar geleden allemaal laxeerdrankjes.

Slide 15 - Slide

Mevrouw Goes
Klinische onzekerheid: Mevrouw krijgt geen darmvoorbereiding, waarom niet?
P: patiënt die colectomie ondergaat
I: darmvoorbereiding
C: geen darmvoorbereiding
O: infectie
VRAAG: Wat is de kans op infectie bij patiënt die colectomie ondergaat die wel of niet een darmvoorbereiding heeft gehad.

Slide 16 - Slide

Mevrouw Goes 2
Na de operatie is mevrouw enorm gemotiveerd om zo snel mogelijk weer fit te zijn. Ze leest online verhalen dat kauwgom en koffie drinken kan helpen bij het postoperatief herstel van de darmfunctie.

Klinische onzekerheid: Mevrouw leest over kauwgom en koffie, zou dat echt helpen?

Slide 17 - Slide

Mevrouw Goes 2
P: patiënt die colectomie ondergaat
I: kauwgom kauwen
C: koffie drinken
O: darmfunctie, herstel
VRAAG: Wat is het effect van kauwgom kauwen, in vergelijking met koffie drinken op de darmfunctie van een patiënt die een colectomie heeft ondergaan

Slide 18 - Slide

Mevrouw Goes 3
Ze komt ook vlot uit bed en in beweging, dat doet haar goed. ‘s-Avonds krijgt ze van jouw collega een injectie fraxiparine, om trombose te voorkomen.

Klinische onzekerheid: Wat is het effect an fraxiparine op het risico op trombose bij een postoperatieve patiënt die actief mobiliseert.

Slide 19 - Slide

Mevrouw Goes 3
P: postoperatieve patiënt die actief mobiliseert en fraxiparine krijgt
I: wel fraxiparine
C: geen fraxiparine
O: risico op trombose

VRAAG: Wat is het effect van fraxiparine op het risico op trombose bij een postoperatieve patiënt die mobiliseert.

Slide 20 - Slide

Start van het onderzoek
De aanleiding van het onderzoek
  • Hoe groot is het probleem
  • Wat is de aanleiding
  • Voor wie is het een probleem
  • Wat zijn de gevolgen
  • Wat moet het onderwerp opleveren


Slide 21 - Slide

Start van het onderzoek
Probleemstelling: Geef in 1 of 2 zinnen aan wat het probleem is.

Doelstelling: wat wil je bereiken of weten?

Wat is de hoofdvraag van het onderzoek? 1 zin die voorkomt uit de probleemstelling


Slide 22 - Slide

Start van het onderzoek
Noem 5 deelvragen.
  • minder complex en specifieker dan de hoofdvraag
  • 2 of meer, soms 5 tot 10
  • zijn nodig om de hoofdvraag te beantwoorden
  • hoofdvraag is stukjes gehakt


Slide 23 - Slide

Start van het onderzoek
Maak een pico van jouw onderzoek:
P= probleem
I= interventie
C=comparison / vergelijken
O=outcome / resultaat


Slide 24 - Slide

Voorbeeld aanleiding
Mensen die een meniscusoperatie ondergaan, krijgen verschillende instructies aangeboden. Een deel krijgt alleen bewegingsadviezen en een deel krijgt een fysiotherapie programma. Dit leidt tot diversiteit in het beleid op de afdeling. Maar ook lijken er verschillen te zijn in het postoperatieve herstel en heeft een deel na verloop van tijd nog moeite met het buigen van de knie en het andere deel niet.  


Slide 25 - Slide

Voorbeeld doelstelling / probleemstelling
Doelsteling: Bekendheid met de postoperatieve interventies; bewegingsadviezen en fysiotherapie na een meniscusoperatie en hun effect om een eenduidig beleid te creëren.

Voorbeeld probleemstelling: Welke van de postoperatieve interventies, bewegingsadviezen of fysiotherapie, is het meest effectief na een meniscusoperatie en leiden tot een sneller herstel?

Slide 26 - Slide

Hoofdvragen en deelvragen
Hoofdvraag: Welke postoperatieve interventies dragen bij aan de beweeglijkheid van de knie na een meniscusoperatie.

