1.1 Produceren

1.1 Produceren
Je kunt niet produceren zonder arbeid en gereedschap. Ook de natuur is nodig. Hiermee produceren bedrijven en instellingen allerlei goederen en diensten. In deze paragraaf leer je in welke sectoren je de productie kunt indelen en je leert over de vier productiefactoren.
1 / 7
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 7 slides, with text slides.

Items in this lesson

1.1 Produceren
Je kunt niet produceren zonder arbeid en gereedschap. Ook de natuur is nodig. Hiermee produceren bedrijven en instellingen allerlei goederen en diensten. In deze paragraaf leer je in welke sectoren je de productie kunt indelen en je leert over de vier productiefactoren.

Slide 1 - Slide

De marktsector
De Nederlandse beroepsbevolking bestaat uit 8,9 miljoen personen. Tot de beroepsbevolking rekent het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) mensen tussen de 15 en 75 jaar die betaald werken of actief op zoek zijn naar een baan. Het deel van de beroepsbevolking met betaald werk is de werkzame beroepsbevolking. Van de beroepsbevolking werkt driekwart in de marktsector en een kwart in de collectieve sector. De marktsector of particuliere sector produceert goederen en diensten met de bedoeling winst te maken. De bedrijven in deze sector willen in ieder geval de kosten terugverdienen. D

Slide 2 - Slide

 

De overheid, het onderwijs en de gezondheidszorg horen bij de collectieve sector. Zij leveren producten zonder winstoogmerk.



Slide 3 - Slide

Indeling van werk in vier sectoren
De productie in een land wordt ingedeeld in vier sectoren. In de primaire sector halen bedrijven producten uit de natuur (landbouw, mijnbouw en visserij). In de secundaire sector verwerken bedrijven grondstoffen tot halffabricaten, en halffabricaten tot eindproducten (de industrie en de bouw). In de tertiaire sector zitten alle bedrijven die diensten verrichten om winst te maken (de detailhandel (winkels), banken en de handel). In de quartaire sector gaat het er niet om winst te maken, maar om nuttige diensten te verlenen (ziekenhuizen, onderwijs en politie).

Slide 4 - Slide


1 Primaire       (b.v. landbouw)
2 Secondaire (b.v.halffabricaten/eindproducten)
3 Tertiaire       (zakelijke dienst verlening)
4 Quartiaire   (dienst verlelning zonder winst)

Slide 5 - Slide

De vier productiefactoren
Om te kunnen produceren heb je de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal en ondernemerschap nodig. Arbeid gebeurt door de mensen die ingeschakeld zijn bij de productie. Bij natuur moet je denken aan alles wat de natuur te bieden heeft, zoals grond, water, lucht, grondstoffen en zonne-energie. Kapitaalgoederen zijn middelen zoals gebouwen, machines, gereedschappen, voorraden en transportmiddelen. Het gaat om de middelen waarmee een bedrijf kan produceren.
Ondernemerschap is de manier waarmee met bovenstaande factoren gewerkt gaat worden

Slide 6 - Slide

TekstZwart-, wit- en grijswerk
Om te produceren, heb je arbeid nodig. Als je ergens werkt en jij of je werkgever betalen belasting en sociale premies, dan werk je wit. Bij zwartwerk (zwarte circuit) weet de overheid niet dat je dit werk doet. Er worden geen belasting en sociale premies betaald, terwijl dat wel moet. Je werkt dan zwart. Bij grijswerk (grijze circuit) gaat het om onbetaalde productie zoals vrijwilligerswerk of werk in de huishouding. 
De waarde van de productie met behulp van zwartwerk en grijswerk wordt niet meegerekend bij de officiële productie van Nederland.

Slide 7 - Slide