toetsvragen wk1

In welke hoedanigheid vervult deze persoon zijn taak
Handhaver die een terrasvergunning controleert
Politieman die een pv opmaakt ter zake van diefstal
Rijksrechercheur
controleur drank en horecawet
controleur visserijwet
Politieman die iemand een bekeuring geeft voor niet stoppen rood licht (mulderfeit)
Opsporingsambtenaar
Toezichthouder
1 / 17
next
Slide 1: Drag question

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

In welke hoedanigheid vervult deze persoon zijn taak
Handhaver die een terrasvergunning controleert
Politieman die een pv opmaakt ter zake van diefstal
Rijksrechercheur
controleur drank en horecawet
controleur visserijwet
Politieman die iemand een bekeuring geeft voor niet stoppen rood licht (mulderfeit)
Opsporingsambtenaar
Toezichthouder

Slide 1 - Drag question

Wie zijn volgens Strafvordering opsporingsambtenaar
A
Alle personen met de opsporing van het strafbare feit belast
B
Alle ambtenaren met de opsporing van het strafbare feit belast
C
Alle opsporingsmedewerkers met de opsporing van het strafbare feit belast
D
Alle personen met de toezichthoudende rol belast

Slide 2 - Quiz

Een Officier van Justitie ziet een verdachte een winkeldiefstal plegen. Hij wil de man aanhouden maar deze gaat er vandoor.
De man rent het gemeentehuis in en neemt plaats in de raadszaal waar op dat moment een raadsvergadering wordt gehouden.
Is de OvJ bevoegd de verdachte daar aan te houden?
A
De OvJ is geen opsporingsambtenaar dus is niet bevoegd tot aanhouden en mag dit daarom ook niet tijdens deze vergadering
B
De OvJ is Algemeen opsporingsambtenaar dus is bevoegd tot aanhouden maar mag dit alleen bij ontdekking op heterdaad tijdens deze vergadering
C
De OvJ is Algemeen opsporingsambtenaar dus is bevoegd tot aanhouden maar mag dit niet tijdens deze vergadering
D
De OvJ is geen opsporingsambtenaar dus is niet bevoegd tot aanhouden

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het BBO waarin de taakomschrijving van de Boa staat

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Artikel 25 BBO bevat de taakomschrijving van de Boa. Welke van onderstaande aanwijzingen staan in de taakomschrijving genoemd
A
De Boa beperkt zich tot de opsporingshandelingen waartoe hij bevoegd is en tot datgene wat nodig is voor een juist vervulling van de functie
B
De Boa beperkt zich tot zaken die verband houden met de feiten waarvoor hij tot Boa is beëdigd
C
De Boa onthoudt zich van datgene waartoe hij niet bevoegd is.
D
Zowel A, B en C staan genoemd

Slide 6 - Quiz

Waar vind ik de titel van opsporingsbevoegdheid van de Boa

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zet de Boa's in het juiste domein
De Boa servicemedewerker politie
De sociaal rechercheur van de gemeente
De Boa handhaver openbare ruimte
De leerplichtambtenaar
De medewerkers service en veiligheid NS
Domein 1
Domein 2
Domein 6
Domein 5
Domein 3
Domein 4
De boswachter

Slide 10 - Drag question

Conform BBO wordt een titel van opsporingsbevoegdheid wordt verleend of verlengd als daartoe de ...............bestaat en de boa ..................is en ..........................is.

A
aanwijzing, aangewezen en benoemd
B
noodzaak, betrouwbaar en bekwaam
C
aanleiding, opgeleid en bekwaam

Slide 11 - Quiz

In welk geval kan de akte van de Boa worden ingetrokken
A
Als hij/zij niet voldoet aan de eis met betrekking tot het aantal processen-verbaal wat moet worden opgemaakt per jaar
B
Als de burgemeester vindt dat de Boa zijn werk niet goed doet kan hij de akte intrekken.
C
Als de titel van opsporingsbevoegdheid vervalt

Slide 12 - Quiz

Inlichtingen vorderen bijv. het bekijken van een vergunning
Een politieagent schrijft een persoon op voor het negeren van een rood verkeerslicht en vraagt hem om zijn persoonsgegevens 
Een verdachte (wordt tegen zijn wil) door een Boa ter voorgeleiding overgebracht naar het politiebureau
Een Boa vraagt een verdachte naar zijn persoonsgegevens in verband met een proces-verbaal
Een boa vordert van een jeugdige zijn id bewijs
Staande houden
aanhouden
Geen dwangmiddel genoemd in Strafvordering

Slide 13 - Drag question

Stelling 1: staande houden mag alleen om de identiteit van iemand vast te stellen
Stelling 2 staande houden mag gebruikt worden om te vragen of iemand betrokken is bij een bepaald strafbaar feit.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist.

Slide 14 - Quiz

Welke stelling is juist
stelling 1: de verdachte die wordt staande gehouden mag weglopen
stelling 2: De opsporingsambtenaar mag zelf kiezen of hij een ID bewijs vordert of vraagt. Dit is niet van invloed op de eventuele strafbaarheid van de dader.
A
stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

Sleep de eis waaraan het dwangmiddel moet voldoen naar de juiste term
Het dwangmiddel moet volgens de tekst van de wet worden toegepast.
De opsporingsambtenaar moet altijd het lichtste dwangmiddel kiezen om zijn doel te bereiken
De zwaarte van het toegepaste middel moet in verhouding zijn met het feit.
Misbruik maken van je bevoegdheden
Proportioneel
Subsidiair
Détournement de Pouvoir
Wetmatig

Slide 16 - Drag question

Is hier sprake van het staande houden van een verdachte
Zij de agenten bevoegd de man aan te houden en zo ja voor wat voor een feit

Slide 17 - Open question