SO Thema 4 Stevigheid en beweging B1 t/m B3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

SO Thema 4 B1 t/m B3

Stevigheid en beweging

Lees dit eerst goed door:

Je gaat zo meteen beginnen met de oefentoets van biologie thema 4: Stevigheid en beweging.

• Lees alle vragen zorgvuldig door. 
• Zorg dat je geen vragen overslaat!
• Klaar? controleer dan of je echt alles hebt beantwoord.
• Klopt? Klik dan op inleveren.

Bevatten de botten van oude mensen meer lijmstof dan de botten van jonge mensen?

1. Ja
2. Nee

Kan door een vlam lijmstof uit de botten worden gehaald?

1. Ja
2. Nee

Wordt het bot zacht en buigzaam als je de lijmstof uit een bot haalt?

1. Ja
2. Nee

Zorgen de kraakbeenlaagjes in een gewricht ervoor dat de gewrichtskogel in de gewrichtskom blijft zitten?

1. Ja
2. Nee

Geeft het skelet vorm aan je lichaam?

1. Ja
2. Nee

Zit het spaakbeen aan de kant van de pink?

1. Ja
2. Nee

Beschermt de borstkas je longen?

1. Ja
2. Nee

Is de gewrichtskom het holle uiteinde van het bot?

1. Ja
2. Nee

Zit er in de neus veel kraakbeen?

1. Ja
2. Nee

Zorgt gewrichtssmeer ervoor dat botten niet slijten?

1. Ja
2. Nee

Welke beenderen vormen samen de schoudergordel?

1. De ribben en sleutelbeenderen
2. De schouderbladen en de opperarmbeenderen
3. De sleutelbeenderen en de schouderbladen
4. Het borstbeen en de ribben

Welke uitspraak over botten is juist?

1. Bij oudere botten verdwijnt de kalk
2. Bij oudere botten verdwijnt de lijmstof
3. Oudere botten breken minder snel

Wat is een ander woord voor skelet?

1. Beenderen
2. Botten
3. Geraamte

Welk nummer geeft
de borstwervels aan?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is GEEN functie van de kraakbeenlaagjes in de gewrichten?

1. Ze zorgen dat de botten makkelijker kunnen bewegen
2. Ze zorgen dat de botten niet slijten
3. Ze zorgen ervoor dat de botten op hun plek blijven

Welk van de volgende botten hoort niet bij je been?

1. Dijbeen
2. Spaakbeen
3. Scheenbeen

Gewrichtskapsel

Gewrichtskogel

Gewrichtssmeer

Kraakbeenlaagje

*klik op de afbeelding voor een vergroting*
Vul de nummers in achter de onderdelen: Bovenkaak, dijbeen, ellepijp. knieschijf, kuitbeen, opperarmbeen, sleutelbeen, spaakbeen, staartbeen
Voorbeeld:
Bovenkaak = 2

Uit welke drie delen bestaat het menselijk lichaam?

Wat is de juiste volgorde
van groot naar klein

1. Spieren spiercellen spierstelsel
2. Spierstelsel Spieren Spiercellen
3. Spiercellen spieren spierstelsel

Waar zitten pezen?

1. Tussen 2 gewrichten
2. Tussen botten en spieren
3. Tussen gewrichten en spieren
4. Tussen 2 spieren

Spieren bewegen mijn ...?

1. gewrichten
2. botten

De biceps (spierballen) zijn een voorbeeld van:

1. Kringspieren
2. skeletspieren
3. diepe spieren
4. zijn geen spieren

Klaar!

Controleer voor jezelf

• Of je alle vragen hebt beantwoord
• Of je antwoorden kloppen

Check? Klik dan op inleveren