§5.2 Waar kun je werken?

§5.2 Waar kun je werken?
Eerst rustig het filmpje bekijken en daarna kun je weer oefenen met de vragen. Antwoorden opzoeken in je boek, mag natuurlijk altijd.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§5.2 Waar kun je werken?
Eerst rustig het filmpje bekijken en daarna kun je weer oefenen met de vragen. Antwoorden opzoeken in je boek, mag natuurlijk altijd.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is geen arbeidsmotief?
A
geld/loon
B
het communiceren met collega's
C
zinvol bezig zijn
D
het zijn allemaal arbeidsmotieven

Slide 3 - Quiz

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die niet vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen een eenmanszaak en een VOF
A
Er is geen verschil
B
Bij een VOF zijn er meerdere eigenaren
C
Bij een eenmanszaak ben je zzp-er
D
Bij een VOF geeft het bedrijf aandelen uit

Slide 5 - Quiz

Een zzp'er heeft mensen in dienst?
A
Ja, altijd
B
Nee
C
dat kan wel, maar hoeft niet

Slide 6 - Quiz

Als je samen met jouw broer/zus een bedrijf wilt beginnen, kan je het beste kiezen voor een..
A
ZZP
B
Eenmanszaak
C
VOF
D
het maakt niets uit

Slide 7 - Quiz

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 8 - Quiz

ZZP-ers zijn mensen die...
A
Bij een groot bedrijf werken
B
Zelfstandige ondernemingen hebben
C
Directeur zijn van een bedrijf met veel werknemers
D
Directeur zijn bij een bedrijf met weinig werknemers

Slide 9 - Quiz


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 10 - Quiz

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Kwartaire sector
Wat hoort bij elkaar?
Industrie en fabrieken, die de grondstoffen verwerken
Bedrijven die diensten leveren met als doel om winst te maken
Bedrijven die grondstoffen leveren
Bedrijven die diensten leveren met als doel om geen winst te maken

Slide 11 - Drag question


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 12 - Quiz

Je bent persoonlijk (met je privé-vermogen) aansprakelijk bij een ...
A
BV en VOF.
B
Eenmanszaak en VOF.
C
Eenmanszaak en BV.
D
VOF en NV.

Slide 13 - Quiz

Primaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Secundaire sector

Slide 14 - Drag question


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 15 - Quiz


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 16 - Quiz

Bij de primaire sector hoort het volgende:
A
landbouw
B
mijnbouw
C
bouwvakker
D
scholen

Slide 17 - Quiz