Module Zelfzorg Begeleidingsstijlen

Module Zelfzorg 
Lesaanbod Begeleidingsstijlen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Module Zelfzorg 
Lesaanbod Begeleidingsstijlen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je hanteert als uitgangspunt bij de begeleiding en ondersteuning de eigen regie en zelfredzaamheid.
  • Je past je begeleidingsstijl aan bij de cliënt waarbij je rekening houdt met de mogelijkheden en belastbaarheid
  • Je kan diverse begeleidingsdoelen inzetten, passend bij de cliënt en de situatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat typeert jou als begeleider / wat is jouw stijl als begeleider?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is een begeleidingsstijl?
Een vast, herkenbaar patroon in jouw gedrag als begeleider.

Twee vragen staan centraal:
- In hoeverre is er aandacht voor de taak?
- In hoeverre is er aandacht voor de relatie?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

'Taakgericht bezig zijn' en 'een goede relatie met de cliënt' gaan goed samen
Gaat perfect samen
Kan best lastig zijn
Nee, het is óf het één óf het ander
Weet niet...

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

3 Typen... of 4?
  1. Autoritair: veel aandacht voor taak, weinig voor relatie.
  2. Permissief: veel aandacht voor relatie, weinig voor taak.
  3. Autoritatief: veel aandacht voor relatie én taak.

   4. Laissez-faire: verwaarlozend.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke stijl herken je?
  • Je... stelt weinig eisen en regels,
  • controleert niet of nauwelijks,
  • bent terughoudend, afwachtend,
  • reageert op behoeften, verlangens en wensen van de cliënt,
  • creëert een stimulerende, aantrekkelijke omgeving,
  • laat de cliënt vrij om zelf te bepalen wat hij doet.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

En deze stijl?
  • Je reageert op wensen, behoeften, verlangens en initiatieven van de cliënt,
  • stelt vragen en luistert,
  • beantwoordt vragen, geeft uitleg,
  • overlegt met de cliënt,
  • neemt beslissingen samen met de cliënt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

En deze?
  • Je bepaalt wat moet gebeuren,
  • geeft instructie of aanwijzingen,
  • stelt grenzen,
  • controleert,
  • neemt een leidende rol,
  • verwacht gehoorzaamheid.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

In welke situatie is de permissieve stijl passend?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

En de autoritaire stijl?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Motto...
Daar waar je autoritair kunt vermijden, doe dat. 
Wellicht kun je het vragen in plaats van zeggen, als een client een regel overtreedt.
Kun je het met humor oplossen, doe dat dan. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nadelen autoritaire stijl

Slide 14 - Mind map

De cliënt leert niet om zelf te denken/mee te denken.

Weinig keuzevrijheid en autonomie.
Nadelen autoritatieve stijl

Slide 15 - Mind map

Niet iedere cliënt kan en wil meedenken.

Het kost tijd om dingen met je cliënt te bespreken en hem/haar keuzemogelijkheid te bieden.

Het vraagt geduld.
Wat is een nadeel van de permissieve stijl?
A
Je werkt niet aan een specifiek doel.
B
Het vraagt vertrouwen.
C
Client leert niet om te gaan met grenzen van anderen
D
Alle drie de antwoorden zijn juist.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Aandachtspunten autoritaire stijl
  • Als je autoritair begeleidt, sluit dan aan bij het niveau. 
  • Overvraag je de client met je instructie? Of ondervraag je hem juist en voelt hij zich niet serieus genomen?
  • Leg uit waarom iets moet gebeuren of waarom de regel er is.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten permissieve stijl
  • De omgeving moet veilig zijn voor de client, met zijn gewoonten en beperking.
  • Permissief betekent niet volledig loslaten. 
  • Je bent terughoudend, maar ziet wel toe wat er gebeurt.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten autoritatieve stijl
  • Valkuil is dat je te veel of te snel je eigen oplossingen inbrengt. 
  • Vereenvoudig de vraagstelling of gebruik hulpmiddelen indien nodig. 
  • Vraag het aan familie als de client zich moeilijk kan uitdrukken.
  • Waak voor overvraging > Neem dan een stukje verantwoordelijkheid op je.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Lijnwandelen
Het is van belang, dat je alle stijlen in je hebt en kunt inzetten als de situatie er om vraagt.
Echter, iedereen heeft zijn of haar voorkeursstijl.  Waar sta jij??
Helemaal achterin het lokaal ga je staan als je voorkeursstijl autoritair is. In het midden als deze autoritatief is. En voorin, als deze permissief is. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Situationeel begeleiden
Begeleiden is maatwerk! Je:

- houdt rekening met de (on)mogelijkheden van de cliënt
- geeft, waar dat kan, gehoor aan wensen en behoeften van de cliënt
- streeft ernaar de cliënt zo actief mogelijk te betrekken
- past je begeleiding aan aan de situatie zoals die zich voordoet.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

In de praktijk betekent dat je rekening houdt met..
  • De persoon: niveau, speciale voorkeuren/wensen, kwaliteiten, beperkingen. 
  • De situatie: waar ben je, met wie? Hoe veilig is de situatie? Bij een taakgerichte situatie ben je in het begin vaak wat sturender.
  • De context: wettelijke kaders, beleid en protocollen en beroepscode

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Meer lezen over begeleidingsstijlen?

Je kunt meer informatie vinden in het boek 'Methodisch begeleiden' hoofdstuk 10.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Begeleidingsdoelen
In dit deel van de les ga je zelf aan de slag met de theorie. Hiervoor gebruik je de theorie van H9 uit het boek Methodisch Begeleiden. 
Op de volgende dia lees je wat de lesdoelen zijn:

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen bij 'Begeleidingsdoelen'
  • Je kunt de 6 fasen van gedragsverandering onderscheiden.
  • Je kunt het onderscheid maken tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.
  • Je kunt de 3 psychologische basisbehoeften van de zelfdeterminatietheorie onderscheiden. 
 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoe aan de slag?
  • Je leest individueel of in duo's hoofdstuk 9.3 en 9.4 uit het boek 'Methodisch begeleiden'
  •  Daarna ga je aan de slag met opdracht 4, 5 en 6 van hoofdstuk 9 uit het boek 'Methodisch begeleiden'. Let op: opdracht 5 werkt niet helemaal zoals zou moeten. Deze doe je mondeling of schrijf je even op papier.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Klaar?
Ga aan de slag met de overige theorie en opdrachten van hoofdstuk 9 en/of 10.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Iedereen is te motiveren, als je maar op de juiste manier stimuleert.
We sluiten af met een stelling...
We maken weer een denkbeeldige lijn.
Ga voorin het lokaal staan, als je het helemaal eens bent met de stelling. Ga achterin staan, als je het helemaal oneens bent. Je kunt ook ergens halverwege staan. 

Waarom koos je deze plek?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog vragen of opmerkingen t.a.v. deze les?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maak de leeractiviteit BPV- opdracht, jouw begeleidingsstijl. Zorg dat je in de volgende les kan terugkoppelen welke begeleidingsstijl bij je past en waar je jezelf in wilt ontwikkelen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions