2.1 Consumeren is kiezen

2.1 Consumeren is kiezen
Leerdoelen
Ik kan aangeven wat behoeften zijn.
Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.
Ik kan uitleggen wat consumeren is.
Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd
1 / 8
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 8 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.1 Consumeren is kiezen
Leerdoelen
Ik kan aangeven wat behoeften zijn.
Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.
Ik kan uitleggen wat consumeren is.
Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd

Slide 1 - Slide


Introductie
Frank moet optreden met de schoolband. Hij is zanger en gitarist. De meeste nummers van dat optreden speelt hij uit zijn hoofd, maar voor een paar wil hij nog oefenen. Helaas gaat de gitaar van Frank kapot.

Slide 2 - Slide

Mensen hebben behoeften
Iedereen heeft wensen. De meeste wensen worden niet vanzelf vervuld, want daar is iets voor nodig. Je hebt bijvoorbeeld eten nodig om je honger te stillen. Anders gezegd: iemand met honger heeft behoefte aan eten. Een behoefte is iets missen waarmee een wens kan worden vervuld.

Slide 3 - Slide

Consumeren
Voortdurend worden er behoeften bevredigd. Dat heet consumeren. Je consumeert bijvoorbeeld als je een app koopt of als je honger hebt en een boterham eet. Door deze activiteiten verdwijnen behoeften: ze worden bevredigd. Hierdoor ben je een consument. Consumeren is mogelijk door iets te kopen of door er zelf iets voor te doen.

Slide 4 - Slide

Produceren
Consumeren gaat bijna nooit vanzelf. Steeds doet een persoon of een bedrijf iets om het consumeren mogelijk te maken. Met andere woorden: iemand moet produceren. Produceren is iets doen of maken voor de bevrediging van behoeften. Productie door bedrijven kost geld. Maar consumenten produceren ook zelf, en dan is het gratis.

Slide 5 - Slide

Schaarste in middelen
Consumenten moeten kiezen, want niemand kan al zijn behoeften bevredigen. Er blijven altijd onvervulde wensen. Economen spreken van schaarste. Bij schaarste zijn er niet genoeg middelen om in alle behoeften te voorzien.

Slide 6 - Slide

Schaarste in tijd
Eten, zwemmen, naar muziek luisteren en schaatsen gaan niet tegelijk. De tijd om te kunnen consumeren is beperkt, want een dag telt nu eenmaal niet meer dan 24 uur. Doordat de tijd schaars is, moeten consumenten kiezen uit hun behoe

Slide 7 - Slide

Begrippen
behoefte
Iets missen waarmee een wens vervuld kan worden.
consumeren
Een behoefte bevredigen.
produceren
Iets doen of maken voor de bevrediging van een behoefte.
schaarste
Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te voorzien.

Slide 8 - Slide