les 6 woordenschat viertakt

1 / 46
next
Slide 1: Slide
TaalHBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Opdracht
Geef van de volgende woorden aan in hoeverre je de volledige betekenis beheerst.

1= woord nog nooit tegengekomen
2= woord wel tegengekomen maar geen flauw idee van betekenis
3= woord+ betekenis vaag bekend
4= woord+ betekenis tot op zekere hoogte bekend
5=woord+ betekenis volledig bekend

Slide 2 - Slide

plankton
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 3 - Poll

biest
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 4 - Poll

chromosoom
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 5 - Poll

flens
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 6 - Poll

rokade
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 7 - Poll

urbanisatie
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 8 - Poll

zenit
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 9 - Poll

yin
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 10 - Poll

alexandrijn
nog nooit tegengekomen
tegengekomen, maar geen flauw idee
vaag bekend
bekend tot zekere hoogte
volledig bekend

Slide 11 - Poll

Ik begrijp het viertaktmodel voor woordenschatonderwijs.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Slide

woordenschatonderwijs:
Voor wie?

Slide 14 - Open question

Woordenschatonderwijs:
Waarom?

Slide 15 - Open question

Woordenschatonderwijs:
Nuttig?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

timer
2:00

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Welke fase van het viertaktmodel wordt geoefend in de volgende lesfragmenten uit een les over lichaamsdelen?


De leerkracht vraagt: “Wie weet nog waar zijn elleboog zit?”
A
voorbewerken
B
semantiseren
C
consolideren
D
controleren

Slide 34 - Quiz

Welke fase van het viertaktmodel wordt geoefend?

De leerkracht zegt: “De vinger die naast je duim zit, is je wijsvinger.”
A
voorbewerken
B
semantiseren
C
consolideren
D
controleren

Slide 35 - Quiz

Welke fase van het viertaktmodel wordt geoefend?

De leerkracht houdt een klassengesprekje met behulp van een handpop en laat die pop vragen: “Kunnen jullie allemaal je hals eens aanwijzen?
A
voorbewerken
B
semantiseren
C
consolideren
D
controleren

Slide 36 - Quiz


De leerkracht zegt tegen de kinderen: “Ik heb zo’n pijn in mijn schouder.”Ze grijpt daarbij met een van pijn vertrokken gezicht naar haar arm. De kinderen reageren: dat is niet je schouder; dat is je arm.
A
voorbewerken
B
semantiseren
C
consolideren
D
controleren

Slide 37 - Quiz

Leg de volgende woorden aan elkaar uit. Wat werkt? Welke woorden zijn lastig?

A. Vensterbank
B. Zuur
C. Erbij
D. Grootvader
E. Vals spelen
F. Roeren
G. Schuifelen
H. Weinig






Slide 38 - Slide

Hoeveel van de woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
90%

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Ik begrijp het viertaktmodel voor woordenschatonderwijs.
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Slide 46 - Slide