Deelvragen:
Welke interventies bevorderen de beweeglijkheid.
Na hoeveel weken kan de knie weer buigen.
Welke overeenkomsten zijn er in de groep mensen die geopereerd worden aan de knie (leeftijd, man/vrouw).

Slide 27 - Slide

PICO
P: patiënt na meniscusoperatie
I: bewegingsadviezen
C: fysiotherapie en bewegingsadviezen
O: betere beweeglijkheid van de knie en sneller herstel

Slide 28 - Slide

Nog een voorbeeld
Onderzoeksvraag: Welke wondmateriaal geeft een sneller herstel bij een gele wond.

Deelvragen:
  • Welke wondmaterialen zijn er en wat zijn de overeenkomsten en verschillen
  • Wat is een gele wond.
  • Hoe verloopt de wondgenezing

Slide 29 - Slide

Maak een start
Bedenk een onderwerp
Vul het formulier start van het onderzoek in

Slide 30 - Slide

Hoofdvraag: Welke wondmateriaal geeft een sneller herstel bij een gele wond.

Deelvragen
Welke wondmaterialen zijn er en wat zijn de overeenkomsten en verschillen.
Wat is een gele wond.
Hoe verloopt de wondgenezing

Slide 31 - Slide

Bronnen: 
Wetenschappelijke tijdschriftartikelen, boeken, papers, scripties, archiefmateriaal

  • Is het relevant, kun je het gebruiken?
  • Is de auteur deskundig?
  • Is het recent? max 5 tot 10 jaar
  • Betrouwbaarheid?


 


Slide 32 - Slide

Bronvermelding volgens APA:
-je kunt verwijzen naar je bronnen
-op alfabetische volgorde: literatuurlijst
-volgens bepaalde omschrijving: APA

APA generator:
https://www.scribbr.nl/bronnengenerator/apa/


 


Slide 33 - Slide

Literatuur verwerken:
  • wat is het probleem !
  • wat zijn de kernbegrippen
  • welke theorieën en modellen
  • wat zijn de resultaten en conclusies !
  • wat zeggen andere artikelen
  • wat kan ik gebruiken voor mijn eigen onderzoek !
 


Slide 34 - Slide

Week 1:

Uitleg LWP

Opdracht 5
Wat is de visie / missie van jouw instelling?
Wat zie je hiervan terug op de werkvloer?
 


Slide 35 - Slide

Week 2:

Opdracht 8 en 9

Week 3:
PICO maken en raamwerk werkstuk
 


Slide 36 - Slide

Week 4:

EBP
Voorbeeld uit Nursing

Week 5 en 6:
Werken aan verslag
 


Slide 37 - Slide

Theoretisch kader:

Deelvragen
  • Lees een artikel
  • Geef antwoord op je deelvragen vanuit de literatuur
  • Vermeld de bron in de tekst
  • Dus geen eigen mening of van horen zeggen





 


Slide 38 - Slide

Conclusie
  • Je geeft antwoord op jouw onderzoeksvraag met onderbouwing vanuit de literatuur.
  • Volgen logisch uit de deelvragen.

Aanbevelingen
Volgen logisch uit de conclusie. Ook met onderbouwing vanuit de literatuur.



 


Slide 39 - Slide

Samenvatting
  • Max half A4.
  • Aan het begin van het verslag.

Literatuurlijst
APA generator



 


Slide 40 - Slide

Week 7 Peer assessment.

  • 2 verslagen van andere groepjes beoordelen.
  • Criteriumlijst invullen.
  • Verslag eventueel aanpassen.
  • Voorbereiden presentaties.




 


Slide 41 - Slide

Week 8 Presentaties en afronding.

  • Geef een korte presentatie van jouw werkstuk.
  • Inleveren werkstuk bij docent, digitaal
  • Bolletje 3 invullen.




 


Slide 42 - Slide

Week 8 Presentaties 

  • Waar gaat het over?
  • Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
  • Wat wil de precies weten?
  • Wat is het antwoord op je onderzoeksvraag?
  • Wat neem je mee naar de praktijk?
  • Wat heb je er van geleerd?




 


Slide 43 - Slide