This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nederlandse Woorden en Zinnen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je basis Nederlandse woorden en zinnen begrijpen.
Aan het einde van de les kun je basis Nederlandse woorden en zinnen gebruiken in de context van een verjaardag vieren in een café.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over het vieren van een verjaardag in een café?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Basis Nederlandse woorden
Vieren
Verjaardag
Café
Trakteren
Ober
Bestellen
Proost
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Basis Nederlandse zinnen
Gefeliciteerd
Dank je wel
Trakteren
Kan ik een drankje bestellen?
Ober!
Proost!
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Context van het vieren van een verjaardag in een café
Het vieren of eren van een speciale gebeurtenis
De jaarlijkse herdenking van de geboortedag van een persoon
Een plaats waar men dranken, vooral alcoholische dranken, kan kopen en consumeren
Het betalen van een ronde drankjes voor anderen
Een persoon die klanten bedient in een café of restaurant
Het aanvragen van een product of dienst
Een uitdrukking gebruikt om een toast te maken tijdens een viering
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Definitielijst
Vieren: Het vieren of eren van een speciale gebeurtenis
Verjaardag: De jaarlijkse herdenking van de geboortedag van een persoon
Café: Een plaats waar men dranken, vooral alcoholische dranken, kan kopen en consumeren
Trakteren: Het betalen van een ronde drankjes voor anderen
Ober: Een persoon die klanten bedient in een café of restaurant
Bestellen: Het aanvragen van een product of dienst
Proost: Een uitdrukking gebruikt om een toast te maken tijdens een viering
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 8 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 10 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.